De Partij voor de Dieren wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunen door verplichtingen en drempels te verlagen, begeleiding en dagbesteding te verbeteren, en sociale werkvoorzieningen toegankelijker te maken. Ze pleiten voor het erkennen van vrijwilligerswerk en stages als waardevolle voorbereiding op betaald werk, het toegankelijker maken van uitkeringen, en het bieden van goede begeleiding en toegankelijke werkplekken voor mensen met een beperking. Hun visie is gericht op autonomie, vertrouwen en het wegnemen van belemmeringen zodat iedereen naar vermogen kan deelnemen aan de arbeidsmarkt.
De PvdD wil de sollicitatieplicht en verplichte tegenprestaties voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt afschaffen, zodat zij op hun eigen tempo en manier kunnen toewerken naar betaald werk. Dit verlaagt de druk en erkent alternatieve vormen van participatie, zoals vrijwilligerswerk en mantelzorg, als waardevol.
“We eisen geen tegenprestatie meer van mensen met recht op bijstand.”
“We schaffen de sollicitatieplicht voor 60-plussers af. Ook werklozen die mantelzorg verlenen hoeven niet langer verplicht te solliciteren. Vrijwilligerswerk en stages worden erkend als waardevolle voorbereiding op betaald werk, ook als deze niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt zijn gericht.”
De partij wil het sociaal vangnet verbeteren door uitkeringen toegankelijker te maken, herindicaties te schrappen en achterstanden bij sociaal-medische beoordelingen weg te werken. Dit moet zorgen voor meer zekerheid en minder bureaucratie voor mensen met een beperking of langdurige arbeidsongeschiktheid.
“De versobering van het vangnet voor jongeren met een beperking (de Wajong) draaien we terug. Voor jongeren met een beperking wordt, waar nodig, zinvolle dagbesteding geregeld met mogelijkheden om door te groeien naar betaald werk, als zij dat willen.”
“We herzien het vangnet voor mensen die langdurig arbeidsongeschikt zijn (WIA). Op dit moment hebben mensen met een hoog inkomen vaker en langer recht op een uitkering dan mensen met een lager inkomen. Dat is onrechtvaardig. Een sociaal vangnet moet iedereen gelijkwaardig behandelen. Het recht op WIA wordt toegankelijker: vanaf 15% arbeidsongeschiktheid.”
“We schrappen onnodige herindicaties voor personen met een (levenslange) handicap en/of chronische ziekte.”
“We werken de aanhoudende achterstanden voor sociaal-medische beoordelingen (WIA) door het UWV op korte termijn weg. De lange wachttijden veroorzaken onzekerheid, vertraging en frustratie bij mensen die juist begeleiding naar werk nodig hebben.”
De PvdD wil dat mensen met een beperking recht krijgen op betekenisvol werk via sociale werkvoorzieningen, met goede begeleiding en een volwaardig inkomen. Gemeenten moeten hiervoor voldoende middelen krijgen en expertise inzetten, en werkplekken moeten toegankelijker worden gemaakt.
“Mensen met een beperking krijgen recht op werk via sociale werkvoorzieningen met betekenisvol werk dicht bij huis, goede begeleiding en een volwaardig inkomen. Gemeenten krijgen voldoende middelen om sociaal werk van goede kwaliteit en continuïteit te kunnen garanderen, zonder te hoeven bezuinigen. We verankeren in de wet de minimale eisen voor het begeleidingsaanbod door gemeenten en bouwen op expertise van werkontwikkelbedrijven.”
“We zorgen voor betere ondersteuning op de werkvloer en toegankelijke werkplekken voor mensen met een beperking, bijvoorbeeld prikkelarme ruimtes voor neurodivergente mensen.”
DENK wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door bestaanszekerheid te vergroten, discriminatie en onzekerheid op de arbeidsmarkt tegen te gaan, en extra te investeren in begeleiding en kansen voor kwetsbare groepen. De partij pleit voor meer vaste contracten, het aanpakken van uitzendmisstanden, betere begeleiding bij inburgering en onderwijs, en het dichten van de loonkloof. DENK ziet gelijke kansen en zekerheid als sleutel om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt volwaardig te laten deelnemen.
DENK wil de onzekerheid op de arbeidsmarkt verminderen door vaste contracten aantrekkelijker te maken en flexibele, onzekere constructies terug te dringen. Dit moet mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer zekerheid en perspectief bieden.
“Wij willen dat er meer zekerheid is voor mensen op de arbeidsmarkt. Daarom willen wij het financieel aantrekkelijker maken voor werkgevers om een vast contract aan te bieden aan hun werknemers.”
“Op de arbeidsmarkt komt dit tot uiting in een te grote groep mensen die moet werken in constructies die geen inkomenszekerheid voor de langere termijn bieden. Voor diegenen die dat willen, zet DENK in op een arbeidsmarkt met meer vastigheid en zekerheid.”
DENK wil structurele belemmeringen zoals discriminatie en ongelijke beloning aanpakken, omdat deze groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt extra raken. Het dichten van de loonkloof en bestrijden van stagediscriminatie zijn hierbij speerpunten.
“Wij willen dat de loonkloof wordt gedicht. Wij gaan wettelijk borgen dat het verschil in beloning tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen met en zonder een migratieachtergrond, wordt opgeheven.”
“Stagediscriminatie keihard aanpakken, met mysteryguest onderzoeken, sancties voor bedrijven en naming & shaming bij bewezen discriminatie.”
DENK erkent dat begeleiding en ondersteuning essentieel zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals nieuwkomers en jongeren in kwetsbare posities. De partij wil investeren in persoonlijke begeleiding bij inburgering en extra ondersteuning in het (speciaal) onderwijs.
“DENK wil dat elke inburgeraar wordt ondersteund met een persoonlijke begeleider die meeloopt van dag één tot afronding van het traject.”
“Wij willen dat jongeren die bijzondere aandacht verdienen, begeleiding van de beste kwaliteit krijgen. Wij gaan ook meer investeren in kwalitatief hoogwaardig leerlingenvervoer. Het uitgangspunt is dat leerlingen zo veel mogelijk passende begeleiding krijgen binnen het reguliere onderwijssysteem.”
DENK wil uitbuiting en misstanden in de uitzendbranche tegengaan, omdat deze vaak mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt treffen. Vergunningen en strengere handhaving moeten deze groepen beter beschermen.
“Uitwassen in uitzendbranche gaan wij tegen met een vergunningsysteem. Zo pakken wij uitbuiting van arbeidsmigranten en discriminatie aan.”
De SP wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt actief ondersteunen naar betaald werk met een volwaardig loon, waarbij dwangmaatregelen en verplichte tegenprestaties worden afgeschaft. De partij pleit voor sociale ontwikkelbedrijven (nieuwe sociale werkplaatsen), betere begeleiding, hogere uitkeringen voor mensen met een beperking, en laagdrempelige ondersteuning bij (om)scholing. Hun visie is dat iedereen recht heeft op werk en volwaardig mee moet kunnen doen, ongeacht beperking of achtergrond.
De SP wil dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt recht krijgen op een baan en begeleiding, met een volwaardig loon en goede arbeidsvoorwaarden. Dit gebeurt via sociale ontwikkelbedrijven (de opvolger van de sociale werkplaats), zodat mensen niet langer afhankelijk zijn van bijstand of verplichte tegenprestaties. Het doel is volwaardige participatie en bestaanszekerheid.
“Iedereen krijgt recht op een baan en begeleiding. We zorgen voor een sociaal ontwikkelbedrijf met een volwaardig loon en goede cao. We investeren in werkontwikkelbedrijven waarmee we zorgen voor minimaal 40 duizend extra banen binnen deze bedrijven. Ieder werk moet lonen, daarom komt er een nieuwe cao voor mensen op een beschutte werkplek.”
“Mensen met een arbeidsbeperking krijgen recht op begeleiding naar passend werk via een werkontwikkelbedrijf (voorheen: sociale werkplaats) met een volwaardig loon en een goede cao.”
“We stoppen dus direct met de verplichte ‘tegenprestatie’ in de bijstand en garanderen mensen werk. Iedereen die wil werken krijgt zo het recht op werk en een passend inkomen.”
De SP wil dat mensen met een beperking niet langer worden verwezen naar de bijstand, maar recht krijgen op een hogere, toegankelijke uitkering (zoals een verbeterde Wajong of WIA). Ook moeten moeilijk objectiveerbare aandoeningen erkend worden en fouten van het UWV mogen niet tot financieel nadeel leiden.
“Jonggehandicapten kunnen rekenen op een nieuwe en hogere Wajonguitkering. Jonggehandicapten die niet in hun eigen inkomen kunnen voorzien, worden daardoor niet meer verwezen naar de bijstand.”
“De arbeidsongeschiktheidsverzekering (WIA) maken we beter. Vanaf 15 procent arbeidsongeschiktheid krijg je recht op een WIA-uitkering, moeilijk objectiveerbare aandoeningen worden erkend en het schattingsbesluit passen we aan zodat lagere inkomens niet langer gediscrimineerd worden.”
“Het herstellen van de fouten die het UWV heeft gemaakt heeft prioriteit. Met daarbij de garantie dat fouten die het UWV heeft gemaakt nooit mogen leiden tot (financieel) nadeel voor uitkeringsgerechtigden.”
De SP wil dat iedereen die dat wil, laagdrempelige ondersteuning en advies kan krijgen over werk en (om)scholing in de eigen buurt. Dit moet de drempel naar werk verlagen en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen om zich te ontwikkelen en aan het werk te komen.
“Laagdrempelige ondersteuning en advisering over werk en (om)scholing in de buurt komt beschikbaar voor iedereen die dat wil.”
De VVD wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door mensen te stimuleren en te ondersteunen om (weer) aan het werk te gaan, met speciale aandacht voor omscholing, begeleiding en het benutten van talenten van ondervertegenwoordigde groepen. De partij stelt concrete maatregelen voor zoals een skills-paspoort, meer samenwerking tussen overheid en marktpartijen, en strengere eisen aan uitkeringsgerechtigden om werk te accepteren. De kern van hun visie is dat werken altijd moet lonen en dat iedereen, ongeacht achtergrond, actief moet worden geholpen en gestimuleerd om deel te nemen aan de arbeidsmarkt.
De VVD wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt actief ondersteunen door omscholing toegankelijk te maken, begeleiding te bieden en het inzetten van een skills-paspoort zodat ook mensen zonder diploma hun vaardigheden kunnen aantonen. Dit moet de kansen op werk vergroten, vooral voor ondervertegenwoordigde groepen.
“Dat doen we door omscholing toegankelijk te maken, overstappers met een meerwerkbonus financieel te stimuleren, en overheidsinstanties met marktpartijen samen te laten werken om mensen naar werk te begeleiden. ... Daarnaast voeren we in samenwerking met de private sector een skills-paspoort in, waarmee mensen kunnen laten zien wat ze kunnen. Ook als ze geen diploma hebben.”
“Door het talent van ondervertegenwoordigde groepen in te zetten, vergroten we niet alleen kansen, maar ook de economische slagkracht van Nederland.”
De VVD wil dat uitkeringsgerechtigden, inclusief statushouders, actief worden begeleid naar werk en dat weigeren van passend werk of onvoldoende inzet tot korting op de uitkering leidt. Hiermee wil de partij voorkomen dat mensen langdurig aan de kant blijven staan en stimuleren dat werk de norm wordt.
“Wie meer dan één keer passend werk weigert, moet gekort worden op de uitkering.”
“Uitkeringsgerechtigden die een geschikte baan weigeren, worden ook gekort. We willen dat gemeenten hier streng op handhaven, te vaak gebeurt dat nu niet.”
“De VVD wil dat elke statushouder direct bij het krijgen van huisvesting een leerwerkplek of startbaan krijgt aangeboden en accepteert, in plaats van direct een uitkering.”
De VVD wil af van het denken in beperkingen en juist kijken naar wat mensen wél kunnen. Door te focussen op arbeidsgeschiktheid in plaats van arbeidsongeschiktheid, wil de partij dat iedereen zijn of haar talenten kan benutten op de arbeidsmarkt.
“We kijken te vaak naar de arbeidsongeschiktheid van mensen terwijl we zouden moeten kijken naar hun arbeidsgeschiktheid. We willen dat mensen zoveel mogelijk aan het werk gaan, ook als dat in deeltijd is. We bieden daarvoor de juiste hulpmiddelen, begeleiding en ondersteuning, zodat iedereen zijn of haar talenten kan benutten op de arbeidsmarkt.”
De VVD wil dat werkgevers pas arbeidsmigranten mogen inzetten als ze aantoonbaar eerst hebben gezocht binnen het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland, waaronder mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
“Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om eerst te zoeken binnen het onbenutte arbeidspotentieel in Nederland.”
BIJ1 wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door structurele belemmeringen weg te nemen en mensen met een beperking, lage inkomens of langdurige werkloosheid meer regie en ondersteuning te bieden. Ze pleiten voor het afschaffen van verplichtingen en sancties in de bijstand, investeren in scholing, en het opzetten van sociale ontwikkelbedrijven. De kern van hun visie is dat iedereen duurzaam en passend werk moet kunnen vinden, zonder drempels of strafmaatregelen.
BIJ1 vindt dat de huidige Participatiewet te veel uitgaat van wantrouwen en mensen met een uitkering onnodig straft, wat hun afstand tot de arbeidsmarkt vergroot. Door tegenprestaties en sancties af te schaffen en regels te versoepelen, willen ze mensen stimuleren om weer deel te nemen aan werk of scholing zonder angst voor verlies van inkomen.
“Tegenprestaties en sancties voor mensen in de bijstand schaffen we af.”
“De Participatiewet is onnodig ingewikkeld... De wet gaat uit van wantrouwen richting mensen die recht hebben op uitkering en legt te veel nadruk op straffen en boetes. Dit zorgt voor onnodige angst, stress en wantrouwen bij mensen met een uitkering.”
Om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen, wil BIJ1 meer geld steken in scholingsprogramma’s en het volgen van geaccrediteerde cursussen op aanvraag mogelijk maken. Verplichte sollicitatietrainingen worden afgeschaft, zodat ondersteuning vrijwillig en op maat is.
“We steken meer geld in scholingsprogramma’s voor mensen zonder werk. De norm wordt: op aanvraag geaccrediteerde cursussen en opleidingen kunnen volgen. Dit bieden we zoveel mogelijk aan. Ondersteunend aanbod als sollicitatietrainingen blijven bestaan maar zijn niet meer verplicht.”
Voor mensen met een handicap of laag inkomen die niet volledig kunnen werken, wil BIJ1 sociale ontwikkelbedrijven opzetten waar zij meer eigen regie en ondersteuning krijgen. Dit moet voorkomen dat hun talent verloren gaat en hen helpen om (deels) uit de bijstand te komen.
“BIJ1 zet daarom in op Sociale Ontwikkelbedrijven waarbij mensen meer eigen regie en ondersteuning op de werkvloer krijgen.”
“Mensen met een laag inkomen en met minder uren vanwege een handicap, kunnen zich nooit uit de bijstand werken. Daarmee gaat veel talent voor de arbeidsmarkt verloren.”
BIJ1 wil dat mensen in de bijstand hun parttime inkomen kunnen behouden zonder dat dit direct wordt verrekend, zodat werken altijd loont en mensen makkelijker kunnen doorgroeien naar volledige participatie op de arbeidsmarkt.
“Ook stoppen de verrekeningen in de bijstand bij parttime inkomen. Zodat mensen in de bijstand in plaats dat ze hiervoor gestraft worden hun parttime inkomen juist kunnen gebruiken om weer op eigen benen te staan.”
Het CDA vindt dat iedereen moet kunnen meedoen op de arbeidsmarkt en wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt actief ondersteunen richting regulier werk. Ze zetten in op landelijke dekking van sociale ontwikkelbedrijven, invoering van de basisbaan, en hervorming van de Participatiewet, met nadruk op begeleiding, maatwerk en het wegnemen van belemmeringen. Hun visie is dat niemand langdurig buitengesloten mag blijven en dat werk een waardevolle bijdrage aan de samenleving is.
Het CDA ziet sociale ontwikkelbedrijven als essentieel voor de integratie en participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze willen landelijke dekking realiseren en richten zich op ondersteuning richting regulier werk of tijdelijke werkplekken, met speciale aandacht voor mensen met een beperking.
“Sociaal ontwikkelbedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de integratie en participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en zijn een essentieel onderdeel van de sociale zekerheid. We werken toe naar landelijke dekking van ontwikkelbedrijven. Het gaat daarbij om ondersteuning van mensen met een beperking bij hun ontwikkeling richting regulier werk of om (tijdelijke) werkplekken.”
Om iedereen de kans te geven aan het werk te komen, wil het CDA via sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten de basisbaan invoeren. Dit moet ervoor zorgen dat niemand langdurig buitenspel staat en iedereen op weg kan naar passend werk.
“Via de sociale ontwikkelbedrijven en gemeenten kan door de invoering van de basisbaan iedereen in Nederland aan het werk of op weg naar passend werk.”
Het CDA wil een nieuwe banenafspraak waarbij overheid, werkgevers en werknemers samen meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunen richting regulier werk. Ze investeren in begeleiding van werkgevers, risicodekking en inzicht in vaardigheden voor een betere match.
“Er komt een nieuwe banenafspraak waarin Rijk, gemeenten, UWV en werkgevers/werknemers afspreken hoe ze meer mensen die op termijn zicht op werk hebben gaan ondersteunen naar regulier werk.”
“We investeren in begeleiding van werkgevers, dekken risico’s van uitval met een no-riskpolis en zorgen voor inzicht in vaardigheden, zodat een goede match kan plaatsvinden.”
Het CDA wil de Participatiewet hervormen zodat het uitgangspunt is dat iedereen een waardevolle bijdrage kan leveren. Dit moet de drempels verlagen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om te participeren.
“We hervormen de Participatiewet met als uitgangspunt dat iedereen een waardevolle bijdrage aan de samenleving kan leveren.”
Het CDA erkent dat jongeren uit het praktijkonderwijs (PRO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO) extra begeleiding nodig hebben om hun afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen en hun kansengelijkheid te vergroten.
“Passende nazorg en loopbaanbegeleiding voor jongeren vanuit het PRO en het VSO is nodig om jongeren met (een risico op) afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden en op deze manier de kansengelijkheid van deze jongeren te bevorderen op hun weg naar duurzame economische zelfstandigheid.”
FVD ziet het tekort aan vakmensen en de mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt als belangrijke oorzaken van afstand tot de arbeidsmarkt, vooral voor praktisch ingestelde jongeren. Hun belangrijkste voorstel is het herwaarderen en hervormen van het beroepsonderwijs met meer praktische leerwegen, samenwerking met bedrijven en het terugbrengen van ambachtstitels, zodat jongeren direct inzetbaar zijn en arbeidsmigratie overbodig wordt.
FVD wil het beroepsonderwijs grondig hervormen om jongeren met een praktische aanleg beter toe te rusten voor de arbeidsmarkt en zo hun afstand tot werk te verkleinen. Door meer nadruk op vakmanschap, ondernemerschap en samenwerking met bedrijven, moeten jongeren direct inzetbaar worden in sectoren met tekorten. Dit moet ook schooluitval verminderen en de afhankelijkheid van arbeidsmigratie verkleinen.
“Daarom wil FVD het beroepsonderwijs opnieuw inrichten met duidelijke praktische leerwegen, meer rol voor meester/gezel formules en nauwe samenwerking met bedrijven. We brengen ambachtstitels terug om eergevoel toe te voegen aan de verworven vaardigheden.”
“We richten het (V)MBO in met specifieke vakgerichte leerwegen, zodat praktisch ingestelde leerlingen écht een vak leren en het aantal schooluitvallers daalt.”
“We leggen in de praktische leerweg de nadruk op vakmanschap en ondernemerschap, zodat jongeren direct inzetbaar zijn in zorg, techniek en bouw.”
“We laten onderwijsprogramma’s mede invullen door ervaren vakmensen en regionale bedrijven, zodat opleidingen aansluiten op de arbeidsmarkt.”
“We integreren nieuwe technologie en AI in beroepsopleidingen, zodat vakmensen leren werken met moderne tools en hun positie op de arbeidsmarkt wordt versterkt.”
“Zo bereiden we jongeren voor op goedbetaalde carrières, maken we arbeidsmigratie overbodig en versterken we een zelfredzaam en welvarend Nederland.”
BBB vindt dat iedereen moet kunnen meedoen op de arbeidsmarkt en wil het arbeidspotentieel van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt beter benutten. De partij pleit voor activering van mensen die al in Nederland zijn, eenvoudiger regels en begeleiding op maat, en investeert in scholing en regionale kansen. BBB benadrukt dat bestaanszekerheid begint bij werk dat loont, maar erkent ook dat een vangnet nodig blijft voor wie echt niet kan werken.
BBB wil dat mensen die al in Nederland wonen en nu onvoldoende deelnemen aan de arbeidsmarkt, actiever worden ondersteund en gestimuleerd om naar vermogen mee te doen. Dit richt zich expliciet op het benutten van het bestaande arbeidspotentieel, in plaats van direct te kiezen voor nieuwe arbeidsmigratie.
“Tegelijkertijd wordt het arbeidspotentieel van migranten die hier al verblijven zo’n 330.000 mensen onvoldoende benut. BBB vindt dat Nederland meer werk moet maken van het activeren van mensen die hier al zijn. Wie hier woont, moet naar vermogen meedoen en bijdragen.”
BBB erkent dat bureaucratie en ondoorzichtige regels mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt belemmeren. De partij wil het UWV hervormen tot een eenvoudige uitkeringsinstantie en arbeidsmarktbegeleiding overhevelen naar deskundige, zelfstandige partijen, zodat mensen sneller en effectiever geholpen worden richting werk.
“Het UWV hervormen tot een eenvoudige uitkeringsinstantie. De huidige situatie is onhoudbaar. Uiteraard blijft een vangnet beschikbaar voor wie dat nodig heeft. Keuringen en arbeidsmarktbegeleiding worden overgeheveld naar zelfstandige partijen met kennis van zaken.”
BBB ziet scholing en aansluiting bij regionale arbeidsmarktbehoeften als essentieel om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen. Praktisch onderwijs, vakmanschap en het benutten van lokaal arbeidspotentieel staan centraal, zodat iedereen de kans krijgt om mee te doen.
“BBB wil dat alle regio’s profiteren van economische groei, met meer aandacht voor vakmanschap, praktisch onderwijs en het benutten van lokaal arbeidspotentieel. Scholing en innovatie moeten aansluiten bij de behoeften van de regio én de kracht van mensen.”
BBB benadrukt dat bestaanszekerheid begint bij werk dat loont, maar erkent ook dat niet iedereen kan werken. Voor deze groep blijft een robuust sociaal vangnet noodzakelijk, terwijl alle vormen van arbeid – betaald en onbetaald – maatschappelijk gewaardeerd moeten worden.
“We investeren in een flexibele en toekomstbestendige arbeidsmarkt die kansen biedt aan iedereen. We zorgen voor mensen die echt niet kunnen werken.”
“Voor BBB geldt: niemand blijft achter. We bouwen aan een samenleving waarin meedoen de norm is en waarin elke vorm van arbeid gewaardeerd wordt.”
GroenLinks-PvdA wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door een inclusieve arbeidsmarkt te creëren, met extra aandacht voor mensen die nu moeilijk aan werk komen. Ze zetten in op begeleiding, scholing en het wegnemen van belemmeringen, zodat iedereen naar vermogen kan meedoen, ook als regulier werk (nog) niet haalbaar is. Concrete voorstellen zijn onder andere passende begeleiding, het schrappen van verplichtingen zoals de zoekplicht, en het creëren van basisbanen en sociale werkvoorzieningen.
GroenLinks-PvdA erkent dat niet iedereen direct regulier werk kan doen en wil daarom een sociaal vangnet dat niet alleen beschermt, maar ook kansen biedt. Ze pleiten voor begeleiding naar betaald werk, vrijwilligerswerk, sociale werkvoorziening, beschut werk en basisbanen, en willen verplichtingen zoals de zoekplicht en taaleis schrappen om drempels te verlagen.
“We bieden passende begeleiding naar betaald werk. Mensen voor wie regulier werk (nog) niet haalbaar is, worden begeleid naar vrijwilligerswerk, een sociale werkvoorziening, beschut werk en basisbanen.”
“Het uitgangspunt is dat mensen willen bijdragen en meedoen, en dat de overheid hen daarin ondersteunt in plaats van tegenwerkt. We stellen vertrouwen boven wantrouwen en schrappen verplichtingen zoals de zoekplicht voor jongeren en de taaleis.”
De partij wil dat mensen met een beperking of chronische ziekte niet buiten de boot vallen en zet in op ontwikkelkansen naar vermogen, met specifieke aandacht voor deze groepen.
GroenLinks-PvdA wil dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen, met extra aandacht voor oudere werknemers en mensen in minder innovatieve sectoren, zodat zij niet langdurig aan de kant blijven staan.
“Iedereen moet zich een leven lang kunnen ontwikkelen, ongeacht leeftijd, achtergrond of inkomen. Er komt een leerrecht voor werkenden voor om- en bijscholing. Hierbij stimuleren we omscholing naar sectoren waar we de mensen het hardst nodig hebben, en hebben we extra aandacht voor oudere werknemers in minder innovatieve sectoren.”
Volt wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door mensen die nu aan de zijlijn staan actief te begeleiden naar werk, vooral in sectoren met tekorten. Ze verschuiven de focus van het UWV naar begeleiding in plaats van fraudebestrijding, investeren in om- en bijscholing, en maken het voor asielzoekers en statushouders makkelijker om te werken. Volt kiest voor een inclusieve arbeidsmarkt waarin vaardigheden en talenten centraal staan, ongeacht diploma’s of achtergrond.
Volt vindt dat het UWV zich minder moet richten op fraudebestrijding en meer op het begeleiden van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt naar maatschappelijk cruciale beroepen. Dit moet de arbeidsmarkt inclusiever maken en tegelijkertijd personeelstekorten aanpakken.
“We willen dat mensen die langs de kant staan beter worden begeleid naar maatschappelijk cruciale beroepen. Volt wil dat de taakstelling van het werkbedrijf van het UWV op zo’n manier wordt aangepast dat deze vorm van begeleiding van mensen de primaire taak wordt. Zo zetten we meer mensen en middelen in op begeleiding van mensen terug naar de arbeidsmarkt, en minder op fraudebestrijding.”
Volt wil dat mensen met afstand tot de arbeidsmarkt actief worden begeleid naar sectoren met grote tekorten, zoals zorg, onderwijs en techniek. Dit moet zowel het onbenut potentieel als de personeelstekorten aanpakken.
“We zorgen voor actieve werkbegeleiding naar kansrijke beroepen voor mensen die aan de zijlijn staan, zoals in de zorg, het onderwijs of de techniek. Zo pakken we tegelijkertijd de grote arbeidskrachtentekorten en uitdagingen van onze tijd aan.”
Volt wil de drempels voor asielzoekers en statushouders om te werken of een opleiding te volgen verlagen, onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’. Dit vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt en draagt bij aan hun integratie.
“We maken het gemakkelijker voor asielzoekers en statushouders om te werken of om betaalde beroepsopleidingen of ontwikkeltrajecten te volgen.”
“Onder het motto ‘recht op werk voor iedereen’, krijgen asielzoekers vanaf dag één een burgerservicenummer (BSN) en de mogelijkheid om te werken, en wordt de Tewerkstellingsvergunning afgeschaft.”
Volt wil dat de arbeidsmarkt meer kijkt naar vaardigheden in plaats van diploma’s, zodat overstappen tussen sectoren eenvoudiger wordt en verborgen talenten beter benut worden. Dit helpt mensen met een niet-lineair cv of zonder formele kwalificaties om sneller aan het werk te komen.
“Volt zet in op een arbeidsmarkt waarin vaardigheden belangrijker zijn dan diploma’s of functietitels. Zo wordt overstappen tussen sectoren eenvoudiger, benutten we verborgen talent en zorgen we voor veerkracht in onze economie.”
BVNL vindt dat werken altijd aantrekkelijker moet zijn dan een uitkering en wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door strengere eisen te stellen aan uitkeringsgerechtigden en meer nadruk te leggen op participatie. Mensen die kunnen werken maar dat niet willen, worden gekort, terwijl voor mensen die niet kunnen werken een vangnet blijft bestaan. BVNL wil daarnaast arbeidsmarktgerichte programma’s voor jongeren met een handicap en pleit voor het vergroten van het verschil tussen uitkering en werk.
BVNL wil dat mensen die kunnen werken, maar dat niet doen, met drang en dwang worden aangespoord tot arbeidsdeelname. Het verschil tussen uitkering en werk moet groter worden, en uitkeringen worden gekort bij werkweigering. Dit moet de participatieongelijkheid verkleinen en de afhankelijkheid van uitkeringen verminderen.
“Werken moet lonen en moet meer opleveren dan niets doen. Het verschil tussen een uitkering en werk moet daarom worden vergroot en de armoedeval moet worden opgeheven. 331.000 migranten zouden kunnen werken maar doen dit niet. Die moeten met drang en dwang worden aangespoord om te participeren op de arbeidsmarkt. De participatieongelijkheid moet worden opgeheven.”
“Mensen die wél kunnen, maar niet willen werken worden gekort op hun bijstandsuitkering en op toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag). Mensen met meerdere verblijfstitels verliezen bij werkweigering hun Nederlandse verblijfstitel.”
BVNL wil stoppen met het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding. In plaats daarvan moeten er programma’s komen die hun sterke punten benutten en zelfredzaamheid bevorderen, om zo hun afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
“De praktijk van het automatisch toekennen van uitkeringen aan jongeren met een handicap na hun opleiding dient te worden beëindigd. In plaats daarvan komen er arbeidsmarktgerichte programma’s die de individuele sterke punten benadrukken om zelfredzaamheid te bevorderen en afhankelijkheid te voorkomen.”
Hoewel BVNL streng is voor mensen die niet willen werken, blijft er volgens het programma altijd een sociaal vangnet voor mensen die niet (volledig) kunnen werken, zoals via de ziektewetuitkering.
“Er zal te allen tijde een adequaat sociaal vangnet blijven bestaan voor mensen die niet (volledig) kunnen werken. Regelingen zoals de ziektewetuitkering en andere regelingen blijven bestaan.”
JA21 wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door werkgevers meer ruimte te geven om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen, en door het volledige arbeidspotentieel te benutten via scholing en activering. De partij pleit voor minder regeldruk, lagere lasten en een activerend sociaal vangnet dat mensen stimuleert om (weer) te gaan werken. Hun visie is dat werken altijd meer moet opleveren dan niet werken, en dat ondersteuning gericht moet zijn op zelfstandigheid.
JA21 vindt dat werkgevers gestimuleerd moeten worden om mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Dit moet drempels verlagen en bijdragen aan het benutten van het volledige arbeidspotentieel, zodat meer mensen kunnen participeren en economische groei wordt bevorderd.
JA21 wil dat het sociale vangnet mensen activeert om weer te gaan werken, in plaats van hen langdurig afhankelijk te houden. De partij vindt dat ondersteuning altijd gericht moet zijn op herstel van zelfstandigheid, met minder bureaucratie en meer focus op het lonend maken van werk.
De SGP vindt dat iedereen die kan werken, ook moet werken, en wil de afstand tot de arbeidsmarkt verkleinen door een werkoffensief, vereenvoudiging van regelingen en meer beschutte werkplekken voor wie dat nodig heeft. Werkgevers worden ondersteund om mensen met een beperking of uit de banenafspraak in dienst te nemen, en de overheid moet haar achterstand hierin inlopen. Voor wie echt niet kan werken, moeten er voldoende vangnetten en beschutte werkplekken zijn.
De SGP wil dat mensen die nu aan de kant staan, actief worden geholpen om weer aan het werk te gaan, zeker in een krappe arbeidsmarkt. Voor mensen die niet (meer) kunnen werken, moeten er voldoende beschutte werkplekken zijn. Dit beleid richt zich op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt door concrete ondersteuning en het wegnemen van drempels voor werkgevers.
“Een werkoffensief moet ervoor zorgen dat mensen die in deze krappe arbeidsmarkt aan de kant zitten weer aan het werk gaan. Voor hen die niet (meer) kunnen werken, dienen er voldoende beschutte werkplekken te zijn.”
De SGP wil het voor bedrijven eenvoudiger maken om mensen uit de doelgroep banenafspraak aan het werk te helpen door het aantal loketten en subsidies te verminderen. Ook wordt de no-riskpolis breed beschikbaar gesteld om werkgevers te ondersteunen bij het aannemen van mensen met een beperking. Dit verlaagt de drempel voor werkgevers en stimuleert duurzame plaatsingen.
“Het wordt voor bedrijven eenvoudiger mensen uit de doelgroep banenafspraak aan het werk te helpen door te snoeien in het aantal loketten en subsidies.”
“De no-riskpolis wordt breed beschikbaar ter ondersteuning van werkgevers die iemand met een beperking in dienst nemen.”
“Er komt een offensief om de achterstand van de overheid ten aanzien van de banenafspraak in te lopen.”
50PLUS erkent dat veel 50-plussers een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ervaren door leeftijdsdiscriminatie, uitsluiting en onzekerheid. De partij wil deze afstand verkleinen door bedrijven te stimuleren ouderen aan te nemen, scholing te bieden en maatregelen te nemen tegen vroegtijdige uitval. Hun visie is dat ervaring moet tellen en dat ouderen eerlijke kansen op werk verdienen.
50PLUS ziet dat werkgevers terughoudend zijn om ouderen in dienst te nemen, wat de afstand tot de arbeidsmarkt vergroot. Door financiële prikkels zoals belastingvoordelen of subsidies voor werkplekaanpassing wil de partij deze drempel verlagen en de arbeidsparticipatie van ouderen bevorderen.
“Bedrijven worden financieel gestimuleerd om ouderen in dienst te nemen, bijvoorbeeld door belastingvoordelen of subsidies voor de aanpassing van werkplekken.”
Om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen, wil 50PLUS investeren in scholing voor ouderen zodat hun vaardigheden up-to-date blijven en hun kansen op werk toenemen. Dit moet voorkomen dat ouderen door technologische of economische ontwikkelingen buitenspel komen te staan.
“Speciale scholingsprogramma’s voor oudere werknemers om hun vaardigheden up-to-date te houden en kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.”
50PLUS wil voorkomen dat ouderen door ziekte of ontslag onnodig aan de kant komen te staan. Door maatregelen te nemen die arbeidsparticipatie bevorderen, wil de partij de structurele afstand tot de arbeidsmarkt voor deze groep verkleinen.
“Maatregelen om te zorgen dat 50-plussers niet vroegtijdig uitvallen door ziekte of ontslag, om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen.”
D66 wil dat iedereen die kan en wil werken, ook daadwerkelijk mee kan doen op de arbeidsmarkt, met speciale aandacht voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze pleiten voor meer passend en beschut werk, maatwerkoplossingen en het makkelijker maken van de stap vanuit een uitkering naar werk. D66 ziet het benutten van ieders talent als essentieel om tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen en de samenleving draaiende te houden.
D66 erkent dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt extra ondersteuning nodig hebben om aan het werk te komen. Ze willen meer passend en beschut werk creëren, met nadruk op maatwerk voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten en anderen die moeilijk aan werk komen. Dit moet de stap naar werk vanuit een uitkering vergemakkelijken en bijdragen aan gelijke kansen.
“We maken de stap naar werk vanuit een uitkering makkelijker, bijvoorbeeld via vrijwillers- of deeltijdwerk. In dat kader willen wij ook dat er meer passend werk is of beschut werk is voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten en anderen met afstand tot de arbeidsmarkt, belangrijk daarbij is maatwerk.”
D66 wil dat iedereen zich een leven lang kan ontwikkelen, met extra ondersteuning voor mensen met een korte of geen vooropleiding. Door een hoger persoonlijk leerbudget voor deze groep te bieden, willen ze de kansen op de arbeidsmarkt vergroten en de afstand tot werk verkleinen.
“Wie een korte of geen vooropleiding heeft, krijgt een hoger budget. Want voor gelijke kansen moeten we ongelijk investeren.”
D66 wil mensen stimuleren om over te stappen naar beroepen waar de krapte het grootst is, zoals zorg, onderwijs en techniek. Dit biedt ook kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om in te stromen in sectoren waar veel vraag is naar personeel.
“D66 wil een landelijke krapteaanpak. Samen met werkenden, ondernemers en de overheid stimuleren we mensen om over te stappen naar beroepen waar de krapte het grootst is. We beginnen met de zorg, het onderwijs en de techniek.”
De ChristenUnie vindt dat iedereen, ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, volwaardig moet kunnen meedoen in de samenleving. Ze willen de toegang tot werk voor deze groep verbeteren door extra begeleiding, beschutte werkplekken en eenvoudiger toegankelijke instrumenten zoals jobcoaching en loonkostensubsidie. Sociale werkvoorzieningen moeten voldoende plekken bieden als vangnet en springplank.
De ChristenUnie erkent dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt extra ondersteuning nodig hebben om volwaardig te kunnen deelnemen. Ze willen dat de ondersteuningsbehoefte van de werknemer centraal staat en dat instrumenten als jobcoaching en loonkostensubsidie eenvoudiger toegankelijk worden, ongeacht het type uitkering. Ook moeten sociale werkvoorzieningen voldoende plekken bieden als vangnet en springplank.
“Iedereen die aan de kant staat of een afstand heeft tot de arbeidsmarkt, moet volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. De ondersteuningsbehoefte van de werknemer staat centraal, bijvoorbeeld via extra begeleiding of een beschutte werkplek. De verschillende instrumenten (zoals jobcoaching of loonkostensubsidie) worden eenvoudiger toegankelijk voor werkgevers, ongeacht via welke wet (WIA, WW, bijstand) de werknemer nu een uitkering ontvangt.”
“Voor mensen die duurzaam of tijdelijk afhankelijk zijn van een beschermde werkomgeving, moeten sociale werkvoorzieningen voldoende werkplekken bieden als vangnet en als springplank.”
De PVV benoemt "afstand tot de arbeidsmarkt" vooral in relatie tot statushouders en niet-westerse allochtonen, waarbij zij deze groepen aanwijst als langdurig afhankelijk van de bijstand. De partij stelt voor om sociale voorzieningen te beperken voor mensen die de Nederlandse taal niet spreken en wil statushouders strenger behandelen bij uitkeringsafhankelijkheid. Concrete voorstellen richten zich op het uitsluiten van bijstand voor niet-Nederlandstaligen en het beëindigen van voorrang op sociale huurwoningen voor statushouders.
De PVV wil de toegang tot de bijstand beperken voor mensen die de Nederlandse taal niet beheersen, met als doel de arbeidsparticipatie te bevorderen en langdurige afhankelijkheid van uitkeringen te voorkomen. Dit standpunt adresseert het probleem van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, vooral onder statushouders en niet-westerse allochtonen.
“Geen bijstand voor wie geen Nederlands spreekt”
De PVV signaleert dat een groot deel van de statushouders langdurig afhankelijk blijft van de bijstand, wat volgens de partij een teken is van onvoldoende integratie en een blijvende afstand tot de arbeidsmarkt. Dit wordt gebruikt als argument voor strengere immigratie- en integratievoorwaarden.
“Een derde van de statushouders zit na negen jaar nog steeds in de bijstand; meer dan de helft van de bijstandsontvangers in ons land zijn niet-westerse allochtonen.”
NSC wil mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt actiever betrekken bij werk door het creëren van meer arbeidsplaatsen, het aantrekkelijker maken voor werkgevers om deze doelgroep aan te nemen, en het uitbreiden van beschutte werkplekken. Ze zetten in op gerichte ondersteuning zoals loonkostensubsidies, jobcoaching en het effectiever inzetten van sociaal ontwikkelbedrijven, met als doel dat iedereen volwaardig kan meedoen in de samenleving.
NSC erkent dat mensen met een (aangeboren) beperking of afstand tot de arbeidsmarkt vaak onvoldoende kansen krijgen om hun talenten te benutten. Ze willen dit oplossen door een nieuw aanvalsplan, het aantrekkelijker maken voor werkgevers om deze mensen aan te nemen, en het uitbreiden van beschutte werkplekken en ondersteuning via sociaal ontwikkelbedrijven.
“Er komt een nieuw aanvalsplan om arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om zo hun talenten beter te benutten. Het moet voor werkgevers veel aantrekkelijker en eenvoudiger worden om mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen (door omscholing, no riskpolis, loonkostensubsidie, jobcoaching). Het aantal beschutte plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt uitgebreid en we moeten effectiever gebruikmaken van sociaal ontwikkelbedrijven.”