BIJ1 wil dat niemand na het bereiken van de AOW-leeftijd noodgedwongen hoeft door te werken en pleit voor een verhoging van de AOW en het aanvullend pensioen naar een fatsoenlijk niveau. Daarnaast wil de partij de regels versoepelen voor ouderen met een migratieachtergrond en de mogelijkheid tot eerder uittreden voor mensen met zware beroepen verbeteren.
BIJ1 vindt dat het pensioenstelsel zo moet zijn ingericht dat mensen na het bereiken van de AOW-leeftijd niet meer hoeven te werken uit financiële noodzaak. Dit is bedoeld om armoede onder ouderen te voorkomen en hun bestaanszekerheid te waarborgen.
“Wij willen dat AOW en aanvullend pensioen van zo een niveau zijn dat niemand noodgedwongen hoeft door te werken na de AOW-leeftijd.”
De partij erkent dat mensen in zware beroepen gemiddeld korter leven en wil daarom de mogelijkheden voor vervroegd uittreden verbeteren, zodat deze groep niet tot de AOW-leeftijd hoeft door te werken.
“De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) die in 2024 door stakingen tot stand is gekomen is een goede 1e stap, maar wij willen de RVU-heffing helemaal afschaffen. Zodat het voor werknemers mogelijk wordt om een hoger bedrag of vroegere ingangsdatum af te dwingen via de cao-tafel.”
BIJ1 wil de aanvullende inkomensondersteuning (AIO) voor ouderen met een migratieachtergrond soepeler maken, zodat zij minder last hebben van het AOW-gat.
“Veel ouderen met een migratieachtergrond vragen de AIO (aanvullende inkomensondersteuning) aan vanwege het AOW-gat. De regels hiervan maken we soepeler.”
De partij koppelt de verhoging van de AOW direct aan de verhoging van het minimumloon, zodat de koopkracht van ouderen meegroeit met de lonen.
“Het minimumloon verhogen we direct naar € 19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering.”
Het CDA wil de AOW-leeftijd en de AOW-regeling ongemoeid laten en ziet de AOW als een solide basispensioen dat al toekomstbestendig is gemaakt. Er worden geen voorstellen gedaan om de AOW-leeftijd te verhogen, verlagen of anderszins aan te passen; het CDA kiest voor stabiliteit en rust rond de AOW. Wel wil de partij de leefvormenregeling binnen de AOW vereenvoudigen om bureaucratie te verminderen.
Het CDA vindt dat de AOW als basispensioen voor ouderen al toekomstbestendig is gemaakt en wil daarom geen wijzigingen aanbrengen in de AOW-leeftijd of de regeling zelf. Dit standpunt is bedoeld om zekerheid te bieden aan ouderen en rust te creëren rond het pensioenstelsel.
“De AOW is ons basispensioen, pensioenregelingen zijn daarop gebaseerd. De komende jaren krijgen steeds meer ouderen hun welverdiende AOW en pensioen. We houden daarom de AOW ongemoeid.”
“De AOW blijft het basispensioen voor alle ouderen en is de afgelopen jaren al toekomstbestendig gemaakt, en laten we daarom ongemoeid.”
“De AOW is en blijft het basispensioen voor alle ouderen. Zo bieden we lange termijn zekerheid.”
Het CDA wil de 21 verschillende leefvormen in de AOW-regeling vereenvoudigen om onnodige controles en bureaucratie te voorkomen. Dit moet leiden tot minder administratieve lasten en meer privacy voor ouderen.
“We vereenvoudigen de 21 leefvormen in de AOW, zodat er geen controles aan huis meer hoeven plaats te vinden.”
FVD wil de AOW-leeftijd verlagen naar 66 jaar en mensen met fysiek zware beroepen het recht geven op AOW na 40 jaar werk. Daarnaast pleit de partij voor vrijwilligheid bij doorwerken na de AOW-leeftijd, zodat mensen zelf kunnen kiezen of ze langer willen werken. Hun visie is gericht op meer keuzevrijheid en het herstellen van solidariteit voor mensen die lang en zwaar hebben gewerkt.
FVD vindt dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtvaardig is, vooral voor mensen met zware beroepen. Zij willen de algemene AOW-leeftijd terugbrengen naar 66 jaar en een regeling invoeren waarbij mensen na 40 jaar zwaar werk recht krijgen op AOW. Dit moet onzekerheid en oneerlijkheid tegengaan voor mensen die vroeg zijn begonnen met werken.
FVD vindt dat mensen na het bereiken van de AOW-leeftijd niet verplicht moeten worden om te stoppen met werken, maar dat het een vrije keuze moet zijn. Dit bevordert individuele keuzevrijheid en past bij hun visie op levensfasebeleid.
“We geven mensen de mogelijkheid vrijwillig door te werken na de AOW-leeftijd, zodat wie wil blijven werken daartoe de kans krijgt.”
“Wie wíl doorwerken na bereiken van de AOW-leeftijd, daartoe de mogelijkheid moet hebben. Vrijheid en individuele keuze horen ook in dit levensfasebeleid centraal te staan.”
De SGP wil de AOW-leeftijd weer sterker koppelen aan de levensverwachting, zodat deze ook kan dalen als de levensverwachting daalt. Daarnaast pleit de partij voor flexibiliteit: mensen moeten hun AOW later kunnen laten ingaan (met hogere uitkering) en eerder stoppen met werken moet mogelijk blijven voor zware beroepen. De SGP wil zo het AOW-stelsel robuust en betaalbaar houden, met oog voor kwetsbare ouderen.
De SGP vindt dat de AOW-leeftijd niet alleen moet stijgen bij een hogere levensverwachting, maar ook moet kunnen dalen als de levensverwachting daalt. Dit moet het stelsel eerlijker en beter uitlegbaar maken, en inspelen op demografische ontwikkelingen.
“Na jarenlange stijging groeit de levensverwachting de laatste jaren minder snel. Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
De SGP wil meer keuzevrijheid rond het moment van AOW-opname. Mensen moeten hun AOW later kunnen laten ingaan (met hogere uitkering), en eerder stoppen met werken moet mogelijk blijven, vooral voor mensen met zware beroepen.
“Ook blijft de mogelijkheid bestaan om vroegtijdig te stoppen met werk, via de regeling voor vervroegd uittreden (RVU), mits deze gericht en afgebakend vormgegeven wordt.”
“Naast eerder stoppen met werken, moet het ook mogelijk worden om de Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering later in te laten gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen.”
De SGP erkent dat de vergrijzing het AOW-stelsel onder druk zet en wil daarom verbeteringen die het stelsel toekomstbestendig maken, met speciale aandacht voor ouderen die alleen AOW ontvangen.
“De SGP wil een toekomstbestendig AOW-stelsel, maar dit staat door de vergrijzing onder druk. Daarom zetten we in op verbeteringen die de pensioenvoorzieningen robuust en betaalbaar houden.”
De SP wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, zodat iedereen het recht heeft om vanaf die leeftijd te stoppen met werken. Daarnaast koppelt de partij de hoogte van de AOW aan het minimumloon, zodat gepensioneerden meer te besteden krijgen en hun koopkracht behouden blijft.
De SP vindt dat werken tot 67 jaar voor veel mensen onhaalbaar is, zeker voor mensen met zware beroepen. Door de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar, wil de partij bestaanszekerheid en een rechtvaardige oude dag garanderen. Werknemers mogen na hun 65e doorwerken als ze dat zelf willen, en mensen met zware beroepen moeten eerder kunnen stoppen.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar. Iedereen moet het recht hebben om te kunnen stoppen met werken vanaf 65 jaar. Werknemers krijgen het recht om ook na hun 65ste (in deeltijd) door te kunnen werken, als ze daar zelf bewust voor kiezen. De regeling voor mensen met zware beroepen moet blijven bestaan en versterkt worden, zodat mensen kunnen stoppen na 40 jaar werken.”
Om de koopkracht van gepensioneerden te beschermen, koppelt de SP de AOW direct aan het minimumloon. Dit zorgt ervoor dat ouderen niet achterblijven bij loonontwikkelingen en meer te besteden krijgen.
“De AOW stijgt éénopéén mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
“Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon. Zo krijgen gepensioneerden meer te besteden en zorgen we voor een bijstand waarmee niemand in armoede hoeft te leven.”
“Ook de AOW verhogen we hiermee, zodat iedereen een goede oude dag tegemoet kan zien.”
50PLUS wil de AOW-leeftijd de komende kabinetsperiode bevriezen en niet verder verhogen. Daarnaast pleit de partij voor een recht op vervroegde AOW-uitkering (AOW-light) voor mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer. Hiermee wil 50PLUS bestaanszekerheid bieden aan ouderen en mensen met een lang arbeidsverleden, en voorkomen dat mensen met zware beroepen onnodig lang moeten doorwerken.
50PLUS vindt dat de AOW-leeftijd niet verder mag stijgen en wil deze gedurende de komende kabinetsperiode bevriezen. Dit standpunt is bedoeld om zekerheid te bieden aan ouderen en om te voorkomen dat mensen langer moeten doorwerken dan verantwoord is.
“De AOW-leeftijd blijft de komende kabinetsperiode gelijk.”
De partij wil een extra mogelijkheid creëren voor mensen met zware beroepen of een arbeidsverleden van 40 jaar of langer om eerder met pensioen te gaan via een 'AOW-light'. Dit is bedoeld om recht te doen aan mensen die fysiek of mentaal zwaar werk hebben verricht en niet in staat zijn om tot de reguliere AOW-leeftijd door te werken.
NSC wil de AOW-leeftijd geleidelijk laten meestijgen met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord. Ze benadrukken dat de AOW de basis van het pensioenstelsel blijft en dat deze moet meegroeien met de welvaart. Het beleid is gericht op het behouden van bestaanszekerheid voor ouderen door de AOW te koppelen aan het minimumloon en de contractlonen.
NSC kiest ervoor om de AOW-leeftijd niet te bevriezen of te verlagen, maar deze geleidelijk te laten meestijgen met de levensverwachting, conform het bestaande Pensioenakkoord. Dit moet zorgen voor een houdbaar pensioenstelsel dat meegroeit met de demografische ontwikkelingen en de betaalbaarheid op lange termijn waarborgt.
“We houden vast aan een AOW-leeftijd die geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord.”
Om de koopkracht van ouderen te beschermen, blijft de AOW gekoppeld aan het minimumloon en de gemiddelde stijging van de contractlonen. Dit moet voorkomen dat de koopkracht van ouderen achterblijft bij de rest van de samenleving.
De Partij voor de Dieren wil de AOW-leeftijd verlagen voor mensen met een zwaar beroep naar 65 jaar en meer keuzevrijheid bieden in wanneer mensen met AOW gaan. Ze pleiten voor een flexibel pensioenstelsel, waarbij eerder stoppen met werken mogelijk is tegen een aangepaste uitkering, en willen de AOW-uitkering verhogen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.
De PvdD vindt het onrechtvaardig dat mensen met zware beroepen langer moeten doorwerken en wil daarom dat zij vanaf 65 jaar recht krijgen op AOW. Dit adresseren ze als een kwestie van eerlijkheid en gezondheid, omdat zware beroepen fysiek belastend zijn.
“Wie in een zwaar beroep heeft gewerkt, krijgt vanaf 65 jaar AOW.”
De partij wil mensen de mogelijkheid geven om zelf te bepalen wanneer ze met AOW gaan, met opties voor een flexibele pensioenleeftijd, deeltijdpensioen of eerder stoppen met werken tegen een evenredig aangepaste uitkering. Dit vergroot de autonomie en sluit beter aan bij individuele levenslopen.
“Er komt meer keuzevrijheid: wie eerder wil stoppen met werken, kan kiezen voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering, mensen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen.”
De PvdD wil de AOW-uitkering verhogen om vooral mensen met een klein of geen aanvullend pensioen meer bestaanszekerheid te bieden. Dit moet bijdragen aan een beter pensioenstelsel en armoede onder ouderen tegengaan.
“De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit zorgt voor een beter pensioen, vooral voor mensen met een klein of geen aanvullend pensioen.”
De VVD vindt dat de AOW-leeftijd moet meestijgen met de levensverwachting, zodat het pensioenstelsel betaalbaar en toekomstbestendig blijft. Voor mensen met zware beroepen blijft een aparte regeling bestaan. De partij koppelt de AOW niet los van de inflatie, in tegenstelling tot andere uitkeringen.
De VVD wil dat de AOW-leeftijd automatisch stijgt als de levensverwachting toeneemt, om het pensioenstelsel betaalbaar te houden en voldoende mensen op de arbeidsmarkt te houden. Voor kwetsbare groepen en mensen met zware beroepen blijft een uitzondering mogelijk.
“We vinden daarom dat bij een stijgende levensverwachting, de pensioenleeftijd mee moet stijgen. We hebben oog voor de kwetsbare groepen en zware beroepen, waar een regeling voor blijft bestaan.”
“En dat ook op lange termijn betaalbaar is door mee te stijgen met de levensverwachting.”
De VVD wil de koppeling tussen minimumloon en uitkeringen loslaten, maar maakt een uitzondering voor de AOW, die wel met de inflatie meestijgt.
“Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
BBB wil de AOW-leeftijd ongemoeid laten en de AOW-uitkering niet zwaarder belasten, met behoud van de koppeling aan het minimumloon. Daarnaast wil BBB onderzoeken of mensen vrijwillig eerder of later dan de standaard AOW-leeftijd (deeltijd) kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep. De partij benadrukt het belang van zekerheid en keuzevrijheid rond het moment van AOW-ingang.
BBB vindt dat de AOW-leeftijd niet verder omhoog moet en dat de AOW-uitkering niet zwaarder mag worden belast. Hiermee wil de partij zekerheid bieden aan ouderen en hun koopkracht beschermen.
“Handen af van de AOW. De AOWuitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
BBB wil laten onderzoeken of mensen op vrijwillige basis, afhankelijk van hun levensloop en beroep, tot twee jaar vóór en vijf jaar ná de standaard AOW-leeftijd (deeltijd) kunnen instromen. Dit biedt maatwerk en keuzevrijheid voor mensen met verschillende carrières en levensomstandigheden.
“Onderzoek deeltijd AOW. Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
D66 wil de AOW-leeftijd niet verlagen of verhogen, maar richt zich op het bieden van meer flexibiliteit rond werken na de AOW-leeftijd en het beperken van de stijging van de AOW-uitkering bij verhoging van het minimumloon. Hun kernvoorstel is dat mensen na de AOW-leeftijd (deels) kunnen blijven werken als ze dat willen, en dat de AOW-uitkering netto minder snel stijgt dan het minimumloon. D66 kiest hiermee voor een combinatie van keuzevrijheid voor ouderen en het beheersen van de kosten van sociale zekerheid.
D66 wil mensen de vrijheid geven om na het bereiken van de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven werken. Dit sluit aan bij hun visie op keuzevrijheid en het benutten van talenten, ook op latere leeftijd. Het voorstel adresseert de wens van sommige ouderen om actief te blijven en draagt bij aan de arbeidsmarkt.
“Het wordt mogelijk om, als je dat wilt, na de AOW-leeftijd (gedeeltelijk) te blijven doorwerken.”
D66 stelt voor om de netto AOW-uitkering minder snel te laten stijgen dan het minimumloon bij verhogingen daarvan. Dit is bedoeld om de kosten van sociale zekerheid beheersbaar te houden en de koppeling tussen minimumloon en AOW te versoepelen.
“Om onze plannen voor sociale zekerheid verantwoord te kunnen behalen, laten we de AOW netto minder snel stijgen dan normaal bij een verhoging van het minimumloon.”
BVNL doet in haar verkiezingsprogramma nauwelijks concrete uitspraken over de AOW-leeftijd zelf. Het enige expliciete standpunt betreft het oplossen van het pensioengat voor militairen dat is ontstaan door de verhoging van de AOW-leeftijd. Over het al dan niet verhogen, verlagen of bevriezen van de algemene AOW-leeftijd voor alle Nederlanders wordt geen duidelijk standpunt ingenomen.
BVNL erkent dat de verhoging van de AOW-leeftijd een specifiek probleem heeft veroorzaakt voor militairen, namelijk een pensioengat. De partij wil dit op een "fatsoenlijke manier" oplossen, maar werkt niet uit hoe. Dit is het enige concrete beleidsvoorstel in het programma dat direct aan de AOW-leeftijd raakt.
“Het pensioengat voor militairen ten gevolge van de verhoging van de AOW-leeftijd wordt op een fatsoenlijke manier opgelost.”
De ChristenUnie doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over het verhogen, verlagen of bevriezen van de AOW-leeftijd. Het programma benoemt slechts het vereenvoudigen van de uitvoering van de AOW, zonder in te gaan op de leeftijdsgrens of aanpassingen daarvan. Er zijn geen beleidsvoorstellen of standpunten over de hoogte of ontwikkeling van de AOW-leeftijd zelf.
De ChristenUnie wil de uitvoering van de AOW eenvoudiger maken, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen. Dit is vooral een administratieve maatregel en zegt niets over de AOW-leeftijd zelf.
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
DENK doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over het algemene beleid rondom de AOW-leeftijd. Het enige relevante standpunt betreft het repareren van het AOW-gat voor Surinaamse ouderen, waarbij volledige compensatie wordt beloofd voor deze specifieke groep. Over verhoging, verlaging of bevriezing van de algemene AOW-leeftijd wordt niet gesproken.
DENK erkent dat Surinaams-Nederlandse ouderen onterecht zijn benadeeld in hun AOW-opbouw en wil deze ongelijkheid herstellen. Het voorstel richt zich uitsluitend op het compenseren van deze groep, niet op de algemene AOW-leeftijd of het pensioenstelsel als geheel.
“Het AOW-gat voor Surinaamse ouderen wordt gerepareerd. Surinaams Nederlandse ouderen die onterecht zijn benadeeld in hun AOW opbouw, krijgen volledige compensatie. Ongelijkheid in ouderdomsvoorziening is onaanvaardbaar.”
GroenLinks-PvdA doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over het verhogen, verlagen of bevriezen van de AOW-leeftijd. Het programma richt zich vooral op het verhogen van de AOW-uitkering en het verbeteren van het pensioenstelsel, maar noemt de AOW-leeftijd zelf niet expliciet als beleidsmaatregel. Kiezers die specifiek willen weten wat GroenLinks-PvdA met de AOW-leeftijd wil, vinden hierover geen duidelijk standpunt in het programma.
Het verkiezingsprogramma bevat geen concrete voorstellen of uitspraken over het verhogen, verlagen of bevriezen van de AOW-leeftijd. De partij richt zich op het verhogen van de AOW-uitkering en het koppelen daarvan aan het minimumloon, maar laat de vraag over de leeftijd waarop men AOW ontvangt volledig onbeantwoord. Dit betekent dat kiezers geen duidelijkheid krijgen over de visie van GroenLinks-PvdA op dit punt.
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
JA21 wil mensen stimuleren om na de AOW-leeftijd te blijven werken door fiscale en financiële belemmeringen weg te nemen. Het programma bevat geen voorstellen om de AOW-leeftijd te verhogen of te verlagen, maar richt zich op het versoepelen van doorwerken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De partij ziet het benutten van arbeidspotentieel, ook na de AOW-leeftijd, als belangrijk voor de arbeidsmarkt.
JA21 wil dat mensen die na hun AOW-leeftijd willen blijven werken, dit eenvoudig kunnen doen zonder dat zij tegen fiscale of financiële obstakels aanlopen. Hiermee wil de partij het arbeidspotentieel van ouderen beter benutten en werkgevers stimuleren om ook ouderen in dienst te houden.
“Doorwerken na AOW-leeftijd zonder fiscale of financiële belemmeringen mogelijk maken.”
De PVV wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, waarmee ze terug willen naar een eerdere pensioenleeftijd voor ouderen. Dit voorstel is bedoeld om ouderen eerder van hun pensioen te laten genieten en hun koopkracht te verbeteren. Het is een concreet en onderscheidend punt in hun programma.
De PVV stelt voor om de AOW-leeftijd te verlagen naar 65 jaar, omdat zij vinden dat ouderen recht hebben op een eerder pensioen en zo meer financiële zekerheid krijgen. Dit standpunt speelt in op zorgen over de betaalbaarheid van het leven voor ouderen en de wens om mensen niet langer te laten doorwerken dan vroeger gebruikelijk was. Het voorstel is bedoeld om de koopkracht van ouderen te versterken en hun welzijn te verbeteren.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”
Volt doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete voorstellen om de AOW-leeftijd te verlagen, verhogen of bevriezen. De partij koppelt de AOW-uitkering aan het sociaal minimum, maar noemt geen wijziging van de huidige AOW-leeftijd. Volt richt zich vooral op het waarborgen van een fatsoenlijk sociaal minimum voor ouderen, zonder expliciet in te gaan op de leeftijd waarop AOW ingaat.
Volt stelt dat de AOW-uitkering het sociaal minimum al garandeert en noemt geen plannen om de AOW-leeftijd te veranderen. De partij wil het minimumloon verhogen, maar laat de AOW-uitkering buiten deze verhoging omdat deze volgens Volt al voldoende is. Er wordt geen standpunt ingenomen over het verhogen, verlagen of bevriezen van de AOW-leeftijd.
“De gekoppelde minimum- en AOW-uitkeringen volgen deze stijging niet, aangezien deze het sociaal minimum nu al garanderen.”