FVD wil de AOW-leeftijd verlagen naar 66 jaar en koppelt het recht op AOW aan 40 jaar werken voor mensen met fysiek zware beroepen. Ze pleiten voor meer keuzevrijheid rond doorwerken na de AOW-leeftijd en willen de koopkracht van ouderen beschermen door structurele indexatie van pensioenen aan inflatie.
FVD vindt dat de verhoging van de AOW-leeftijd onrechtvaardig is, vooral voor mensen met zware beroepen. Ze willen de algemene AOW-leeftijd terugbrengen naar 66 jaar en mensen met fysiek zware beroepen recht geven op AOW na 40 jaar werk. Dit moet onzekerheid en ongelijkheid verminderen.
FVD vindt dat mensen na het bereiken van de AOW-leeftijd zelf moeten kunnen kiezen of ze willen doorwerken. Dit benadrukt individuele vrijheid en keuze in de latere levensfase.
“We geven mensen de mogelijkheid vrijwillig door te werken na de AOW-leeftijd, zodat wie wil blijven werken daartoe de kans krijgt.”
“Tegelijkertijd vinden wij dat wie wíl doorwerken na bereiken van de AOW-leeftijd, daartoe de mogelijkheid moet hebben. Vrijheid en individuele keuze horen ook in dit levensfasebeleid centraal te staan.”
Om de koopkracht van ouderen te beschermen, wil FVD dat pensioenen structureel worden geïndexeerd aan de inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015. Dit is bedoeld om de financiële positie van gepensioneerden te versterken.
“We indexeren pensioenen structureel op inflatie, met terugwerkende kracht tot 2015, zodat ouderen hun koopkracht behouden.”
Het CDA wil de AOW ongemoeid laten en ziet deze als het basispensioen voor alle ouderen, zonder verdere aanpassingen of nieuwe koppelingen. Ze benadrukken dat de AOW al toekomstbestendig is gemaakt en pleiten voor vereenvoudiging van de leefvormenregeling binnen de AOW, maar doen geen concrete voorstellen voor een (her)koppeling van de AOW aan het minimumloon of andere indexaties.
Het CDA kiest ervoor om de AOW niet te wijzigen en ziet deze als een stabiel basispensioen. Ze stellen dat de AOW al toekomstbestendig is gemaakt en willen geen verdere aanpassingen, verhogingen of koppelingen. De partij richt zich op het behouden van zekerheid voor ouderen en het vereenvoudigen van de regelgeving rondom de AOW.
“De AOW blijft het basispensioen voor alle ouderen en is de afgelopen jaren al toekomstbestendig gemaakt, en laten we daarom ongemoeid.”
“De AOW is ons basispensioen, pensioenregelingen zijn daarop gebaseerd. ... We houden daarom de AOW ongemoeid.”
“De AOW is en blijft het basispensioen voor alle ouderen. Zo bieden we lange termijn zekerheid.”
Het CDA wil de complexe leefvormenregeling binnen de AOW vereenvoudigen, zodat er minder controles nodig zijn en het partnerbegrip wordt geharmoniseerd met andere sociale zekerheidswetten. Dit is vooral administratief en procedureel van aard, en raakt niet aan de hoogte of koppeling van de AOW.
“We vereenvoudigen de 21 leefvormen in de AOW, zodat er geen controles aan huis meer hoeven plaats te vinden. In lijn daarmee werken we ook aan uniformering van het partnerbegrip in andere socialezekerheidswetten.”
De SP wil dat de AOW volledig en automatisch meestijgt met het minimumloon, zodat gepensioneerden profiteren van elke verhoging van het minimumloon. Daarnaast pleit de partij voor het verlagen van de AOW-leeftijd naar 65 jaar en het dichten van het AOW-gat voor zzp’ers. De kern van hun visie is dat ouderen financieel zeker moeten zijn en niet achterblijven bij loonontwikkelingen.
De SP vindt dat de AOW direct gekoppeld moet zijn aan het minimumloon, zodat ouderen profiteren van elke verhoging en hun koopkracht behouden blijft. Dit voorkomt armoede onder gepensioneerden en zorgt voor een eerlijker inkomensbeleid.
“De AOW stijgt éénopéén mee met het minimumloon. Zo zorgen we dat gepensioneerden flink meer te besteden krijgen.”
“Uitkeringen die gekoppeld zijn aan het minimumloon, zoals WIA, Wajong, bijstand en AOW stijgen mee met de verhoging van het minimumloon. Zo krijgen gepensioneerden meer te besteden en zorgen we voor een bijstand waarmee niemand in armoede hoeft te leven.”
De SP wil het AOW-gat voor zzp’ers oplossen, zodat ook zelfstandigen zonder pensioenopbouw niet in armoede hoeven te leven na hun pensioenleeftijd. Dit is onderdeel van hun bredere visie op sociale zekerheid.
“Het AOWgat voor zzp’ers moet gedicht worden.”
50PLUS beschouwt de koppeling van de AOW aan het wettelijk minimumloon als een fundamenteel uitgangspunt en wil deze koppeling onvoorwaardelijk behouden. De partij verzet zich tegen elke vorm van ontkoppeling en benadrukt dat de AOW-uitkering voor iedereen gegarandeerd moet blijven, met als doel de koopkracht van ouderen te beschermen.
50PLUS stelt dat de AOW-uitkering altijd gekoppeld moet blijven aan het wettelijk minimumloon, om te voorkomen dat de koopkracht van ouderen achterblijft bij de algemene welvaartsontwikkeling. Dit standpunt is een kernpunt van hun inkomensbeleid en wordt expliciet als onaantastbaar fundament gepresenteerd.
BBB wil de AOW-uitkering ongemoeid laten en handhaaft expliciet de koppeling van de AOW aan het wettelijk minimumloon. Daarnaast wil de partij onderzoeken of mensen flexibel en vrijwillig eerder of later (deeltijd) AOW kunnen ontvangen, afhankelijk van hun levensloop en beroep. Het behoud van koopkracht voor ouderen staat centraal in hun visie.
BBB vindt het belangrijk dat de AOW-uitkering niet wordt losgekoppeld van het wettelijk minimumloon, om zo de koopkracht van ouderen te beschermen. Hiermee wil de partij voorkomen dat ouderen achterblijven bij loonontwikkelingen en armoede onder ouderen tegengaan.
“De AOW-uitkeringen worden niet zwaarder belast dan nu het geval is en we handhaven de koppeling aan het wettelijk minimumloon.”
BBB wil onderzoeken of het mogelijk is om mensen de keuze te geven om op vrijwillige basis, afhankelijk van hun beroep en levensloop, eerder of later (deeltijd) AOW te ontvangen. Dit biedt maatwerk en sluit aan bij verschillende loopbanen en persoonlijke situaties.
“Onderzoeken of mensen vanaf 2 jaar vóór en tot 5 jaar ná de standaard AOW leeftijd in (deeltijd) op vrijwillige basis kunnen instromen, afhankelijk van levensloop en beroep.”
BIJ1 wil de AOW structureel verhogen en direct koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen niet onder het bestaansminimum hoeven te leven. Ze pleiten voor een gelijke verhoging van de AOW wanneer het minimumloon stijgt, en willen dat AOW en aanvullend pensioen voldoende zijn om werken na de AOW-leeftijd te voorkomen. Hun visie is gericht op bestaanszekerheid en het bestrijden van armoede onder ouderen.
BIJ1 stelt voor om het minimumloon direct te verhogen en de AOW (en bijstandsuitkering) automatisch evenveel te laten meestijgen. Hiermee willen ze voorkomen dat ouderen achterblijven bij loonontwikkelingen en garanderen dat de AOW altijd op een fatsoenlijk niveau blijft.
“Het minimumloon verhogen we direct naar € 19 per uur. Met een gelijke verhoging van de AOW (pensioen) en de bijstandsuitkering. We koppelen het minimumloon aan 60% van het mediaan inkomen, zodat het structureel meestijgt met andere lonen.”
BIJ1 vindt dat de hoogte van de AOW en het aanvullend pensioen zodanig moet zijn dat niemand na de AOW-leeftijd noodgedwongen hoeft door te werken. Dit standpunt richt zich op het waarborgen van bestaanszekerheid en het tegengaan van armoede onder ouderen.
“Wij willen dat AOW en aanvullend pensioen van zo een niveau zijn dat niemand noodgedwongen hoeft door te werken na de AOW-leeftijd.”
BVNL wil de AOW niet loskoppelen van het minimumloon, in tegenstelling tot andere uitkeringen. Ze pleiten ervoor dat de AOW-hoogte blijft meebewegen met het minimumloon, zodat ouderen niet achterblijven bij loonontwikkelingen. Daarnaast willen ze de kostendelersnorm afschaffen, zodat samenwonende AOW’ers niet worden gekort.
BVNL vindt dat de AOW-hoogte moet blijven meestijgen met het minimumloon, om te voorkomen dat ouderen in koopkracht achteruitgaan. Dit onderscheidt de AOW van andere uitkeringen, die BVNL juist wél wil loskoppelen van het minimumloon.
“Bijstandsuitkeringen en andere uitkeringen loskoppelen van het minimumloon, met uitzondering van de AOW.”
BVNL wil dat alleenstaanden die gaan samenwonen niet worden gekort op hun AOW, door de kostendelersnorm af te schaffen. Dit moet ouderen meer keuzevrijheid geven en ontmoedigt niet het samenwonen.
“Daarnaast moet de kostendelersnorm worden afgeschaft zodat alleenstaanden die gaan samenwonen niet worden gekort op hun AOW.”
De ChristenUnie wil de AOW verder fiscaliseren en de belastingkortingen voor ouderen gelijktrekken met die van werkenden, zodat ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen erop vooruitgaan. Over de automatische koppeling van de AOW aan het minimumloon wordt in het programma niet expliciet gesproken; de nadruk ligt op het eerlijker belasten van ouderen en het verbeteren van hun inkomenspositie via fiscale maatregelen.
De ChristenUnie wil dat ouderen dezelfde algemene heffingskorting krijgen als werkenden en de AOW verder fiscaliseren. Dit moet leiden tot een eerlijker belastingstelsel en een inkomensverbetering voor ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen. Het adresseren van verschillen in belastingtarieven en heffingskortingen tussen werkenden en gepensioneerden staat hierbij centraal.
“Op dit moment zijn de belastingtarieven en heffingskortingen voor gepensioneerden en werkenden totaal verschillend. Daar willen we vanaf. Wij willen dat ouderen ook gaan profiteren van de volledige basiskorting (dus geen lagere algemene heffingskorting, zoals nu het geval is). De AOW wordt geleidelijk verder gefiscaliseerd. Ouderen met alleen AOW of met een klein aanvullend pensioen gaan erop vooruit.”
De ChristenUnie pleit voor het vereenvoudigen van de uitvoering van de AOW, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen. Dit moet de uitvoering transparanter en begrijpelijker maken, maar zegt niets over de koppeling aan het minimumloon.
“Waar mogelijk wordt de uitvoering van de AOW vereenvoudigd, bijvoorbeeld door het adres als uitgangspunt te nemen.”
DENK wil de koppeling van de AOW en andere uitkeringen aan het minimumloon behouden, zodat de koopkracht van ouderen en uitkeringsgerechtigden op peil blijft. Ze benadrukken dat uitkeringen, inclusief de AOW, voldoende moeten meestijgen met de prijzen om bestaanszekerheid te waarborgen.
DENK vindt het belangrijk dat de AOW en andere uitkeringen gekoppeld blijven aan het minimumloon, zodat deze automatisch meestijgen met de kosten van levensonderhoud. Hiermee wil de partij voorkomen dat ouderen en mensen met een uitkering in koopkracht achteruitgaan en zo armoede tegengaan.
“De koppeling met het minimumloon blijft bestaan. Het bestaansminimum wordt beter afgestemd op wat mensen werkelijk nodig hebben om rond te komen en de bijstandsuitkering in combinatie met toeslagen gaat hier aan voldoen.”
“Werkloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen zullen voldoende stijgen met de prijzen om de koopkracht van mensen op peil te houden.”
NSC wil de koppeling van de AOW aan het minimumloon behouden, zodat de AOW meegroeit met de lonen en de koopkracht van ouderen beschermd blijft. Ze zien de AOW als basis van het pensioenstelsel en willen deze laten meestijgen met de welvaart, in lijn met het Pensioenakkoord. NSC benadrukt het belang van bestaanszekerheid voor gepensioneerden en wil hun koopkracht structureel verbeteren.
NSC kiest ervoor om de AOW en andere uitkeringen te blijven koppelen aan het minimumloon, zodat deze uitkeringen automatisch meestijgen met de gemiddelde contractlonen. Dit moet de koopkracht van ouderen beschermen en bestaanszekerheid bieden aan mensen die met pensioen zijn of niet meer kunnen werken.
“We handhaven de koppeling van AOW en andere uitkeringen met het minimumloon zodat deze ook meegroeien met de gemiddelde stijging van de contractlonen.”
De partij ziet de AOW als het fundament van het pensioenstelsel en wil dat deze blijft meestijgen met de welvaart, conform de afspraken in het Pensioenakkoord. NSC wil daarnaast kritisch blijven op de uitvoering van de Wet toekomst pensioenen en het aantal mensen zonder aanvullend pensioen terugdringen.
“De AOW blijft de basis onder het pensioenstelsel. We zorgen voor ervoor dat de AOW blijft meegroeien met onze welvaart. We blijven de implementatie van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) kritisch volgen. We houden vast aan een AOW-leeftijd die geleidelijk meestijgt met de levensverwachting, zoals afgesproken in het Pensioenakkoord.”
De SGP wil de AOW toekomstbestendig houden en koppelt de hoogte van de AOW aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Ze pleiten ervoor dat de pensioenleeftijd ook kan dalen als de levensverwachting daalt, en willen zo de koppeling tussen AOW-leeftijd en levensverwachting versterken. Daarnaast willen ze de koopkracht van gepensioneerden beschermen, vooral voor mensen die alleen AOW ontvangen.
De SGP vindt dat de pensioenleeftijd niet alleen moet stijgen bij een hogere levensverwachting, maar ook moet kunnen dalen als de levensverwachting daalt. Hiermee willen ze het AOW-stelsel eerlijker en flexibeler maken, zodat het beter aansluit bij de daadwerkelijke levensverwachting van mensen.
“Na jarenlange stijging groeit de levensverwachting de laatste jaren minder snel. Op dit moment kan de pensioenleeftijd niet dalen als de levensverwachting daalt. De SGP wil dat dit wel mogelijk wordt. Ook wordt de pensioenleeftijd weer sterker gekoppeld met de levensverwachting.”
De SGP maakt zich zorgen over gepensioneerden die alleen AOW ontvangen en moeite hebben rond te komen. Ze willen de koopkracht van deze groep beschermen, zodat zij niet in de knel komen door stijgende prijzen.
“Bij sommige gepensioneerden bestaat de oudedagsvoorziening alleen uit een AOW-uitkering, eventueel aangevuld met een ‘klein pensioen’. Terwijl de prijzen stijgen, kunnen zij soms maar net de eindjes aan elkaar knopen. Hun koopkracht moet beschermd worden.”
Volt kiest ervoor de AOW-uitkering niet langer automatisch te koppelen aan het minimumloon, omdat de AOW volgens hen het sociaal minimum al garandeert. Het minimumloon wordt verhoogd naar 19 euro, maar deze verhoging geldt niet voor de AOW, waardoor de uitkeringen uit elkaar gaan lopen.
Volt vindt dat de AOW-uitkering niet automatisch mee hoeft te stijgen met het minimumloon, omdat de AOW al op het sociaal minimum ligt. Door het loslaten van de koppeling wil Volt voorkomen dat verhogingen van het minimumloon automatisch leiden tot hogere AOW-uitgaven, en zo het sociaal minimum als ondergrens hanteren voor de AOW.
“De gekoppelde minimum- en AOW-uitkeringen volgen deze stijging niet, aangezien deze het sociaal minimum nu al garanderen.”
“Het is hierbij essentieel dat mensen die het minimumloon betaald krijgen niet onder het sociaal minimum uitkomen. Volt houdt hier rekening mee in haar andere voorstellen.”
D66 kiest ervoor om de AOW niet volledig te koppelen aan het minimumloon: als het minimumloon stijgt, stijgt de AOW netto minder snel mee. Hiermee wil D66 hun plannen voor sociale zekerheid financieel verantwoord houden, terwijl ze tegelijkertijd het minimumloon en de bijstand verhogen om bestaanszekerheid te verbeteren.
D66 stelt voor om de AOW-uitkering netto minder snel te laten stijgen dan het minimumloon. Dit betekent dat bij verhogingen van het minimumloon de AOW niet automatisch in gelijke mate meestijgt. De partij kiest hiervoor om de betaalbaarheid van hun sociale zekerheidsplannen te waarborgen, ondanks de verhoging van het minimumloon en de bijstand.
“Om onze plannen voor sociale zekerheid verantwoord te kunnen behalen, laten we de AOW netto minder snel stijgen dan normaal bij een verhoging van het minimumloon.”
GroenLinks-PvdA wil de AOW-uitkering verhogen en deze structureel koppelen aan het minimumloon, zodat ouderen voldoende inkomen hebben om rond te komen. Het belangrijkste concrete voorstel is het verhogen van de AOW-uitkering in lijn met het minimumloon, waarmee de partij inzet op een fatsoenlijk bestaansminimum voor ouderen. De kern van hun visie is dat ouderen financieel beschermd moeten zijn en in rust van hun oude dag moeten kunnen genieten.
GroenLinks-PvdA stelt voor om de AOW-uitkering te verhogen en deze structureel te koppelen aan het minimumloon. Dit moet ervoor zorgen dat ouderen niet in armoede raken en kunnen rekenen op een fatsoenlijk inkomen na hun werkzame leven. De partij adresseert hiermee het probleem van onvoldoende bestaanszekerheid onder ouderen.
“We verhogen de AOW-uitkering gekoppeld aan het minimumloon, zodat ouderen rond kunnen komen en in rust kunnen genieten van hun oude dag.”
JA21 doet in haar verkiezingsprogramma geen concrete uitspraken over het koppelen van de AOW aan het minimumloon of aan de loonontwikkeling ("AOW-koppeling"). Het programma bevat slechts een voorstel om doorwerken na de AOW-leeftijd fiscaal en financieel te vergemakkelijken, maar noemt nergens expliciet de koppeling van de AOW-uitkering aan het minimumloon of een andere indexatie. Er zijn geen andere relevante standpunten of voorstellen over "AOW-koppeling" te vinden.
JA21 wil het voor mensen mogelijk maken om na het bereiken van de AOW-leeftijd zonder fiscale of financiële belemmeringen door te werken. Dit standpunt richt zich op het stimuleren van arbeidsparticipatie onder ouderen, maar zegt niets over de hoogte of koppeling van de AOW-uitkering zelf.
“Doorwerken na AOW-leeftijd zonder fiscale of financiële belemmeringen mogelijk maken.”
De PVV wil de AOW-leeftijd verlagen naar 65 jaar, maar noemt in het verkiezingsprogramma geen expliciete koppeling van de AOW aan het minimumloon of andere uitkeringen. Het programma bevat geen concrete voorstellen over het herstellen, behouden of loslaten van de AOW-koppeling. De focus ligt uitsluitend op het verlagen van de AOW-leeftijd als belangrijkste maatregel voor ouderen.
De PVV wil de AOW-leeftijd terugbrengen naar 65 jaar, omdat zij vindt dat mensen eerder recht moeten hebben op pensioen. Hiermee wil de partij ouderen financieel ontlasten en tegemoetkomen aan zorgen over een te hoge pensioenleeftijd. Er wordt geen inhoudelijk standpunt ingenomen over de koppeling van de AOW aan het minimumloon of andere uitkeringen.
“We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar.”
De VVD wil de automatische koppeling van uitkeringen aan de loonontwikkeling loslaten, met uitzondering van de AOW en arbeidsongeschiktheidsregelingen. Dit betekent dat de AOW wél gekoppeld blijft aan de loonontwikkeling, terwijl andere uitkeringen voortaan alleen met de inflatie meestijgen. Zo wil de VVD het verschil tussen werken en een uitkering vergroten, maar de koopkracht van AOW’ers beschermen.
De VVD kiest ervoor om de koppeling van de AOW aan de loonontwikkeling te behouden, terwijl andere uitkeringen alleen met de inflatie meestijgen. Hiermee wil de partij voorkomen dat werkenden minder profiteren van loonstijgingen dan uitkeringsgerechtigden, maar tegelijkertijd de positie van ouderen beschermen.
“Voortaan stijgen de uitkeringen, behalve de AOW en regelingen voor arbeidsongeschikten, mee met de inflatie in plaats van met de lonen.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma