De Partij voor de Dieren noemt Amsterdam niet expliciet in haar verkiezingsprogramma, maar doet wel concrete voorstellen die grote impact hebben op de stad, met name op het gebied van luchtvaart en internationale treinverbindingen. De partij pleit voor een forse krimp van Schiphol en het sluiten van regionale luchthavens, wat direct gevolgen heeft voor de bereikbaarheid en leefomgeving van Amsterdam. Daarnaast zet de PvdD in op betere internationale treinverbindingen als alternatief voor korte vluchten van en naar Amsterdam.
De PvdD wil de omvang van Schiphol halveren en regionale luchthavens sluiten, wat de luchtvaart rondom Amsterdam drastisch zou verminderen. Dit is bedoeld om de klimaatdoelen te halen, de leefomgeving te verbeteren en de veiligheid te vergroten, met directe gevolgen voor de economie en mobiliteit in Amsterdam.
“Schiphol halveert. Lelystad Airport en vliegveld Twente gaan niet open voor commerciële vluchten. Eindhoven Airport, Maastricht Aachen Airport, Groningen Airport Eelde en Rotterdam The Hague Airport sluiten. Hier ontstaat ruimte voor woningen en natuur.”
“De luchtvaart krijgt een omvang die past binnen de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid. Nederland kiest voor de noodzakelijke krimp van de luchtvaart.”
De partij wil investeren in betere en goedkopere internationale treinverbindingen, zodat reizen van en naar Amsterdam per trein aantrekkelijker wordt dan vliegen. Dit moet korte vluchten overbodig maken en de stad beter verbinden met andere Europese hoofdsteden.
“Om goed op het Europese treinnetwerk aangesloten te zijn investeert Nederland in frequente internationale verbindingen naar Hamburg/Kopenhagen (noordoost), Berlijn/Praag (oost), München (zuidoost), Parijs (zuid) en Londen (west).”
“Er komt een verbod op korte vluchten tot 750 kilometer waar de trein een goed alternatief is.”
Volt ziet Amsterdam vooral als een belangrijke internationale en innovatieve hub binnen Nederland en Europa. Hun concrete voorstellen richten zich op het verbeteren van internationale treinverbindingen, het stimuleren van digitale inclusie via initiatieven zoals cyberbanken, en het versterken van het biotech-ecosysteem rond Amsterdam Science Park. De kern van hun visie is om Amsterdam te verbinden met Europa en te benutten als motor voor innovatie, bereikbaarheid en samenwerking.
Volt wil Amsterdam beter verbinden met andere Europese steden via snelle, duurzame treinverbindingen. Dit moet de internationale bereikbaarheid vergroten en duurzaam reizen stimuleren, waarbij Amsterdam een centrale rol speelt als knooppunt.
“We versterken daarom bestaande spoorlijnen tussen veelgebruikte routes zoals Den Haag-Frankfurt, Rotterdam-Berlijn en Amsterdam-Londen.”
“We realiseren zo snel mogelijk de spoorlijn Amsterdam - Groningen - Bremen. Die is goedgekeurd door de EU binnen het uitgebreide Trans-European Transport Network (TEN-T). Hiervoor zijn Europese subsidies beschikbaar. Deze spoorlijn is een verlenging van de HSL Brussel - Amsterdam en vervangt daarbij het Lelylijnproject en het Wunderlineproject.”
Volt wil de digitale kloof verkleinen door de beschikbaarheid van digitale middelen te vergroten, onder andere via cyberbanken in Amsterdam. Dit moet ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot essentiële digitale diensten.
“De beschikbaarheid van digitale middelen als laptops, computers en smartphones moet omhoog. Bijvoorbeeld via onderwijsinstellingen of het instellen van zogenaamde cyberbanken (zoals in Amsterdam).”
Volt ziet het Amsterdam Science Park als een belangrijke hub voor biotech en lifesciences en wil deze positie verder versterken door samenwerking tussen universiteiten, bedrijven en start-ups te stimuleren.
“We versterken bestaande hubs zoals Amsterdam Science Park, Leiden Bio Science Park en Pivot Park in Oss.”
FVD noemt Amsterdam slechts op enkele punten concreet in haar verkiezingsprogramma, vooral in relatie tot cultuurhistorisch erfgoed en infrastructuur. Het belangrijkste voorstel betreft de herbouw van het Paleis voor de Volksvlijt als nationaal symbool in het hart van Amsterdam. Daarnaast wordt de aanleg van de A3 tussen Amsterdam en Rotterdam genoemd als infrastructuurproject dat opnieuw onderzocht moet worden.
FVD wil het verloren gegane Paleis voor de Volksvlijt herbouwen als nationaal symbool van trots en culturele grandeur in het centrum van Amsterdam. Hiermee beoogt de partij de nationale identiteit te versterken en het culturele erfgoed van de hoofdstad te herstellen.
“We bouwen een nieuw Paleis voor de Volksvlijt, zodat er een nationaal symbool van trots en culturele grandeur terugkeert in het hart van onze hoofdstad.”
“Nieuwe (semi-)overheidsgebouwen moeten zó mooi zijn dat iedere Nederlander er trots op kan zijn – en een herbouw van het verloren gegane Paleis voor de Volksvlijt in Amsterdam zouden wij graag faciliteren.”
FVD wil een hernieuwd onderzoek naar de aanleg van de A3-snelweg tussen Amsterdam en Rotterdam om de bereikbaarheid en doorstroming tussen deze steden te verbeteren. Dit voorstel richt zich op het oplossen van mobiliteitsproblemen en het versterken van de infrastructuur in de Randstad.
“We willen een hernieuwd onderzoek naar de aanleg van de A3 tussen Amsterdam en Rotterdam, zodat duidelijk wordt of deze belangrijke snelweg alsnog gerealiseerd kan worden om de bereikbaarheid en doorstroming te verbeteren.”
De SGP noemt Amsterdam slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma, vooral in de context van drugsbeleid en havens. Het standpunt richt zich op strengere controle op drugs in Amsterdam en het beëindigen van het 'wietwalhalla'-imago, met concrete voorstellen voor handhaving en toezicht. Verder worden geen specifieke Amsterdamse thema’s of stedelijke beleidsmaatregelen genoemd.
De SGP wil de drugsproblematiek in Amsterdam aanpakken door strengere controle in havens en het beëindigen van het gedoogbeleid rond softdrugs. Dit is onderdeel van een bredere inzet tegen drugscriminaliteit en het beschermen van jongeren tegen de schadelijke effecten van drugs, waarbij Amsterdam expliciet als aandachtsgebied wordt genoemd.
De SGP benadrukt dat basisvoorzieningen zoals zorg en onderwijs voor iedere burger even belangrijk zijn, ongeacht of men in Amsterdam of elders woont. Dit standpunt is vooral bedoeld om te onderstrepen dat beleid niet alleen op de Randstad gericht moet zijn, maar ook buitengebieden voldoende aandacht moeten krijgen.
“Voor elke burger zijn basale voorzieningen zoals zorg en onderwijs echter van even groot belang, of je nu in Amsterdam, Arnemuiden of Alteveer woont.”
BBB noemt Amsterdam slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma en heeft geen specifiek beleid of concrete voorstellen die exclusief op Amsterdam gericht zijn. De partij benadrukt vooral dat ook stedelingen, waaronder inwoners van Amsterdam, zich gehoord moeten voelen en dat beleid niet alleen op het platteland gericht mag zijn. BBB positioneert zich als een partij voor zowel stad als platteland, zonder onderscheidende of diepgaande beleidsmaatregelen specifiek voor Amsterdam.
BBB wil dat ook inwoners van grote steden zoals Amsterdam zich gehoord voelen, omdat zij zich – net als plattelandsbewoners – vaak niet vertegenwoordigd achten door het huidige beleid. De partij ziet het als haar taak om ook voor deze stedelingen op te komen en hun behoeften te erkennen.
“Ook in de stad verdienen mensen het om gehoord te worden. In de wijken van bijvoorbeeld Amsterdam, Utrecht, Tilburg en Almere wonen burgers die zich evenzeer niet gehoord voelen.”
“BBB wil ook voor hén een stem zijn. Want Nederland is stad én platteland. En alleen als we luisteren naar beiden, kunnen we bouwen aan een samenleving die werkt voor iedereen.”
NSC noemt Amsterdam in haar verkiezingsprogramma uitsluitend in de context van (internationale) spoorverbindingen en mobiliteit. Het belangrijkste concrete voorstel is het verbeteren van de internationale treinverbindingen vanaf Amsterdam/Schiphol, met als doel het aantal korte afstandsvluchten te verminderen en de bereikbaarheid van de stad te vergroten. Verder zijn er geen specifieke standpunten of beleidsmaatregelen die direct op Amsterdam als stad of regio gericht zijn.
NSC wil de internationale bereikbaarheid van Amsterdam/Schiphol versterken door te investeren in een Europees HSL-treinnetwerk. Dit moet het aantal korte afstandsvluchten verminderen en de verbinding met grote Europese steden verbeteren. De focus ligt op duurzame mobiliteit en het aantrekkelijker maken van internationale treinreizen vanuit Amsterdam.
“Vanaf Amsterdam/Schiphol lopen er lijnen naar het buitenland via Breda, Zwolle/Hengelo, Arnhem en Groningen. Maar ook grenssteden moeten beter worden aangesloten op het (Duits/Belgische) HSL-netwerk.”
“We zetten in op een betaalbaar en toegankelijk Europees HSL-treinnetwerk. Hierdoor ontstaat een betere verbinding met de grote steden in Europa en dringen we het aantal korte afstandsvluchten tot 750 km vanaf Schiphol terug.”
De PVV noemt Amsterdam in haar verkiezingsprogramma vooral in de context van immigratie en Schiphol. De partij benadrukt dat in Amsterdam de allochtone bevolking in de meerderheid is en koppelt dit aan haar pleidooi voor een totale asielstop. Daarnaast spreekt de PVV haar trots uit over Amsterdam Airport Schiphol en wil zij groei van de luchthaven mogelijk maken.
De PVV gebruikt Amsterdam als voorbeeld van een grote stad waar de allochtone bevolking al in de meerderheid is, wat volgens de partij problematisch is. Dit wordt aangevoerd als argument voor een totale asielstop en streng immigratiebeleid.
“In grote steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam is de allochtone bevolking al in de meerderheid.”
De PVV is trots op Amsterdam Airport Schiphol en ziet de luchthaven als essentieel voor de economie en internationale positie van Nederland. De partij wil daarom ruimte bieden voor verdere groei van Schiphol.
“Wij zijn trots op Amsterdam Airport Schiphol, één van de grootste luchthavens van Europa én de wereld – van groot belang voor ons vestigingsklimaat, onze economie en onze internationale handelspositie. Van de PVV mag Schiphol groeien.”
De VVD uit in haar verkiezingsprogramma kritiek op de concentratie van landelijke cultuurgelden in Amsterdam en pleit voor een eerlijkere, regionale spreiding van deze middelen. Verder wordt Amsterdam slechts incidenteel genoemd, bijvoorbeeld als voorbeeld van maatschappelijke problemen, maar zonder concrete beleidsvoorstellen specifiek voor de stad. Het enige duidelijke standpunt betreft het verminderen van de dominantie van Amsterdam bij de verdeling van cultuurgelden.
De VVD vindt dat te veel landelijke cultuurgelden naar Amsterdam gaan en wil deze middelen eerlijker over het land spreiden. Dit moet de culturele sector in andere steden en regio’s versterken en zorgen voor meer regionale diversiteit in het cultuuraanbod.
“Een groot deel van de landelijke cultuurgelden wordt enkel in Amsterdam ingezet, en dus veel minder in andere steden en provincies. We houden rekening met regionale spreiding in de verdeling van cultuurgelden.”
De VVD signaleert dat in Amsterdam de tolerantie onder druk staat, maar koppelt hier geen specifiek beleid aan. Het wordt vooral als illustratie gebruikt van bredere maatschappelijke problemen.
“In Amsterdam accepteert minder dan de helft van de jongeren LHBTIQ+’ers.”
BIJ1 noemt Amsterdam uitsluitend in de context van openbaar vervoer en infrastructuur, waarbij de partij zich uitspreekt tegen bezuinigingen op het OV in de regio Amsterdam en pleit voor investeringen in bereikbaarheid. Er zijn geen andere concrete of onderscheidende standpunten specifiek over Amsterdam in het verkiezingsprogramma.
BIJ1 wil dat alle bezuinigingen op het openbaar vervoer in de regio Amsterdam direct worden teruggedraaid, met als doel een beter bereikbaar, betrouwbaar en gratis OV. Dit standpunt adresseert de bereikbaarheid en leefbaarheid van Amsterdam en haar regio, en benadrukt het belang van investeren in OV-infrastructuur, ook buiten de Randstad.
“Alle bezuinigingen op het ov draaien we direct terug. Zoals die van Vervoerregio Amsterdam, Vervoerregio Den Haag-Rotterdam en buiten de Randstad.”
BVNL noemt Amsterdam slechts in de context van landelijke infrastructuur en bereikbaarheid, met als belangrijkste voorstel de aanleg van de A3 tussen Amsterdam en Rotterdam. Er zijn geen specifieke standpunten of beleidsmaatregelen die direct gericht zijn op de stad Amsterdam zelf; de partij benadert Amsterdam vooral als onderdeel van nationale verbindingen en economische infrastructuur.
BVNL wil de bereikbaarheid tussen Amsterdam en Rotterdam verbeteren door de aanleg van de A3. Dit voorstel is bedoeld om de infrastructuur te versterken en files te verminderen, waarmee Amsterdam als economisch knooppunt beter verbonden wordt met de rest van het land.
“De A3 tussen Amsterdam en Rotterdam aanleggen.”
De ChristenUnie noemt Amsterdam slechts één keer in haar verkiezingsprogramma, en dan uitsluitend als voorbeeld van een wijk waar het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) effect heeft. Er zijn geen specifieke, op Amsterdam gerichte beleidsvoorstellen of visies; Amsterdam wordt alleen genoemd in de context van landelijke stedelijke problematiek. De partij richt zich vooral op het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in kwetsbare wijken, waaronder Amsterdam Zuid-Oost.
De ChristenUnie ziet het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in kwetsbare wijken als een landelijke prioriteit, waarbij Amsterdam Zuid-Oost expliciet als voorbeeld wordt genoemd. Het NPLV wordt voortgezet en uitgebreid, met als doel verouderde wijken te vernieuwen, sociale samenhang te bevorderen en kansen voor jongeren te vergroten. Amsterdam wordt hier niet als unieke casus behandeld, maar als onderdeel van een bredere stedelijke aanpak.
“We zien dat dit programma effect heeft in wijken als Amsterdam Zuid-Oost, Delft-West en Dordrecht-West. We breiden dit programma uit naar regio’s die nu nog buiten de boot vallen...”
D66 noemt Amsterdam slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma en doet geen specifieke beleidsvoorstellen die exclusief op de stad gericht zijn. De enige concrete vermelding betreft het Slavernijmuseum in Amsterdam, dat D66 structureel wil ondersteunen als onderdeel van nationaal museaal beleid. Verder wordt Amsterdam alleen genoemd als geografisch referentiepunt zonder beleidsmatige uitwerking.
D66 erkent het belang van het Slavernijmuseum in Amsterdam als onderdeel van het nationale erfgoed en wil structurele steun bieden aan musea die de veelzijdige geschiedenis van Nederland zichtbaar maken. Dit past binnen hun bredere visie op inclusie, het levend houden van geschiedenis en het versterken van culturele instellingen.
“D66 wil een nationaal museaal beleid: structurele steun voor musea die de veelzijdige geschiedenis en cultuur van Nederland zichtbaar maken. Zoals het Slavernijmuseum in Amsterdam, het Eise Eisinga Planetarium in Franeker, het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en het Museum Prinsenhof in Delft.”
GroenLinks-PvdA noemt Amsterdam slechts zijdelings in haar verkiezingsprogramma, vooral in de context van grootschalige woningbouw en regionale ontwikkeling. Het belangrijkste concrete voorstel is het onderzoeken van grootschalige woningbouw of zelfs nieuwe steden tussen Almere en Amsterdam, als onderdeel van het aanpakken van de woningnood. Specifiek beleid gericht op de stad Amsterdam zelf ontbreekt verder.
GroenLinks-PvdA ziet kansen voor het bouwen van veel nieuwe woningen of zelfs het ontwikkelen van nieuwe steden in het gebied tussen Almere en Amsterdam, als onderdeel van de oplossing voor de nationale woningnood. Dit voorstel wordt gepresenteerd als een van de grote ruimtelijke keuzes om het tekort aan woningen aan te pakken, waarbij Amsterdam als geografisch referentiepunt wordt genoemd.
“grootschalige woningbouw of nieuwe steden in de Brabantse stedenrij, bij Brainport Eindhoven en tussen Almere en Amsterdam.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma