De SGP benoemt "anti-antifa" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen afzonderlijk beleid gericht op antifascistische groepen of het tegengaan daarvan. Wel pleit de partij voor streng optreden tegen gewelddadige of intimiderende demonstraties, ongeacht de ideologische achtergrond, en voor het verbieden van organisaties en demonstraties die zich schuldig maken aan antisemitisme of terreurverheerlijking. De kern van hun visie is het waarborgen van orde, veiligheid en het beschermen van Joodse burgers, met een focus op het verbieden van extremistische uitingen en organisaties.
De SGP wil dat het demonstratierecht niet wordt misbruikt voor geweld, intimidatie of radicalisering, en pleit voor directe beëindiging en bestraffing van verboden of gewelddadige demonstraties. Dit geldt voor alle extremistische groepen, zonder specifieke verwijzing naar "antifa" of antifascistische bewegingen.
“Strafbare gedragingen, gepleegd onder het mom van demonstratierecht worden als strafbare gedragingen bestempeld en als zodanig gehandhaafd.”
“Het demonstratierecht mag nooit misbruikt worden voor radicalisering of opruiing.”
“De overheid moet streng optreden tegen blokkades van wegen, spoor en vitale infrastructuur. Onrechtmatige bezettingen worden direct beëindigd.”
De SGP wil organisaties en demonstraties die zich schuldig maken aan antisemitisme, terreurverheerlijking of het tonen van vlaggen van terroristische organisaties verbieden en ontbinden. Dit beleid is niet specifiek gericht op "antifa", maar op alle vormen van extremisme die de openbare orde of veiligheid bedreigen.
“Organisaties die zich schuldig maken aan antisemitisme volgens de IHRA-definitie worden verboden en ontbonden.”
“Demonstraties waarbij sprake is van antisemitische leuzen zoals ‘From the river to the sea…’ of waarbij vlaggen worden vertoond van terroristische of antisemitische organisaties worden verboden en ontbonden.”
“Het gebruik van vlaggen van terroristische organisaties wordt strafbaar. Demonstraties die deze vlaggen gebruiken worden verboden en ontbonden.”
De SP noemt "antifa" of "anti-antifa" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma. Wel spreekt de partij zich krachtig uit tegen fascisme, radicaalrechtse bewegingen en het criminaliseren van activisme, en benadrukt zij het belang van het beschermen van mensenrechten en het demonstratierecht. Concrete voorstellen richten zich op het bestrijden van fascisme en het waarborgen van vrijheid van meningsuiting en vreedzaam protest.
De SP ziet de opkomst van fascistische en radicaalrechtse bewegingen als een bedreiging voor mensenrechten en democratie, en pleit voor actieve bestrijding van deze stromingen. Dit standpunt adresseert het gevaar van extreemrechtse groepen en hun invloed, wat indirect raakt aan het "anti-antifa"-debat, omdat antifa-bewegingen zich juist tegen deze groepen keren.
“Radicaalrechtse en conservatieve groeperingen voeren een mondiale campagne tegen vrouwenrechten, seksuele rechten, de rechten van LHBTIQA+personen, de rechten van de werkende klasse en hun vertegenwoordigers. Nederland en Europa moeten zich vol inzetten voor de emancipatie van gemarginaliseerde groepen. De geldstromen binnen de antirechtenbeweging moeten worden blootgelegd en de organisaties die hierachter zitten moeten worden bestreden.”
“Fascisme moet bestreden worden. We zien op verschillende plekken in de wereld de opkomst van organisaties en bewegingen die fascistische kenmerken hebben.”
“Daarom laten we nooit toe dat deze ideologie, haar verschillende verschijningsvormen en organisaties opnieuw voet aan de grond krijgen.”
De SP verzet zich tegen het beperken van het demonstratierecht en tegen het selectief strafbaar stellen van leuzen, uitspraken of symbolen. Dit standpunt is relevant voor het "anti-antifa"-thema omdat het criminaliseren van antifascistische (of andere activistische) uitingen hiermee wordt afgewezen.
“Wij verzetten ons tegen meer wetten die op selectieve wijze leuzen, uitspraken of symbolen strafbaar stellen. Bestaande wetten voorzien al in bescherming tegen opruiing, haatzaaien en terrorisme. Dit soort voorstellen voegen niets wezenlijks toe, maar dreigen wel de vrijheid van meningsuiting en kritisch debat te beperken.”
“Overheden en politie moeten zich richten op het faciliteren en beschermen van vreedzame demonstraties, met zo min mogelijk beperkingen aan de voorkant.”
De SP stelt het bevorderen van mensenrechten en emancipatie van gemarginaliseerde groepen centraal, zowel nationaal als internationaal. Dit raakt aan het "anti-antifa"-thema doordat antifa-bewegingen vaak opkomen voor deze groepen en tegen onderdrukking strijden.
“Emancipatie en het bevorderen van mensenrechten moeten centraal staan in ons beleid, ook het buitenlandbeleid.”
JA21 noemt "antifa" of "anti-antifa" niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar spreekt zich wel uit tegen radicaal-linkse activisten, het verstoren van demonstraties en universiteiten, en het gebruik van geweld of intimidatie door activistische groepen. De partij pleit voor strengere handhaving tegen activistische verstoringen, een verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties, en het beschermen van vrijheid van meningsuiting voor iedereen.
JA21 ziet radicaal-linkse activisten en groepen als een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en het normale functioneren van universiteiten en openbare orde. De partij wil dat activistische verstoringen streng worden aangepakt, met nadruk op het beschermen van andersdenkenden en het verhalen van schade op daders.
“Het wantrouwen, opgezweept door met name radicaal-linkse politici en activisten, is volstrekt misplaatst...”
“De zogenoemde woke-beweging en organisaties als Extinction Rebellion bezondigen zich daar regelmatig aan, en bezetten en vernielen bijvoorbeeld snelwegen en universiteiten en maken bijeenkomsten van andersdenkenden feitelijk onmogelijk.”
“De docent moet zijn persoonlijke of maatschappelijke overtuigingen niet aan zijn studenten opdringen... tijdig ingrijpen wanneer actiegroepen het onderwijsproces verstoren door de onderwijsgebouwen binnen te dringen en vernielingen aan te richten én schade op de daders te verhalen.”
Om geweld en vernielingen tijdens demonstraties beter te kunnen aanpakken, wil JA21 een wettelijk verbod op gezichtsbedekking. Dit moet het makkelijker maken om daders te identificeren en aansprakelijk te stellen.
“Wettelijk verbod op gezichtsbedekking tijdens een demonstratie, zodat bij vernielingen de kosten op de daders verhaald kunnen worden.”
JA21 wil de Wet Openbare Manifestaties aanpassen zodat demonstraties ook kunnen worden verboden als ze de rechten en vrijheden van anderen inperken, niet alleen bij wanordelijkheden of gevaar voor de volksgezondheid.
“Rechten en vrijheden van anderen dienen als extra grond om demonstraties te kunnen verbieden in art. 2 van de de Wet Openbare Manifestaties te worden opgenomen.”
De VVD benoemt "anti-antifa" niet expliciet, maar neemt in haar verkiezingsprogramma duidelijk stelling tegen ordeverstorende en gewelddadige acties tijdens demonstraties, ongeacht de ideologische achtergrond. De partij wil het demonstratierecht beschermen door streng op te treden tegen relschoppers en organisaties die de rechtsstaat ondermijnen, met voorstellen als identificatie van ordeverstoorders, het strafbaar stellen van steun aan verboden organisaties, en het sneller kunnen verbieden van antirechtsstatelijke verenigingen. De kern van hun visie is dat vreedzaam demonstreren moet worden beschermd, maar dat misbruik van dit recht – door welke radicale groep dan ook – hard wordt aangepakt.
De VVD wil het onderscheid tussen vreedzaam demonstreren en ordeverstoring aanscherpen, met als doel het demonstratierecht te beschermen tegen misbruik door relschoppers, waaronder ook extreemlinkse groepen kunnen vallen. Dit beleid is niet specifiek gericht op "antifa", maar omvat alle groepen die de openbare orde verstoren.
“We maken een scherper onderscheid tussen (vreedzame) demonstraties en ordeverstorende acties. Om het demonstratierecht te beschermen moeten we relschoppers identificeren die het demonstratierecht misbruiken”
“Het betuigen van steun aan verboden organisaties, zoals in het openbaar onder het mom van het demonstratierecht met vlaggen van terroristische organisaties zwaaien, wordt strafbaar gesteld. Zowel offline als online.”
De VVD wil het juridisch makkelijker maken om organisaties die de rechtsstaat ondermijnen – ongeacht hun ideologie – te verbieden, naar Duits voorbeeld. Dit kan ook van toepassing zijn op extreemlinkse groepen als zij als antirechtsstatelijk worden aangemerkt.
“We introduceren een bestuurlijk verbod op ondermijnende organisaties en passen artikel 2:20 van het Burgerlijk Wetboek aan. Zo wordt het naar Duits voorbeeld sneller mogelijk een vereniging of organisatie zoals Samidoun, de PFLP en andere antirechtsstatelijke, anti-LHBTIQ+ en antisemitische organisaties te ontbinden en verboden te verklaren.”
De VVD wil strengere wetgeving tegen activisten die bedrijven, universiteiten of infrastructuur bezetten of blokkeren. Dit raakt direct aan de tactieken die soms door antifa-achtige groepen worden gebruikt, maar geldt voor alle activistische ordeverstoorders.
Het BBB-verkiezingsprogramma bevat geen expliciet standpunt of concrete beleidsvoorstellen over "anti-antifa" of het tegengaan van antifascistische groepen of acties. Wel benadrukt BBB het belang van orde en veiligheid bij demonstraties, met voorstellen om gezichtsbedekking te verbieden en schade te verhalen op organisatoren, maar noemt daarbij geen specifieke groepen zoals Antifa.
BBB wil het demonstratierecht beschermen, maar stelt duidelijke grenzen aan de orde en veiligheid. Het programma pleit voor een verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties en het verhalen van schade op organisatoren, zonder specifieke verwijzing naar "antifa" of antifascistische bewegingen. De focus ligt op het voorkomen van chaos en het waarborgen van de openbare orde, ongeacht de ideologische achtergrond van demonstranten.
“Demonstreren is ieders goed recht, maar je moet je houden aan de regels waarbij de openbare orde en veiligheid nooit in het geding mogen komen. Dit dient daadwerkelijk te worden gehandhaafd, ook met betrekking tot vervolgen en straffen.”
“We accepteren in het kader van handhaving geen bedekking van het gezicht bij demonstraties.”
“Het kan niet zo zijn dat demonstranten de boel kort en klein slaan en hier zomaar mee wegkomen, en we onderzoeken of de opruim en reinigingskosten kunnen worden verhaald op de organisatie van de demonstratie.”
“We gaan optreden tegen mensen die hun demonstratierecht gebruiken om de samenleving te ontwrichten.”
FVD benoemt "links-activistische ordeverstoorders" expliciet als probleem en pleit voor een harde aanpak van relschoppers, waaronder antifa-achtige groepen. Hun belangrijkste concrete voorstel is het arresteren van alle relschoppers bij ongeregeldheden, ongeacht politieke kleur, en het verhalen van kosten op de daders. De kern van hun visie is dat de overheid neutraal moet zijn en de openbare orde streng moet handhaven tegen activistische geweldplegers.
FVD ziet links-activistische groepen, waaronder antifa, als een bedreiging voor de openbare orde en wil dat deze net zo streng worden aangepakt als andere relschoppers. Ze pleiten voor directe arrestatie bij ongeregeldheden en het verhalen van kosten op de daders, om zo de samenleving te beschermen tegen activistische ontwrichting.
“We arresteren alle relschoppers bij ongeregeldheden zoals in Scheveningen, zodat de openbare orde direct wordt hersteld. Hetzelfde geldt voor (links)activistische ordeverstoorders zoals tijdens de blokkade van de A12.”
“We verhalen de schade en handhavingskosten op daders, zodat niet de belastingbetaler maar de veroorzaker betaalt.”
“We passen de wet zodanig aan dat we uitkeringen kunnen stoppen voor activisten die de samenleving bewust hinderen, zoals door het blokkeren van snelwegen, vernielingen, etc., zodat wie overlast veroorzaakt niet wordt beloond met belastinggeld.”
Volt noemt "anti-antifa" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en neemt geen concreet standpunt in over deze term of beweging. Wel benadrukt Volt het belang van het beschermen van het demonstratierecht, het tegengaan van criminalisering van demonstranten, en het waarborgen van mensenrechten en antidiscriminatie, ongeacht politieke kleur. Er zijn geen specifieke beleidsvoorstellen of uitspraken die direct ingaan op "anti-antifa" of gerelateerde groepen.
Volt vindt dat demonstreren een fundamenteel recht is en dat vreedzame demonstranten niet als criminelen behandeld mogen worden, ongeacht hun politieke achtergrond. Dit standpunt adresseert het risico op stigmatisering of repressie van groepen, waaronder mogelijk antifa of anti-antifa, maar noemt deze niet expliciet.
“We moeten demonstranten niet als criminelen behandelen.”
“We willen dat deelnemers van niet-aangemelde, vreedzame demonstraties niet worden aangehouden. Alleen wanneer wordt opgeroepen tot haat, belediging, geweld of wanorde kan een burgemeester of andere bestuurder beperkingen aan een demonstratie opleggen.”
“Het gebruik van gezichtsherkenning van demonstranten en het bijhouden van een demonstrantendatabase moet worden verboden. Vreedzame demonstratie is een fundamenteel recht, geen veiligheidsdreiging.”
BVNL noemt "anti-antifa" niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar uit enkele passages blijkt een duidelijke afwijzing van activistische organisaties die zich schuldig maken aan vandalisme of geweld, en een principiële tegenstand tegen het subsidiëren van dergelijke groepen. BVNL wil hogere straffen voor het beschadigen van standbeelden en het stopzetten van subsidies aan organisaties die zich hieraan schuldig maken, waarmee zij zich impliciet positioneren tegen extremistische activistische bewegingen, waaronder antifa-achtige groepen.
BVNL stelt dat organisaties die betrokken zijn bij het beschadigen of bekladden van standbeelden, monumenten of gedenktekens hun recht op subsidie verliezen en niet langer als gesprekspartner van de overheid worden gezien. Dit standpunt is gericht op het tegengaan van activistische groepen die via dergelijke acties hun punt willen maken, wat vaak wordt geassocieerd met antifa-achtige methoden.
“Op het beschadigen/bekladden van standbeelden, monumenten en/of gedenktekens komen hogere straffen. BVNL is principieel tegen het subsidiëren van belangen- en protestorganisaties. Organisaties die zich aan dit soort acties schuldig maken verliezen hun recht op subsidie en worden niet langer gezien als gesprekspartner van de overheid.”
Het CDA-verkiezingsprogramma bevat geen expliciet standpunt of concrete beleidsvoorstellen over "anti-antifa". Er wordt niet verwezen naar Antifa, anti-antifa, of gerelateerde bewegingen; het programma richt zich op bredere thema’s als extremismebestrijding, weerbaarheid van de rechtsstaat en het tegengaan van geweld van zowel rechts- als linksextremisme, zonder specifieke aandacht voor anti-antifa-initiatieven.
Het CDA benoemt in haar programma het bestrijden van extremisme en het beschermen van de rechtsstaat, maar noemt noch Antifa, noch anti-antifa, noch specifieke maatregelen tegen antifascistische groepen of bewegingen. Alle relevante fragmenten zijn algemeen geformuleerd en richten zich op extremisme in brede zin, zonder onderscheid te maken tussen verschillende groepen of stromingen.
“Samenleving en rechtsstaat moeten weerbaar zijn tegen excessen zoals rechts- en linksextremisme, ultraconservatisme, jihadistisch terrorisme en islamitisch extremisme en statelijke factoren zoals Rusland.”
De PVV neemt een uitgesproken standpunt in tegen Antifa en wil deze organisatie, samen met andere activistische groeperingen, als terreurorganisatie aanmerken en verbieden. Het belangrijkste concrete voorstel is het wettelijk verbieden van Antifa, waarmee de partij stelt de openbare orde en veiligheid te willen beschermen tegen wat zij als extremistische en gewelddadige groepen ziet.
De PVV beschouwt Antifa als een bedreiging voor de openbare orde en wil deze organisatie wettelijk verbieden door haar als terreurorganisatie aan te merken. Dit voorstel wordt gemotiveerd door de wens om harde actie te ondernemen tegen groepen die volgens de PVV betrokken zijn bij gewelddadige of ontwrichtende acties, vergelijkbaar met andere extremistische groeperingen.
“Extinction Rebellion, Antifa en pro-Hamasgroepen als terreurorganisaties aanmerken en verbieden”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma