JA21 verzet zich tegen de invloed van internationale en Europese klimaat- en duurzaamheidsagenda’s zoals Agenda 2030, en pleit voor een nuchtere, nationale koers gericht op betaalbaarheid, betrouwbaarheid en technologische innovatie. De partij wijst ideologisch gedreven klimaatdoelen en nationale koppen op Europese regelgeving af, en wil duurzaamheid alleen ondersteunen als het economisch rendeert. Kernenergie, behoud van fossiele infrastructuur en het schrappen van nationale klimaatheffingen zijn centrale voorstellen.
JA21 ziet internationale klimaatdoelstellingen, waaronder Agenda 2030, als onrealistisch en schadelijk voor de Nederlandse economie en samenleving. De partij wil af van symboolpolitiek en kiest voor een pragmatische, nationale aanpak waarbij betaalbaarheid en betrouwbaarheid centraal staan. JA21 verzet zich tegen het opleggen van extra nationale regels bovenop Europese afspraken.
“De huidige klimaatdoelstellingen zijn vaak onrealistisch en leveren twijfelachtig resultaat op. JA21 kiest daarom voor een nuchtere en realistische koers. In plaats van eenzijdig te proberen het wereldwijde klimaat te sturen, zetten wij in op klimaatadaptatie: het versterken van onze samenleving, infrastructuur en economie tegen de gevolgen van klimaatverandering.”
“Een gelijk speelveld voor onze energiesector door regelgeving gelijk te trekken met omringende landen zoals Duitsland en België. Bovenop Europese regels introduceren we geen nationale klimaatheffingen of andere klimaatregelgeving.”
“Duurzaamheid alleen ondersteunen als het rendeert.”
“Het ideologisch gedreven energiebeleid raakt Nederlandse gezinnen en bedrijven flink in de portemonnee.”
JA21 kiest expliciet voor kernenergie als speerpunt van het energiebeleid en wil de bestaande fossiele infrastructuur behouden. De partij ziet kernenergie als oplossing voor netcongestie en als betaalbaar en betrouwbaar alternatief voor de energietransitie, in tegenstelling tot de doelen van Agenda 2030.
“Onze betrouwbare fossiele infrastructuur behouden: kolen- en aardgascentrales niet sluiten.”
“Onze energiesector beschermen door in te zetten op betaalbare en betrouwbare kernenergie.”
“Ten minste 20 Gigawatt aan nieuwe kerncentrales realiseren in de komende 25 jaar.”
“Zo snel mogelijk beginnen met de gefaseerde bouw van vier kerncentrales.”
“Meerdere SMR’s (kleine kerncentrales) laten produceren in Nederland vóór 2035.”
JA21 is tegen het gebruik van belastingen of regelgeving als pressiemiddel om burgers tot een duurzamere levensstijl te dwingen, zoals beoogd in Agenda 2030. De partij wil betaalbaarheid centraal stellen en burgers niet financieel straffen voor hun energiegebruik.
BBB verwerpt de kernpunten van de internationale Agenda 2030 en aanverwant klimaatbeleid, en kiest voor een nuchter, nationaal gericht beleid dat betaalbaarheid, haalbaarheid en draagvlak centraal stelt. De partij wil geen extra nationale klimaatdoelen bovenop EU-afspraken, draait de sluiting van kolencentrales per 2030 terug, en stopt met nationale koppen op Europees klimaatbeleid. BBB pleit voor het beëindigen van subsidies en regelgeving die voortkomen uit internationale klimaatambities, en wil alleen verduurzamen als het bewezen, effectief en betaalbaar is.
BBB verzet zich tegen de uitvoering van internationale klimaatdoelen zoals vastgelegd in Agenda 2030, en wil nationale autonomie behouden door geen extra verplichtingen op te leggen en bestaande maatregelen terug te draaien. De partij vindt het huidige beleid te ideologisch en te belastend voor burgers en bedrijven, en kiest voor een realistische benadering waarbij alleen bewezen, betaalbare en effectieve maatregelen worden genomen.
“De sluiting van kolencentrales per 2030 wordt ingetrokken zolang elders in Europa minder efficiënte centrales draaien.”
“Geen juridisch vastgelegde CO2-vrije elektriciteit in 2035. De doelstelling om in 2035 uitsluitend CO2 vrije elektriciteit op te wekken wordt niet wettelijk vastgelegd.”
“Geen nieuwe natuurdoelen. Vernieuwde natuurdoelen worden vastgesteld op basis van wat verplicht is in het kader van de EUrichtlijnen. Geen extra nationale doelen bovenop de EUdoelen en richtlijnen.”
“Het afschaffen van nationale koppen op Europees klimaatbeleid (zoals extra CO₂heffing).”
BBB wil stoppen met subsidies en nationale regelgeving die voortkomen uit internationale klimaatambities, omdat deze volgens de partij leiden tot hoge kosten, onuitvoerbaarheid en verlies van concurrentiekracht. BBB kiest voor een technologie-neutrale aanpak en wil innovatie stimuleren zonder afhankelijkheid van subsidies.
“Stoppen met de SDE++-subsidies vanaf 2026. De subsidieregeling SDE++ kost miljarden per jaar en leidt tot dure megaprojecten op zee, op land en in landbouwgebied.”
“Stoppen met extra CO2-heffing voor industrie. De Nederlandse industrie staat onder grote druk door oplopende kosten, internationale concurrentie en een onzeker investeringsklimaat. BBB wil de extra nationale CO2 heffing voor de industrie daarom terugdraaien.”
“BBB wil een rem op de verstikkende en onuitvoerbare EU richtlijnen ten aanzien van verduurzaming (zoals bijhouden van CO2 administratie en plastic tax) en andere regelgeving.”
BBB vindt dat klimaatbeleid niet ideologisch of symbolisch moet zijn, maar gebaseerd op haalbaarheid, draagvlak en effectiviteit. De partij benadrukt dat klimaatverandering deels natuurlijk is en dat maatregelen alleen genomen moeten worden als ze bewezen effectief en betaalbaar zijn.
“Klimaatbeleid moet geen religie worden, maar een nuchtere beleidsopgave waarin haalbaarheid, draagvlak en de balans met andere publieke doelen voorop staan.”
“Niet omdat we de wereld willen redden met symbolische maatregelen, maar omdat we onze leefomgeving, economie en voedselzekerheid willen beschermen. Nuchter. Haalbaar. Eerlijk.”
De PVV verwerpt de uitgangspunten van Agenda 2030 en het bijbehorende klimaat- en duurzaamheidsbeleid volledig. De partij wil alle nationale en internationale klimaatdoelen, wetten en subsidies schrappen, en kiest expliciet voor het stopzetten van de energietransitie en het verlaten van internationale klimaatafspraken. De focus ligt op betaalbare energie, behoud van fossiele brandstoffen en het afschaffen van verplichtingen rond duurzaamheid.
De PVV ziet de klimaatdoelen en internationale afspraken zoals het VN-Klimaatakkoord van Parijs als onhaalbaar, onbetaalbaar en ineffectief voor Nederland. De partij wil zich volledig terugtrekken uit deze akkoorden en alle bijbehorende nationale wetgeving en subsidies schrappen, waarmee ze zich expliciet afzet tegen de kern van Agenda 2030.
De PVV wil geen verdere energietransitie richting duurzame energiebronnen en verzet zich tegen alle vormen van verplichte verduurzaming, zoals windturbines, zonneparken, warmtepompen en nieuwe duurzaamheidseisen. De partij kiest voor behoud en uitbreiding van fossiele energie en kernenergie, en wil geen enkele nieuwe verplichting of subsidie die voortkomt uit Agenda 2030.
“We stoppen met de energietransitie en gaan netcongestie oplossen: geen windturbines, geen zonneparken of andere weersafhankelijke wiebelstroom.”
“Geen enkele nieuwe windturbine er meer bij; geen nieuwe zonneparken”
“Geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas af”
“We stoppen met het eindeloze geneuzel over duurzaam en circulair bouwen. Er komen geen verplichte warmtepomp en geen nieuwe duurzaamheidseisen; we gaan ook niet verplicht van het gas af.”
De PVV verzet zich tegen overheidsbemoeienis en campagnes die gedragsverandering rondom duurzaamheid en klimaat stimuleren, zoals voorgeschreven door Agenda 2030. De partij noemt dit betutteling en wil alle dergelijke initiatieven stoppen.
“Ook stoppen we met alle betutteling van de overheid, zoals de klimaatcampagne Zet ook de knop om: 'gebruik een herbruikbaar tasje, gebruik wasbare luiers, eet vaker vega(n), maak je eigen compost, douche korter' – de lijst met belachelijke tips is eindeloos.”
“Geen klimaatcampagnes van de overheid, zoals Zet ook de knop om”
BVNL verwerpt de Agenda 2030-doelstellingen en aanverwant internationaal klimaat- en duurzaamheidsbeleid, zoals de Europese Green Deal en het Klimaatakkoord. De partij pleit voor nationale soevereiniteit, het stopzetten van internationale verplichtingen en het beëindigen van wat zij zien als zinloos en schadelijk klimaatbeleid. BVNL wil dat Nederland zijn eigen koers vaart op het gebied van energie, landbouw en milieu, zonder inmenging van supranationale organisaties.
BVNL ziet Agenda 2030 en vergelijkbare internationale akkoorden als bedreigingen voor de Nederlandse soevereiniteit en economie. De partij wil alle verplichtingen uit deze akkoorden beëindigen en pleit voor een eigen, nationaal beleid gebaseerd op technisch en financieel rendement in plaats van ideologie.
“De Europese Green Deal en het Klimaatakkoord zeggen we op, waaronder begrepen het CO2 handelssysteem ETS. Nederland zet in op innovatie en technisch verstandige oplossingen die bijdragen aan een goed milieu.”
“Nederland doet niet meer mee aan de Green Deal. De Green Deal is een gevaarlijke ideologie die slechts leidt tot voedseltekorten, armoede, afhankelijkheid en werkeloosheid.”
“Voor zover nodig zullen we de EU melden dat we voortaan weer onze eigen koers varen op het gebied van landbouw en visserij. Desnoods zetten we ons vetorecht in.”
BVNL verzet zich tegen supranationale organisaties en internationale afspraken die volgens hen de Nederlandse democratie en autonomie ondermijnen. De partij wil dat Nederland niet langer gebonden is aan internationale agenda’s zoals Agenda 2030 en dat de macht terugkeert naar lokale en nationale niveaus.
“Nederland verdient beter... Nederland wordt op zoveel mogelijk gebieden weer soeverein.”
“Mogen geen lid meer zijn van politieke, ondemocratische supranationale organisaties, zoals het World Economic Forum (WEF). Nederland geeft ook geen geld meer aan dit soort organisaties.”
“Dit is geen revolutie – dit is een terugkeer naar wat werkt. Een terugkeer naar gezond verstand en constructief beleid. Een terugkeer naar een realistisch, vrij en verantwoordelijk Nederland.”
D66 verbindt haar visie voor 2030 aan ambitieuze klimaatdoelen en een economie die binnen de grenzen van de planeet opereert. De partij wil in 2030 minstens 55% minder broeikasgasuitstoot realiseren, in lijn met de Klimaatwet, en streeft naar klimaatneutraliteit in 2040. D66 zet in op een versnelde energietransitie, verduurzaming van mobiliteit en industrie, en het versterken van internationale klimaatcoalities.
D66 kiest voor een scherpe reductie van broeikasgasuitstoot en wil Nederland terug op koers brengen voor de klimaatdoelen van 2030, met een focus op duurzame energie, het afbouwen van fossiele subsidies en het stimuleren van groene innovatie. Dit is direct gekoppeld aan de internationale Agenda 2030-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.
“D66 brengt Nederland terug op koers voor de klimaatdoelen van 2030, 2040 en 2050. In 2030 is er 55% minder uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de door minister Jetten ingevoerde Klimaatwet.”
“De economie van de toekomst ligt binnen handbereik. Hoe meer mensen kiezen voor duurzame producten en diensten, hoe groter de kansen voor ondernemers om daarop in te spelen en hun ontstaan in de isolatie van huizen, bouw van windmolens en groene industrie.”
D66 erkent dat de meeste uitstootreductie buiten Europa te behalen valt en koppelt handels- en samenwerkingsafspraken aan CO2-reductie, waarmee de partij inzet op internationale samenwerking als essentieel onderdeel van de Agenda 2030.
“We bouwen mondiale klimaatcoalities. De meeste uitstootreductie valt buiten Europa te behalen. Daarom koppelen we handels- en samenwerkingsafspraken aan CO2-reductie in die”
D66 wil de mobiliteit verduurzamen door onder andere rekeningrijden in te voeren, elektrische auto’s te stimuleren en emissievrije zones te realiseren, als onderdeel van de bredere duurzaamheidsdoelen voor 2030.
“D66 wil de automobiliteit verduurzamen en zo de uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof terugdringen. We maken autorijden eerlijker door rekeningrijden in te voeren: niet langer het bezit maar het gebruik van de auto wordt belast.”
“We stimuleren betaalbare elektrische auto’s met subsidies en belastingvoordelen.”
D66 wil bij het inrichten van Nederland het principe ‘water en bodem sturend’ hanteren, zodat ruimtelijke keuzes bijdragen aan klimaatadaptatie en natuurbehoud richting 2030.
“Om te bepalen wat we waar doen, hanteren we het principe van ‘water en bodem sturend’. Dat betekent bijvoorbeeld dat we bouwen op hogere grond als er overstromingsgevaar is. En dat we niet meer vee houden dan de natuurlijke omgeving aankan.”
FVD verwerpt Agenda 2030 en de Sustainable Development Goals (SDG’s) als leidraad voor Nederlands beleid en pleit voor het volledig loslaten van internationale duurzaamheids- en klimaatdoelen. De partij wil nationale soevereiniteit herstellen door internationale afspraken en verdragen ondergeschikt te maken aan de Nederlandse wet, en alle vormen van duurzaamheids- en klimaatbeleid schrappen.
FVD verzet zich expliciet tegen het gebruik van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en Agenda 2030 als basis voor beleid, omdat dit volgens de partij nationale belangen en democratische keuzes ondermijnt. In plaats daarvan wil FVD dat beleid uitsluitend wordt gebaseerd op nationale prioriteiten.
“We maken de Sustainable Development Goals (SDG’s) niet langer leidend voor het beleid van Rijksoverheid en lagere overheden, zodat ons beleid weer wordt gebaseerd op nationale belangen en democratische keuzes in plaats van op internationale agenda’s.”
FVD koppelt Agenda 2030 direct aan klimaat- en duurzaamheidsbeleid en wil alle daaraan gerelateerde verplichtingen en doelstellingen schrappen. De partij ziet deze internationale agenda’s als onbetaalbaar, ineffectief en schadelijk voor de Nederlandse economie en soevereiniteit.
“We trekken de klimaatwet in, zeggen het klimaatverdrag van Parijs op en stoppen zodoende volledig met alle vormen van ‘duurzaamheidsbeleid’.”
“We stoppen volledig met de energietransitie, zodat ons land niet langer wordt opgezadeld met onbetaalbaar en zinloos klimaatbeleid.”
“We werken in Europees verband aan het afschaffen van de Green Deal; en tot die tijd negeert Nederland de daarin vervatte regels en beperkingen - inclusief het CO2-handelssysteem (ETS).”
FVD wil de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken stellen, zodat internationale agenda’s zoals Agenda 2030 geen directe invloed meer hebben op nationaal beleid. Dit moet de democratische controle en nationale soevereiniteit versterken.
“We schrappen de artikelen 93 en 94 van onze Grondwet zodat de Nederlandse wet altijd boven internationale verdragen en afspraken komt te staan.”
“Internationale verdragen worden hierdoor pas geldig nadat ze door het Nederlandse parlement zijn omgezet in een nationale wet. Zo kunnen ze later ook democratisch worden gewijzigd of ingetrokken.”
De Partij voor de Dieren (PvdD) ziet "Agenda 2030" vooral als een internationale duurzaamheidsdoelstelling, maar kiest voor een eigen, ambitieuzer pad met concrete doelen voor 2030 op het gebied van klimaat, circulaire economie en duurzame mobiliteit. De partij pleit voor bindende, nationale en Europese afspraken die verder gaan dan de internationale Agenda 2030, met nadruk op ecologische grenzen, dierenwelzijn en het uitbannen van greenwashing. PvdD wil dat Nederland en de EU uiterlijk in 2030 volledig duurzaam inkopen, de woningvoorraad energieneutraal maken en de economie minstens 50% circulair laten zijn.
PvdD wil dat overheden uiterlijk in 2030 volledig duurzaam inkopen volgens strenge OESO-richtlijnen, om greenwashing en te grote invloed van bedrijven tegen te gaan. Dit moet publieke belangen, dierenwelzijn en ecologische grenzen centraal stellen en multinationals minder macht geven in beleid.
“Ook de EU koopt uiterlijk in 2030 volledig duurzaam in en volgt de OESO-richtlijnen.”
“Nederland neemt een kritische houding aan tegenover publiek-private partnerschappen (PPP) in internationale verdragen. Onder het mom van zelfregulering krijgen bedrijven daarin te veel invloed op beleid, vaak ten koste van mens, dier en planeet.”
De partij stelt een harde deadline: in 2030 moet de gehele woningvoorraad energieneutraal zijn, met zonnepanelen als norm en circulaire, gasvrije nieuwbouw. Dit draagt bij aan de klimaatdoelen en het terugdringen van energiearmoede.
PvdD wil dat de mobiliteit in Nederland in 2030 volledig duurzaam is, vooral gebaseerd op elektriciteit en deels op groene waterstof voor sectoren waar elektrificatie lastig is. Dit betekent een verbod op grote vervuilers zoals privévliegtuigen en een sterke focus op voetgangers en fietsers.
“In 2030 is de mobiliteit volledig duurzaam. Dat gebeurt vooral op basis van elektriciteit en voor een klein deel op groene waterstof in de sectoren die nauwelijks kunnen verduurzamen via elektrificatie (internationaal vaar- en vliegverkeer).”
De partij streeft naar een economie die in 2030 minimaal 50% circulair is, met nadruk op hergebruik, reparatie en het terugdringen van grondstoffengebruik. Dit wordt ondersteund door onderwijs en strengere eisen aan productontwerp.
“Nederland werkt zo snel mogelijk toe naar een volledig circulaire economie en is in 2030 minimaal 50% circulair.”
Volt wil de klimaatdoelen van de EU voor 2030 versnellen en aanscherpen, met als doel Nederland en de EU uiterlijk in 2040 volledig klimaatneutraal te maken. Ze pleiten voor het stoppen van de verkoop van verbrandingsmotoren, strengere emissiereducties, en het wettelijk vastleggen van harde klimaatnormen, waarmee ze de Europese Agenda 2030-doelen willen overtreffen. Hun visie is ambitieus, concreet en gericht op snelle, structurele verandering richting een duurzame samenleving.
Volt vindt de huidige EU-doelen voor 2030 onvoldoende en wil dat Nederland inzet op strengere en snellere klimaatmaatregelen, met een focus op 2040 als harde deadline voor klimaatneutraliteit. Ze willen de Europese Commissie aansporen tot ambitieuzer beleid en harde wetgeving, om zo de doelen van Agenda 2030 niet alleen te halen, maar te overtreffen.
“De EU heeft een doelstelling gesteld van 55% emissiereductie in 2030, maar lijkt deze niet te halen. Volt wil dat Nederland de Europese Commissie om ambitieuzer klimaatbeleid verzoekt om daarmee klimaatrechtszaken te voorkomen.”
“We leggen het netto CO₂-reductiepercentage van 100% in 2040 vast in de wet. Zo maken we een einde aan streefpercentages en introduceren we een harde norm die ons klimaat nodig heeft. Ook maakt de focus op 2040 meer ruimte voor een haalbare en duidelijke omslag om binnen de 1,5 graad opwarming te blijven.”
Volt wil de verkoop van voertuigen met verbrandingsmotoren al in 2030 verbieden, vijf jaar eerder dan de huidige Europese doelstelling, om zo de transitie naar emissievrij vervoer te versnellen en de industrie tijdig te laten omschakelen.
“In 2030 zijn we volledig gestopt met de verkoop van verbrandingsmotoren. Op deze manier maakt de industrie op tijd de transitie naar dat wat nodig is voor de nieuwe Europese economie.”
“Volt pleit voor een verbod op de verkoop van motoren die fossiele brandstof gebruiken vanaf 2030. We halen daarmee het doel van de Europese klimaatmaatregelen met vijf jaar naar voren.”
Volt wil per 2030 reclame voor fossiele brandstoffen verbieden en uiterlijk in 2035 volledig stoppen met steenkoolgebruik, met een transitieplan dat in 2030 gereed moet zijn. Hiermee willen ze de afhankelijkheid van fossiele energie versneld afbouwen.
“Reclame voor het gebruik van fossiele brandstoffen wordt per 2030 verboden.”
“Het gebruik van steenkool wordt snel afgebouwd en uiteindelijk helemaal gestopt. Dit doen we door een transitieplan te eisen van alle industrie die gebruikmaakt van steenkool zodat we volledig van steenkool af zijn in 2035. Dit transitieplan moet in 2030 klaarliggen.”
50PLUS noemt "agenda 2030" nergens expliciet in haar verkiezingsprogramma en neemt geen direct standpunt in over deze VN-agenda of de Sustainable Development Goals. Wel uit de partij stevige kritiek op nationaal en Europees klimaat- en energiebeleid, waarbij zij pleit voor minder nationale regelgeving en meer focus op Europese afspraken, wat indirect raakt aan thema’s uit agenda 2030. De partij wil nationale klimaatmaatregelen uitfaseren en benadrukt het belang van economische concurrentiekracht boven symbolisch klimaatbeleid.
50PLUS verzet zich tegen extra nationale klimaatregels en pleit voor het uitfaseren van nationaal klimaatbeleid zodra er Europese afspraken zijn over CO2-beprijzing. De partij vindt dat Nederland niet voorop moet lopen met strengere regels dan andere EU-landen, omdat dit de economie schaadt en weinig effect heeft op mondiale klimaatdoelen. Dit standpunt raakt aan de uitvoering van agenda 2030-doelen rond klimaat en duurzaamheid, maar is kritisch over de huidige invulling daarvan.
“Dus geen nationale CO2-heffingen en geen extra regels bovenop de Europese afspraken.”
“Uitfasering van het nationale klimaatbeleid, nadat gezamenlijk is besloten om het Europese beprijzen van CO2 op te schalen.”
“Het optimaal beprijzen van CO2 op Europees niveau, zodat CO2-reductie wordt versneld zonder de concurrentiepositie van Nederland aan te tasten.”
50PLUS vindt dat het huidige klimaat- en energiebeleid te veel gericht is op symbolische maatregelen en te weinig op daadwerkelijke CO2-reductie of bescherming van de welvaart. De partij waarschuwt dat slecht doordachte plannen Nederland economisch schaden en pleit voor correctie van bestaande maatregelen.
“De wens om voorop te lopen, vaak met symboolpolitiek, was sterker dan een werkelijke toewijding aan vermindering van de CO2-uitstoot of aan het beschermen van de Nederlandse welvaart.”
“Slecht doordachte en slecht uitgevoerde plannen op het terrein van energie, klimaat, stikstof en natuurbeleid, hebben ervoor gezorgd dat Nederland zijn aansluiting bij de economische top van de wereld dreigt kwijt te raken.”
BIJ1 koppelt haar visie op "agenda 2030" aan radicale klimaatrechtvaardigheid, waarbij de lasten van klimaatbeleid bij de grootste vervuilers worden gelegd en internationale solidariteit centraal staat. De partij wil de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) leidend maken in buitenlands beleid en streeft naar een drastische hervorming van landbouw, energie en internationale handel om sociale en ecologische rechtvaardigheid te waarborgen. Concrete voorstellen zijn onder meer het halveren van de veestapel tegen 2030, het uitfaseren van kunstmest en pesticiden per 2030, en het centraal stellen van SDG’s in wetgeving.
BIJ1 wil dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en klimaatrechtvaardigheid leidend zijn in zowel nationaal als internationaal beleid, waarbij de grootste vervuilers de kosten dragen en mondiale solidariteit wordt nagestreefd. Dit sluit direct aan bij de kern van "agenda 2030", die de SDG’s als wereldwijd kader hanteert.
“Mensenrechten beschermen en wereldwijd de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) halen, staat centraal in onze wetten en regels voor het buitenland.”
“Alle benodigde klimaatmaatregelen worden voortaan getoetst op klimaatrechtvaardigheid. Dat betekent dat de kosten van klimaatbeleid worden gedragen door de grootste vervuilers.”
BIJ1 verbindt concrete doelen aan 2030, zoals het halveren van de veestapel en het volledig uitfaseren van kunstmest en chemische pesticiden. Dit zijn directe, meetbare bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen van agenda 2030.
BIJ1 koppelt het beëindigen van dakloosheid expliciet aan 2030, in lijn met internationale afspraken en SDG’s.
“Met het doel om in 2030 nul dakloze mensen te hebben (Lissabon Verklaring).”
De ChristenUnie ziet de doelen voor 2030, zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs en de Nederlandse Klimaatwet, als een minimale ondergrens en streeft naar een hogere CO2-reductie tegen die tijd. Ze willen de randvoorwaarden voor vergroening versneld op orde brengen, inzetten op een Europese aanpak en extra investeren in energie-infrastructuur en innovatie om de doelen voor 2030 te halen en zelfs te overtreffen.
De ChristenUnie beschouwt de 2030-doelen als een ondergrens en wil ambitieuzer zijn om tegenvallers op te vangen. Ze willen voorkomen dat het minimale doel niet wordt gehaald en streven naar een hogere reductie, met aandacht voor het voorkomen van weglek van uitstoot naar het buitenland.
“De ChristenUnie richt zich op een hogere reductie in 2030, zodat tegenvallers er niet direct toe leiden dat we het minimale doel niet halen.”
“Wij zien het Akkoord van Parijs en de Europese doelstellingen die daarop zijn gebaseerd als een goede basis. Dat geldt ook voor de Nederlandse Klimaatwet waarin is vastgelegd dat we in 2030 55% CO2-reductie moeten hebben behaald ten opzichte van 1990.”
De partij benadrukt dat het halen van de 2030-doelen alleen mogelijk is als de randvoorwaarden, zoals netcapaciteit, vergunningverlening en vakmensen, snel worden verbeterd. Zonder deze randvoorwaarden komen burgers en bedrijven in de knel en is het handelingsperspectief niet reëel.
“Die randvoorwaarden moeten met voorrang op orde worden gebracht, anders komen burgers en bedrijven in de knel, omdat er geen reëel handelingsperspectief is.”
De ChristenUnie wil dat klimaatbeleid zoveel mogelijk op Europees niveau wordt afgestemd om een gelijk speelveld te creëren en weglek van uitstoot te voorkomen. Ze investeren extra in innovatie en infrastructuur om de doelen voor 2030 te ondersteunen.
“Daarom wordt bij klimaatbeleid zoveel mogelijk ingezet op een Europees gelijk speelveld, met zo min mogelijk weglek. We normeren verstandig, maken gerichte afspraken met (top)sectoren en subsidiëren innovatie, zoals via schoon- en emissieloos bouwen.”
“In het Klimaatfonds trekken we extra geld uit voor energie-infrastructuur, zoals elektriciteits- en wartmenetten, isolatie van huizen en verduurzaming van de industrie, zodat Nederland een sterke en schone industriële sector behoudt.”
DENK onderschrijft de klimaatdoelen voor 2030, met als kernpunt het beperken van de uitstoot met 55% en het streven naar klimaatneutraliteit in 2050, waarbij ze indien mogelijk ambitieuzere doelen willen stellen. De partij legt de nadruk op rechtvaardigheid: grote vervuilers moeten meer bijdragen, burgers worden beschermd tegen extra lasten, en internationale klimaatrechtvaardigheid krijgt expliciet aandacht. Concrete voorstellen zijn onder meer een CO2-heffing voor grote bedrijven, meer subsidies voor verduurzaming van woningen, en het uitsluiten van extra belastingen op consumentenproducten zoals vlees en suiker.
DENK committeert zich aan de bestaande klimaatdoelen voor 2030, met ruimte voor verdere aanscherping. Dit sluit direct aan bij de kern van de internationale Agenda 2030-doelstellingen rond klimaat en duurzaamheid.
“Wij staan voor de klimaatdoelen. Dat betekent dat Nederland klimaatneutraal is in 2050 en dat wij de uitstoot met 55% beperken in 2030. Indien mogelijk gaan wij ambitieuzere doelen vaststellen.”
DENK wil dat de lasten van verduurzaming vooral bij grote bedrijven komen te liggen, niet bij burgers. Dit betekent hogere belastingen en heffingen voor grote energieverbruikers, terwijl huishoudens juist ondersteund worden met subsidies en het behoud van bestaande regelingen.
“Grote vervuilers gaan eerlijker bijdragen. Bedrijven in de commerciële sector die veel energie verbruiken, gaan relatief méér energiebelasting en opslag voor duurzame energie betalen. Met een CO2-heffing voor de grootste vervuilers geven we een extra stimulans om te verduurzamen.”
“Huishoudens profiteren van verduurzaming door een lagere energierekening. De overheid ondersteunt dit actief, met name door méér subsidies beschikbaar te stellen voor het isoleren van huurwoningen en zonnepanelen voor particulieren. Dat betekent ook dat de salderingsregeling moet blijven.”
“Daarom komt er géén belasting op vlees, géén extra heffing op suiker en géén toeslag op plastic verpakkingen. Deze heffingen vergroten de ongelijkheid.”
DENK erkent de historische verantwoordelijkheid van het Westen en wil dat Nederland actief bijdraagt aan klimaatrechtvaardigheid, met steun voor landen die het zwaarst door klimaatverandering worden getroffen.
“Wij erkennen dat het Westen (historisch) verantwoordelijk is voor een groot deel van de wereldwijde CO2 uitstoot, terwijl de zwaarste gevolgen vandaag de dag vooral landen in het Mondiale Zuiden treffen. Ons land moet, samen met andere Westerse landen, het Mondiale Zuiden actief ondersteunen in het klimaatbeleid.”
De SGP neemt afstand van het wettelijk vastleggen van concrete klimaatdoelen voor 2030, zoals de CO2-reductie van 55%, en is kritisch op het "doorgeslagen maakbaarheidsdenken" rond klimaatbeleid. In plaats daarvan pleit de partij voor een meer pragmatische, langetermijnaanpak van verduurzaming, waarbij rekening wordt gehouden met praktische haalbaarheid, wetenschappelijke onzekerheden en het belang van een eerlijk speelveld voor Nederlandse bedrijven.
De SGP verzet zich tegen het wettelijk vastleggen van specifieke klimaatdoelen voor 2030, zoals de 55% CO2-reductie, omdat zij de situatie te complex acht en waarschuwt voor overschatting van menselijke maakbaarheid. De partij benadrukt het belang van verantwoordelijkheid nemen, maar met realisme en oog voor praktische belemmeringen zoals netcongestie en de milieugevolgen van alternatieven.
De SGP kiest voor een langetermijnaanpak waarbij het gebruik van milieubelastende brandstoffen over drie decennia wordt afgebouwd, met aandacht voor haalbaarheid, innovatie en het voorkomen van negatieve neveneffecten zoals energiearmoede of verplaatsing van productie naar landen met lagere milieustandaarden.
“De SGP wil het gebruik van milieubelastende brandstoffen in de komende drie decennia zo veel mogelijk afbouwen.”
“Beter groen hier dan grijs elders. Ook moet energiearmoede voorkomen worden.”
“Wat schiet het milieu ermee op als Tata Steel de deuren sluit, geen kans krijgt om groen staal te produceren en we het grijze staal voor onze auto’s importeren uit China?”
De SP noemt "Agenda 2030" niet expliciet, maar adresseert enkele doelen die hieraan raken, zoals het uitbannen van dakloosheid voor 2030. Hun benadering is sociaal en collectief: structurele oplossingen voor armoede, klimaat en bestaanszekerheid, met nadruk op publieke regie en rechtvaardigheid. De partij kiest voor concrete maatregelen zoals het Housing First-principe om dakloosheid uit te bannen en een collectieve aanpak van de klimaatcrisis.
De SP stelt als concreet doel om dakloosheid vóór 2030 uit te bannen, in lijn met de sociale dimensie van Agenda 2030 (SDG 1: Geen armoede). Ze kiezen voor het Housing First-principe: eerst een woning, dan begeleiding. Dit is een van de weinige expliciet jaartal-gebonden doelen in het programma.
“Wij accepteren dat niet. Wonen is een mensenrecht. Dakloosheid is geen individueel falen, maar het gevolg van politieke keuzes. Wij kiezen wel voor een rechtvaardig en doortastend beleid met één helder doel: dakloosheid uitbannen voor 2030. We nemen het Housing Firstprincipe als uitgangspunt: mensen krijgen éérst een woning en daarna passende begeleiding als dat nodig is.”
De SP onderschrijft klimaatdoelen, maar wil verder gaan dan bestaande afspraken. Ze leggen de nadruk op collectieve, rechtvaardige maatregelen en publieke regie, in plaats van individuele verantwoordelijkheid of marktwerking. Dit sluit aan bij de bredere duurzaamheidsdoelen van Agenda 2030, maar met een uitgesproken sociale en antikapitalistische insteek.
“Natuurlijk staan we volledig achter de klimaatdoelen, maar we willen verder gaan. Ons doel is daarom om in 2040 een klimaatneutrale én klimaatrechtvaardige samenleving te realiseren.”
“We gaan de klimaatcrisis te lijf met collectief beleid waar iedereen voordeel bij heeft. Geen individuele verantwoordelijkheid, maar gezamenlijk georganiseerde en gefinancierde maatregelen zoals zonnepanelen op alle geschikte daken, het verduurzamen van woningen, circulair grondstoffengebruik en schonere productie.”
De SP waarschuwt voor sociale ongelijkheid als gevolg van klimaatmaatregelen en pleit voor een klimaatrechtvaardigheidstoets. Dit betekent dat klimaatbeleid niet mag leiden tot hogere lasten voor de werkende klasse, wat aansluit bij het "niemand achterlaten"-principe van Agenda 2030.
“Tweedeling door klimaatbeleid staan wij niet toe. Daarvoor komt er een klimaatrechtvaardigheidstoets. Al het gevoerde beleid op klimaat moet zorgen dat we de uitstoot verminderen en de bestaanszekerheid van mensen verbeteren.”
De VVD erkent de Europese klimaatdoelen voor 2030, maar kiest voor een pragmatische en economische benadering: verduurzaming moet hand in hand gaan met economische groei, betaalbaarheid en een gelijk speelveld binnen Europa. De partij wil bedrijven tot 2030 ondersteunen met maatwerkafspraken, streeft naar 50% circulariteit in 2030, en pleit voor het schrappen van nationale regels die strenger zijn dan Europees beleid, zoals de CO2-heffing.
De VVD wil bedrijven helpen verduurzamen richting 2030 via individuele afspraken, met aandacht voor haalbaarheid en concurrentiekracht. Dit moet voorkomen dat bedrijven vertrekken en de economie schade oploopt, terwijl de klimaatdoelen voor 2030 worden nagestreefd.
“ondersteunen we bedrijven richting 2030 via maatwerkafspraken met een concreet en allesomvattend plan voor verduurzaming. Ook na 2030 blijft de overheid bedrijven helpen met een gerichte individuele aanpak.”
De VVD vindt dat nationale regelgeving zoals de CO2-heffing het Nederlandse bedrijfsleven benadeelt ten opzichte van andere EU-landen. Ze willen deze heffing schrappen en inzetten op één Europees systeem, zodat verduurzaming niet leidt tot verlies van concurrentiepositie vóór 2030.
“We schrappen de CO2-heffing: Nederland kent als enige land binnen de EU een nationale CO2-heffing. Dit creëert een ongelijk speelveld voor bedrijven.”
“Daarom schrappen we de heffing en gaan we met de sector op zoek naar een alternatief systeem, waarbij we ons inzetten voor één Europees systeem voor duurzame industrie en mijnbouw en waarmee we een gelijk speelveld waarborgen.”
De VVD koppelt de circulaire economie expliciet aan de 2030-agenda door te streven naar 50% circulariteit in 2030. Dit moet bijdragen aan het verminderen van uitstoot en het beperken van afhankelijkheid van schaarse grondstoffen.
“We streven naar 50% circulariteit in 2030 en 100% circulariteit in 2050.”
Het CDA onderschrijft de Agenda 2030 en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) als leidraad voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling, waarbij ze nadruk leggen op samenwerking met ontwikkelingslanden en het bedrijfsleven. Hun concrete voorstellen richten zich op het behalen van deze doelen via partnerschappen, het versterken van lokale gemeenschappen en het waarborgen van een stabiel ontwikkelingsbudget.
Het CDA ziet het realiseren van de Agenda 2030 en de SDG’s als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, bedrijfsleven, wetenschap en maatschappelijke organisaties, zowel nationaal als internationaal. Ze benadrukken dat het behalen van deze doelen niet alleen een overheidszaak is, maar brede samenwerking vereist, met bijzondere aandacht voor armoedebestrijding, onderwijs, voedselproductie en gezondheidszorg.
“We zetten ons onvermoeibaar in voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen, de Sustainable Development Goals. Dat is niet alleen een overheidszaak, maar eist nauwe samenwerking – hier en op het zuidelijk halfrond – met ontwikkelingsorganisaties, het bedrijfsleven, de wetenschap en de financiële sector.”
Het CDA wil de internationale norm van 0,7% van het bbp voor ontwikkelingssamenwerking in fases herstellen en benadrukt gelijkwaardige samenwerking met ontwikkelingslanden. Dit moet bijdragen aan het behalen van de Agenda 2030-doelen, armoedebestrijding en het bieden van economisch perspectief, waarmee ook migratie wordt tegengegaan.
“Wij zijn voorstander van de norm van 0,7 procent bbp voor ontwikkelingssamenwerking, conform internationale afspraak, en zetten stappen in fases naar het herstel van deze norm. Samen met de ontvangende landen en maatschappelijke organisaties zoals de Dutch Relief Alliance en Partos geven we invulling aan de meest effectieve besteding hiervan.”
“We willen als gelijkwaardige partners samenwerken met ontwikkelingslanden. Economisch perspectief helpt migratie tegen te gaan, is een steunpilaar tegen radicalisering en bevordert regionale ontwikkeling en stabiliteit.”
GroenLinks-PvdA koppelt hun visie op "agenda 2030" direct aan ambitieuze klimaatdoelen en internationale duurzame ontwikkelingsdoelen. Ze willen in 2030 minimaal 65% CO₂-reductie realiseren en stellen de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en het Klimaatakkoord van Parijs centraal in hun beleid. De partij legt nadruk op klimaatrechtvaardigheid en eerlijke verdeling van lasten, met concrete maatregelen voor een klimaatneutraal Nederland.
GroenLinks-PvdA stelt een concreet reductiedoel voor 2030, waarmee ze Nederland op koers willen zetten richting klimaatneutraliteit. Dit sluit aan bij de internationale Agenda 2030-doelstellingen en het Klimaatakkoord van Parijs, en is bedoeld om zowel nationaal als Europees het tempo te verhogen.
De partij maakt expliciet dat de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN en het Klimaatakkoord van Parijs leidend zijn voor hun internationale en nationale beleid. Dit betekent dat Agenda 2030 niet slechts een inspiratiebron is, maar een concrete norm voor beleidscoherentie en internationale solidariteit.
“De duurzame ontwikkelingsdoelen en de klimaatdoelstellingen van het akkoord van Parijs zijn leidend.”
Het verkiezingsprogramma van NSC noemt "agenda 2030" niet expliciet en verwijst nergens direct naar de VN Agenda 2030 of de Sustainable Development Goals. Wel zijn er enkele concrete beleidsdoelen voor het jaar 2030, zoals een rookvrije generatie, maar deze zijn nationaal en sector-specifiek geformuleerd. NSC positioneert zich dus niet expliciet ten opzichte van "agenda 2030" als internationaal kader, maar noemt incidenteel jaartallen als streefdatum voor specifieke doelen.
NSC stelt als concreet doel om in 2030 een rookvrije generatie te bereiken, met aanvullende maatregelen om dit te realiseren. Dit is een nationaal gezondheidsdoel en geen expliciete verwijzing naar de bredere Agenda 2030, maar het is het enige concrete beleidsdoel met het jaartal 2030 in het programma.
“We streven naar een rookvrije generatie in 2030 door extra maatregelen, zoals het zo snel mogelijk beperken van verkooppunten (ook voor vapes) en tabaksspeciaalzaken.”