De SGP vindt dat adoptie alleen in uitzonderlijke noodsituaties toegestaan moet zijn en dat het welzijn van het kind altijd voorop moet staan, bij voorkeur opgroeiend bij de eigen biologische vader en moeder. Interlandelijke adoptie wordt slechts voortgezet als internationale verdragen strikt worden nageleefd en alleen als er geen andere opties zijn voor het kind. Adoptie door andere dan een vader én moeder, of in situaties waar bewust een ouder ontbreekt, wordt als onwenselijk gezien.
De SGP stelt dat het welzijn van het kind het beste wordt gediend door opgroeien bij de eigen vader en moeder; adoptie mag alleen plaatsvinden in echte noodsituaties. Adoptie in andere situaties, zoals bij het ontbreken van een vader of moeder, wordt actief tegengegaan. Het registreren van de ontstaansgeschiedenis van een kind is volgens de SGP geen volwaardig alternatief voor het opgroeien bij biologische ouders.
“Uitzonderingssituaties daargelaten wordt het welzijn van het kind het beste gediend als het opgroeit bij zijn eigen vader en moeder. Het registreren van de ‘ontstaansgeschiedenis’ van een kind is geen volwaardig alternatief voor deze situatie. Adoptie anders dan in noodsituaties wordt daarom tegengegaan.”
“Het is niet goed om bewust een situatie te creëren waarin een vader of moeder ontbreekt. Adoptie in andere situaties dan die waar sprake is van een pleeg-/adoptievader én -moeder, is dan ook onwenselijk.”
De SGP wil interlandelijke adoptie alleen toestaan als internationale verdragen strikt worden nageleefd en er geen risico is op kinderhandel. Nederland moet zich houden aan het Haags Adoptieverdrag en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, en niet samenwerken met landen waar misstanden voorkomen.
“We zetten interlandelijke adoptie op zorgvuldige wijze voort voor kinderen waarvoor de natuurlijke ouders echt niet kunnen zorgen. Hierbij leggen we de focus op extra alertheid bij misstanden en goede waarborgen. Nederland conformeert zich aan het Haags Adoptieverdrag en werkt niet samen met landen waar het risico op kinderhandel groot is.”
“Een afbouwplan voor interlandelijke adoptie is pas zorgvuldig als de internationale verdragen zoals het Haags Adoptieverdrag en het Verdrag inzake de Rechten van het kind worden nageleefd. Nederland kan niet zomaar weigeren aan de verdragsrechtelijke verplichtingen te voldoen.”
De SGP vindt het belangrijk dat adoptiekinderen altijd hun dossier kunnen inzien om hun herkomst te achterhalen.
“Adoptiekinderen moeten te allen tijde hun dossier kunnen inzien om hun herkomst te achterhalen.”
BIJ1 wil interlandelijke adoptie beëindigen en stelt strikte voorwaarden aan adoptie binnen Nederland, waarbij het belang en de rechten van het kind centraal staan. Adoptie mag alleen plaatsvinden als het volledig vrijwillig is, pleegzorg geen betere optie is, en de gegevens van biologische ouders beschikbaar blijven voor het kind. Daarnaast erkent BIJ1 het recht van geadopteerden om hun afstamming te kennen en pleit voor overheidssteun hierbij.
BIJ1 wil een einde maken aan adoptie van kinderen uit het buitenland, omdat dit vaak gepaard gaat met schendingen van kinderrechten en onduidelijkheid over afstamming. Adoptie binnen Nederland blijft mogelijk, maar alleen onder strikte voorwaarden die het belang van het kind vooropstellen.
“Er wordt een einde gemaakt aan interlandelijke adoptie.”
Adoptie mag alleen plaatsvinden als het volledig vrijwillig is, pleegzorg geen betere optie is, en de identiteit van de biologische ouders bekend blijft voor het kind. Dit moet waarborgen dat het kind niet onnodig wordt losgemaakt van zijn of haar biologische familie en altijd toegang heeft tot zijn of haar afkomst.
“Adoptie binnen Nederland kan alleen wanneer de gegevens van biologische ouders beschikbaar blijven voor het geadopteerde kind. Ook moet het 100% zeker zijn dat het gaat om een vrijwillige adoptie waarbij pleegzorg niet een betere optie is.”
BIJ1 erkent het recht van geadopteerden om hun biologische afkomst te kennen en vindt dat de overheid hen hierin actief moet ondersteunen. Dit is bedoeld om het recht op identiteit en persoonlijke geschiedenis te waarborgen.
“Mensen die in het verleden als kind zijn geadopteerd, hebben het recht om de feiten van hun afstamming te weten en worden hierin waar mogelijk gesteund door de overheid.”
De Partij voor de Dieren vindt dat mensen die geadopteerd zijn recht hebben op volledige inzage in hun herkomst en adoptiedossier, en wil het herstel van geboortegegevens eenvoudiger en kosteloos maken. Daarnaast pleit de partij voor adoptiesensitieve zorg binnen de gezondheidszorg. De kern van hun visie is het waarborgen van transparantie, recht op informatie en passende ondersteuning voor geadopteerden.
De PvdD wil dat geadopteerden eenvoudig en kosteloos toegang krijgen tot hun geboortegegevens en volledige inzage in hun adoptiedossier, in lijn met internationale verdragen en uitspraken van de Hoge Raad. Dit moet bijdragen aan het recht op identiteit en het verwerken van hun achtergrond.
“We maken het herstel van geboortegegevens eenvoudiger en kosteloos voor mensen die geadopteerd zijn. In lijn met internationale verdragen en de reeds gedane uitspraak van de Hoge Raad, geven we mensen die geadopteerd zijn het recht op informatie over hun herkomst, inclusief inzicht in hun adoptiedossier.”
De partij erkent dat geadopteerden specifieke zorgbehoeften kunnen hebben en wil dat adoptiesensitieve zorg actief wordt ondersteund binnen het zorgstelsel.
“Ook adoptiesensitieve zorg wordt ondersteund.”
De ChristenUnie wil het belang van kinderen en hun recht op het kennen van hun afkomst centraal stellen bij adoptie. De partij pleit voor een zorgvuldige afbouw van interlandelijke adoptie, mede naar aanleiding van misstanden en het rapport van de Commissie Joustra.
De ChristenUnie vindt dat interlandelijke adoptie gepaard gaat met risico’s op misstanden en dat het belang van het kind, met name het recht op het kennen van de eigen afkomst, voorop moet staan. Daarom wil de partij deze vorm van adoptie zorgvuldig afbouwen.
“Dit betekent dat donor- en adoptiekinderen het recht hebben om hun afkomst te kennen. De ChristenUnie is, gezien de conclusies uit het rapport van de Commissie Joustra, voor een zorgvuldige afbouw van interlandelijke adoptie.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma