BVNL noemt "achterstandswijken" niet expliciet, maar hun visie op het voorkomen en aanpakken van achterstandswijken draait om het liberaliseren van de woningmarkt, het tegengaan van scheefwonen en woonfraude, en het beperken van immigratie. De partij stelt voor om de overheid terug te trekken uit de woningmarkt, regels te schrappen, en sociale huurwoningen selectiever toe te wijzen. Hun kernidee is dat minder overheidsbemoeienis en strengere selectie van huurders de vorming van achterstandswijken tegengaan.
BVNL ziet scheefwonen en woonfraude als belangrijke oorzaken van problemen in sociale huurwijken, waaronder achterstandswijken. Door strengere handhaving en hogere huren voor scheefwoners willen ze de doorstroming bevorderen en misbruik tegengaan, zodat sociale huurwoningen terechtkomen bij de juiste doelgroep.
“Pak scheefwoners aan. 7% van de huurders in sociale woningen woont scheef en houdt ten onrechte een gesubsidieerde woning bezet. Scheefwoners moeten in elk geval de maximaal redelijke WWS-huur betalen.”
“Pak woonfraude aan. Niet alleen van verhuurders, maar ook woonfraude van huurders die hun sociale woning voor veel geld onderverhuren. Zij die meerdere verblijfstitels hebben en die hun sociale huurwoning woning onderverhuren, verliezen hun Nederlandse verblijfstitel.”
BVNL wil sociale huurwoningen niet langer automatisch toewijzen aan statushouders en expats, en huurtoeslag beperken tot Nederlanders. Dit moet voorkomen dat kwetsbare groepen zich concentreren in bepaalde wijken, wat volgens BVNL bijdraagt aan het ontstaan van achterstandswijken.
BVNL stelt dat overheidsregulering en bureaucratie de woningmarkt verstoren en zo bijdragen aan problemen in kwetsbare wijken. Door deregulering, het afschaffen van regels en het liberaliseren van de markt, verwachten ze dat de woningmarkt gezonder wordt en achterstandswijken minder kans krijgen te ontstaan.
BVNL koppelt de druk op de woningmarkt en het ontstaan van achterstandswijken direct aan immigratie. Door een asielstop en beperking van immigratie willen ze de instroom naar kwetsbare wijken verminderen.
FVD noemt het begrip "achterstandswijken" niet expliciet in het verkiezingsprogramma, maar hun beleid richt zich op het verkleinen van het aandeel sociale huurwoningen, het schrappen van voorrang voor statushouders, en het stimuleren van woningbezit onder Nederlanders. De partij ziet het verminderen van sociale huur en het geven van voorrang aan Nederlanders als manieren om problemen in kwetsbare wijken te voorkomen en de leefbaarheid te vergroten. Concrete voorstellen zijn het beperken van sociale huur, het afschaffen van verplichte sociale woningbouw bij private projecten, en het stimuleren van verkoop van corporatiewoningen aan huurders.
FVD wil het aandeel sociale huurwoningen, vooral in grote steden, verkleinen omdat zij vinden dat een hoge concentratie sociale huur leidt tot afhankelijkheid van de overheid en problemen in wijken. Door minder sociale huur toe te staan en verhuurders meer vrijheid te geven, beoogt FVD de vitaliteit van de huurmarkt te vergroten en de vorming van achterstandswijken te voorkomen.
FVD stelt dat het huisvesten van statushouders in de sociale sector ten koste gaat van Nederlanders en bijdraagt aan problemen in kwetsbare wijken. Door Nederlanders altijd voorrang te geven, wil FVD segregatie en concentratie van kwetsbare groepen in bepaalde wijken tegengaan.
FVD wil woningcorporaties aansporen om huurwoningen te verkopen aan huurders, zodat meer mensen eigenaar worden van hun woning. Dit moet de sociale stijging bevorderen en de afhankelijkheid van sociale huur verminderen, wat volgens FVD bijdraagt aan het tegengaan van achterstandswijken.
BIJ1 ziet achterstandswijken als het resultaat van structurele ongelijkheid, gentrificatie en verwaarlozing, en pleit voor een radicaal andere aanpak waarbij de behoeften van bewoners centraal staan. Hun belangrijkste voorstellen zijn het stoppen van gentrificatie, het verbeteren van leefbaarheid en vergroening van arme wijken, en het afdwingen van betaalbare, toegankelijke woningen. BIJ1 wil dat volkswijken worden opgeknapt zonder bewoners te verdrijven, en dat sociale ongelijkheid in deze wijken actief wordt bestreden.
BIJ1 stelt dat gentrificatie en het opknappen van volkswijken vaak leiden tot verdringing van bestaande bewoners, vooral gezinnen met een kleinere portemonnee en een migratieachtergrond. Ze willen dat deze mensen beschermd worden en dat hun woonrecht wordt gegarandeerd, zodat opknapbeurten niet tot uitsluiting leiden.
“Het opknappen van volkswijken mag niet langer leiden tot het verdringen van de bewoners. Gentrificatie raakt gezinnen met een kleinere portemonnee en een migratieachtergrond extra hard. Hun woonrecht en thuis horen te worden beschermd.”
“We komen met een uitgebreid plan om gentrificatie te stoppen. Mensen die er al woonden, mogen na de verbouwing van hun huurwoning altijd terug verhuizen voor dezelfde huurprijzen.”
BIJ1 erkent dat armere en versteende wijken extra kwetsbaar zijn voor problemen als hittestress en oversterfte. Ze willen deze wijken groener maken en verhuurders verplichten woningen te verduurzamen, zodat de leefomgeving gezonder en inclusiever wordt.
“We maken onze woonomgeving veel groener. Vooral in versteende wijken. Hiermee pakken we hittestress en oversterfte in vooral de armere wijken aan.”
Om sociale ongelijkheid in achterstandswijken te bestrijden, wil BIJ1 extra betaalbare woningen realiseren voor de meest kwetsbare mensen, met huren die niet hoger zijn dan €350 per maand. Ook pleiten ze voor een inclusieve aanpak waarbij mensen met een handicap en andere gemarginaliseerde groepen voorrang krijgen bij nieuwe bouwplannen.
“Voor de meest kwetsbare mensen komt er een extra klasse binnen de sociale huursector, met huren die niet hoger zijn dan € 350 per maand.”
“Wij hebben een nieuwe aanpak waarbij de behoeften van bewoners voorrang krijgen bij nieuwe bouwplannen. In het bijzonder mensen met een handicap.”
NSC benoemt het begrip "achterstandswijken" niet expliciet, maar richt zich op het bevorderen van sociale cohesie, leefbaarheid en doorstroming in kwetsbare buurten. Hun belangrijkste voorstellen zijn het stimuleren van woningruil, het opstellen van buurtplannen met leefbaarheidsactiviteiten, en het bouwen van meer betaalbare (sociale) woningen om segregatie en problemen in kwetsbare wijken structureel aan te pakken.
NSC erkent dat in sommige buurten de sociale samenhang en leefbaarheid onder druk staan, wat vaak kenmerkend is voor achterstandswijken. Ze willen dat gemeenten, woningcorporaties en zorg- en welzijnsorganisaties samen buurtplannen maken met leefbaarheidsactiviteiten om ontmoeting en verbinding tussen oude en nieuwe bewoners te stimuleren.
“Om ervoor te zorgen dat mensen die al langer in een buurt wonen en mensen die nieuw komen elkaar kunnen ontmoeten, zijn leefbaarheidsactiviteiten nodig. Gemeenten, woningcorporaties en zorg- en welzijnsorganisaties maken hiervoor samen buurtplannen die onderdeel worden van de lokale prestatieafspraken.”
NSC ziet beperkte doorstroming als een oorzaak van problemen in kwetsbare wijken. Ze willen woningruil en het bouwen van meer seniorenwoningen stimuleren, zodat bewoners kunnen verhuizen naar een woning die beter bij hun levensfase past en er ruimte ontstaat voor nieuwe gezinnen.
“Op het moment dat iemand te groot woont, moet het mogelijk worden om van woning te ruilen met iemand die te klein woont. Dit zien we als gewenste woningruil. We verwachten van woningcorporaties en gemeenten dat zij dit mogelijk maken.”
“Nieuw Sociaal Contract wil dat er meer seniorenwoningen komen, zodat Harry naar een geschikte woning kan verhuizen en zijn grotere woning weer vrijkomt voor een jong gezin.”
NSC wil het aandeel sociale huur en betaalbare woningen vergroten, zodat mensen met een lager inkomen niet geconcentreerd raken in achterstandswijken en er meer gemengde buurten ontstaan.
“Het is dus noodzakelijk dat er snel meer betaalbare woningen komen; we streven naar een aandeel van 30% sociale huur en van 2/3de betaalbare koop en midden-huur.”
“We bouwen meer woningen... waarbij we daarbij vol in op de bouw van sociale huurwoningen en betaalbare huur- en koopwoningen zodat iedereen een passend huis kan vinden.”
D66 noemt het begrip "achterstandswijken" niet expliciet, maar zet in op het voorkomen van concentratie van kwetsbare groepen en het bevorderen van gemengde, leefbare wijken. De partij wil wettelijk vastleggen dat bij nieuwbouw minstens 30% sociale huur komt in elke gemeente en dat huisvesting voor aandachtsgroepen eerlijk wordt verdeeld, zodat segregatie en het ontstaan van achterstandswijken wordt tegengegaan. D66 richt zich op het versterken van sociale cohesie en leefbaarheid door investeringen in voorzieningen, groen en samenwerking met woningcorporaties.
D66 wil wettelijk vastleggen dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur wordt gerealiseerd. Dit moet voorkomen dat kwetsbare groepen zich concentreren in bepaalde wijken en zo het ontstaan van achterstandswijken tegengaan. Door gemengde wijken te stimuleren, beoogt D66 sociale cohesie en leefbaarheid te bevorderen.
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
Om te voorkomen dat kwetsbare groepen zich ophopen in specifieke wijken, wil D66 de huisvesting van aandachtsgroepen (zoals mensen met een zorgbehoefte) wettelijk eerlijk verdelen over gemeenten. Dit moet segregatie en het ontstaan van achterstandswijken tegengaan.
“We regelen wettelijk dat huisvesting voor aandachtsgroepen eerlijk wordt verdeeld over gemeenten, op basis van het inwoneraantal.”
D66 wil investeren in autoluwe, groene wijken met goede voorzieningen en samenwerking met woningcorporaties om leefbare buurten te creëren. Dit beleid is gericht op het voorkomen van achterstandswijken door sociale cohesie, veiligheid en voorzieningen te versterken.
“We blijven investeren in autoluwe groene wijken met toegankelijk ov, scholen, groen, speeltuinen, kinderopvang, zorg en ontmoetingsplekken voor alle generaties.”
“Woningcorporaties krijgen weer de ruimte om te doen waarvoor ze zijn opgericht: samen met de overheid en hun huurdersorganisaties betaalbare huizen bouwen in leefbare buurten.”
DENK vindt dat te veel wijken in Nederland zijn verwaarloosd en wil dat de overheid actief investeert in het verbeteren van leefbaarheid, veiligheid en kansengelijkheid in deze kwetsbare gebieden. De partij pleit voor meer rijksregie, extra geld voor leefbaarheid, bestrijding van misstanden zoals uitbuiting van arbeidsmigranten, en prioriteit voor onderwijs en voorzieningen in deze wijken. DENK ziet het aanpakken van achterstandswijken als een kerntaak van de overheid om ongelijkheid te verminderen en iedereen een eerlijke kans te geven.
DENK wil dat de landelijke overheid meer verantwoordelijkheid neemt voor het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in achterstandswijken, met extra middelen en een centrale aanpak. Dit moet verwaarlozing tegengaan en zorgen voor een fijne woonomgeving voor iedereen.
“Te veel wijken in ons land zijn door de overheid verwaarloosd. Wij willen dat de regering regie pakt en iedereen een fijne woonomgeving biedt. Dit willen wij door: Meer geld te reserveren voor het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Meer wijken in Nederland krijgen een aanpak onder regie van het Rijk.”
DENK wil de negatieve effecten van uitbuiting van arbeidsmigranten en misstanden zoals overbewoning en schijnhuurcontracten in kwetsbare wijken actief bestrijden, onder andere via strengere handhaving en verhuurvergunningen.
“De negatieve effecten van de uitbuiting van arbeidsmigranten op kwetsbare wijken te kenteren. Misstanden zoals overbewoning, schijnhuurcontracten en uitbuiting worden bestreden, onder andere via verhuurvergunningen, verplichtingen voor werkgevers en handhaving.”
DENK wil investeren in onderwijsachterstandenbeleid en hogere salarissen voor leraren in kwetsbare wijken, om zo de kansen van kinderen in achterstandswijken te vergroten en de vicieuze cirkel van achterstand te doorbreken.
De Partij voor de Dieren benoemt niet expliciet "achterstandswijken", maar zet zich in voor het verbeteren van leefomstandigheden in kwetsbare buurten door ongelijk te investeren in de meest kwetsbare groepen, het bevorderen van gemengde wijken en het tegengaan van gentrificatie. Hun belangrijkste voorstellen zijn gericht op meer sociale huurwoningen, het beschermen van bestaande bewoners en het investeren in onderwijs, huisvesting en een gezonde leefomgeving voor kansarme groepen.
De PvdD erkent dat gezondheidsproblemen, ontwikkelingsachterstanden en lagere levensverwachting vaker voorkomen in kwetsbare buurten. Ze pleiten voor gerichte investeringen in deze wijken, met nadruk op onderwijs, huisvesting, inkomen en een gezonde leefomgeving, om structurele achterstanden te verkleinen.
“We zetten vol in op de meest kwetsbare groepen, zoals kinderen, en investeren in onderwijs, in huisvesting, in inkomen en in een groene, veilige en gezonde leefomgeving.”
De partij wil het karakter van bestaande wijken beschermen en gentrificatie tegengaan, zodat bewoners met verschillende inkomens, achtergronden en leefstijlen samenleven. Dit moet voorkomen dat kwetsbare groepen worden verdrongen en sociale segregatie toeneemt.
“Gentrificatie wordt tegengegaan door het karakter van wijken en de rechten van degenen die daar al wonen te beschermen. Ook wordt aangestuurd op gemengde wijken, waar bewoners van verschillende inkomensgroepen, achtergronden en leefstijlen elkaar ontmoeten.”
Om woonachterstanden in kwetsbare buurten te verminderen, wil de PvdD het aandeel sociale huurwoningen vergroten en zorgen voor een goede spreiding per buurt. Dit moet de toegankelijkheid van betaalbare woningen verbeteren en segregatie tegengaan.
De VVD wil achterstandswijken verbeteren door te investeren in leefbaarheid, veiligheid, onderwijs en werkgelegenheid, met speciale aandacht voor kwetsbare wijken. Ze kiezen voor gerichte investeringen, het stimuleren van doorstroming op de woningmarkt en het aanpakken van overlast, met als doel om kansen voor bewoners te vergroten en de leefomgeving te verbeteren.
De VVD richt zich op het verbeteren van kwetsbare (achterstands)wijken door te investeren in leefbaarheid, veiligheid, onderwijs en werkgelegenheid. Het doel is om de kansen van bewoners te vergroten en de wijken veiliger en prettiger te maken, onder andere via het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en het stimuleren van een divers woningaanbod.
“We investeren in twintig kwetsbare wijken via het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. We hebben aandacht voor wonen, leren en werken en vergroten de kansen van bewoners. We verruimen de toepassing van de Rotterdamwet, stimuleren een divers woningaanbod en zetten in op goed onderwijs. Zo creëren we veilige, leefbare wijken.”
“Woningcorporaties vernieuwen en verduurzamen in kwetsbare wijken waar zij voor leefbaarheid zorgen.”
De VVD wil de leefbaarheid in achterstandswijken vergroten door harder op te treden tegen overlast, zoals kraken, en door het verhogen van straffen en het herstellen van de rechtsorde. Dit moet bijdragen aan veiligere en aantrekkelijkere wijken voor bewoners.
“Hier hoort ook bij dat we kraken harder aanpakken. We verhogen de straffen verder, zorgen voor schadevergoeding aan eigenaren en herstellen de rechtsorde in buurten.”
Om achterstandswijken te verbeteren, zet de VVD in op het vernieuwen en verduurzamen van bestaande woningen en het stimuleren van doorstroming, zodat sociale huurwoningen beschikbaar blijven voor wie ze het hardst nodig heeft.
“Om sociale huurwoningen beschikbaar te houden voor de mensen die deze woningen het hardst nodig hebben, komt er een jaarlijkse inkomenstoets voor sociale huurwoningen, om te bepalen of de huurprijs nog passend is.”
Volt benoemt "achterstandswijken" niet expliciet, maar zet in op het voorkomen van nieuwe achterstandswijken door gemengde, groene en leefbare wijken te stimuleren en eerlijke spreiding van kwetsbare groepen over alle wijken te eisen. Hun belangrijkste voorstellen zijn het bevorderen van sociale cohesie via wijkmix, het eerlijk verdelen van aandachtsgroepen over gemeenten en wijken, en het transformeren van bestaande wijken tot gezonde, diverse buurten. Volt kiest voor preventie en integratie in plaats van het labelen of apart behandelen van achterstandswijken.
Volt wil het ontstaan van achterstandswijken voorkomen door te sturen op een grote variatie aan woningen en functies binnen wijken, zodat verschillende groepen elkaar ontmoeten en sociale cohesie ontstaat. Dit moet segregatie tegengaan en de leefbaarheid verhogen.
“Door een zo groot mogelijke variatie in woningen (tijdelijk, vast, huur, koop, groot, klein, individuele en groepswoningen en wooncoöperaties) ontstaat er een levendige wijk. Mensen met verschillende achtergronden ontmoeten elkaar door alle wijkvoorzieningen vaker, waardoor de sociale cohesie in onze samenleving toeneemt.”
“Ook bestaande wijken kunnen stap voor stap transformeren tot deze gezonde, levendige wijken. We stimuleren gemeenten om actief de kansen te benutten om vrijkomende gebouwen, huizen en openbare ruimtes te transformeren naar functies die tot nu toe in de wijk ontbreken.”
Volt wil voorkomen dat kwetsbare groepen geconcentreerd raken in specifieke wijken, wat het risico op nieuwe achterstandswijken verkleint. Gemeenten en wijken moeten eerlijk bijdragen aan de huisvesting van deze groepen.
“Volt vindt dat alle gemeenten, en de verschillende wijken hierin, eerlijk moeten bijdragen aan de huisvesting van bijzondere aandachtsgroepen en urgent woningzoekenden.”
Volt pleit voor een collectieve aanpak van slecht geïsoleerde woonwijken, wat vaak samenvalt met sociaaleconomisch zwakkere buurten. Dit voorkomt dat energiearmoede zich concentreert in achterstandswijken.
“Een collectieve wijkaanpak voor slecht geïsoleerde woonwijken is de meest kosteneffectieve strategie tegen energiearmoede.”
De ChristenUnie wil achterstandswijken aanpakken door te investeren in leefbaarheid, sociale samenhang en het vernieuwen van verouderde wijken. Ze zetten in op het voortzetten en uitbreiden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV), gericht op integrale versterking van kwetsbare wijken, en benadrukken het belang van gemengde wijken waar mensen met verschillende achtergronden samenleven.
De ChristenUnie erkent dat leefbaarheid en kansen in veel dorpen en wijken onder druk staan, met toenemende verschillen in gezondheid, veiligheid en toekomstkansen. Ze willen dit tegengaan door het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid voort te zetten en uit te breiden naar meer regio’s, met een integrale aanpak gericht op vernieuwing, sociale samenhang en kansen voor jongeren. Het doel is om achterstandswijken structureel te versterken en ongelijkheid te verminderen.
“Daarom zetten we het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) voort. We zien dat dit programma effect heeft in wijken als Amsterdam Zuid-Oost, Delft-West en Dordrecht-West. We breiden dit programma uit naar regio’s die nu nog buiten de boot vallen, zoals Zeeuws-Vlaanderen, de Veenkoloniën, Twente en zogenaamde New Towns (voormalige groeikernen zoals Zoetermeer). We zetten in op een integrale versterking van de leefbaarheid door verouderde wijken te vernieuwen, sociale samenhang te bevorderen en kansen voor jongeren te vergroten.”
De partij wil voorkomen dat wijken worden verdeeld naar inkomen en zet in op gemengde wijken met verschillende achtergronden en inkomens. Dit moet bijdragen aan het verminderen van sociale achterstanden en het bevorderen van onderlinge verbondenheid in kwetsbare buurten.
“Het is bijvoorbeeld belangrijk dat wijken niet worden verdeeld naar inkomen. Om dat aan te moedigen bouwen we in alle dorpen en steden twee derde betaalbare koop- en huurwoningen, waaronder 30 procent sociale huur. We zorgen voor gemengde wijken, waar mensen met verschillende achtergronden en inkomens samenleven.”
De ChristenUnie richt zich specifiek op het vernieuwen van verouderde wijken als onderdeel van de aanpak van achterstandswijken. Door fysieke vernieuwing en sociale investeringen willen ze de leefbaarheid en toekomstkansen in deze buurten verbeteren.
“We zetten in op een integrale versterking van de leefbaarheid door verouderde wijken te vernieuwen, sociale samenhang te bevorderen en kansen voor jongeren te vergroten.”
De SP erkent dat achterstandswijken vaak onevenredig belast worden met sociale problemen en huisvesting van kwetsbare groepen, en wil deze ongelijkheid actief tegengaan. Hun belangrijkste voorstellen zijn het eerlijk verdelen van de opvang van vluchtelingen en nieuwkomers over alle gemeenten, het bevorderen van gemengde buurten en het investeren in voorzieningen en woningkwaliteit in álle wijken. De kern van hun visie is dat iedereen recht heeft op een leefbare, gemengde en kansrijke buurt, ongeacht inkomen of achtergrond.
De SP stelt dat achterstandswijken en arme buurten nu te vaak de lasten dragen van de opvang van vluchtelingen en nieuwkomers, wat leidt tot extra sociale druk en segregatie. Ze willen dat ook rijke gemeenten en wijken hun eerlijke deel nemen, zodat de problemen niet geconcentreerd blijven in kwetsbare buurten.
“De opvang van vluchtelingen moet eerlijk verdeeld worden over gemeenten. Dat lijkt logisch, maar vluchtelingen worden nu vaak opgevangen en gehuisvest in arme buurten en gemeenten. Dan moet je niet gek opkijken wanneer er spanningen ontstaan, want daar zijn vaak al veel problemen en wonen vaak al veel meer migranten. Ondertussen vangen de rijkste gemeenten van Nederland bijna geen mensen op. We maken een eind aan deze oneerlijke praktijken door de rijkste gemeenten en wijken hun eerlijke deel te laten bijdragen.”
De SP wil segregatie en tweedeling in achterstandswijken tegengaan door gemengde buurten te stimuleren, onder andere via woningbouw in verschillende prijsklassen en het spreiden van huisvesting van nieuwkomers. Dit moet voorkomen dat kwetsbare groepen geconcentreerd raken in probleemwijken.
“We bestrijden de tweedeling en segregatie op school en in de buurt, bijvoorbeeld door woningen te bouwen in verschillende prijsklassen. In rijkere gemeenten en buurten wordt ook voldoende ruimte gemaakt voor de huisvesting van nieuwkomers. Zo voorkomen we dat vluchtelingen onevenredig vaak terechtkomen in buurten waar veel problemen zijn.”
De SP benadrukt het belang van goede voorzieningen, buurthuizen en gemengde woningbouw in álle wijken, om te voorkomen dat achterstandswijken ontstaan of verergeren. Ze willen villawijken die zich afzonderen tegengaan en juist verbinding en gelijke kansen in elke buurt stimuleren.
“Wij zorgen voor goede voorzieningen in álle wijken. Met buurthuizen om samen te komen en woningen voor mensen met verschillende inkomens. We ondersteunen iedereen die hulp nodig heeft en accepteren niet dat villawijken ontstaan waar delen van de bevolking zich afzonderen van de rest van de samenleving.”
BBB benoemt het probleem van leefbaarheid en onveiligheid in bepaalde wijken, waarbij zij de oorzaak vooral leggen bij massamigratie en veranderende bevolkingssamenstelling. Concrete beleidsvoorstellen gericht op het verbeteren van achterstandswijken ontbreken; de partij focust vooral op het beperken van migratie en het herstellen van herkenbaarheid en veiligheid in buurten.
BBB signaleert dat in sommige wijken de leefbaarheid en veiligheid zijn afgenomen, wat zij toeschrijven aan massamigratie en veranderde bevolkingssamenstelling. De partij koppelt het ontstaan van achterstandswijken aan deze factoren, maar doet geen concrete voorstellen voor wijkverbetering; de nadruk ligt op het beperken van migratie als oplossing.
“Maar in sommige wijken is dat helaas niet meer de realiteit. Door massaimmigratie is de samenstelling van buurten ingrijpend veranderd. Mensen herkennen hun eigen omgeving soms niet meer. Kinderen groeien op in een straat waar nauwelijks nog Nederlands wordt gesproken. Ouderen durven niet meer...”
BBB stelt dat iedereen gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid moet hebben, ongeacht waar men woont. Dit is een algemene uitspraak die impliciet relevant is voor achterstandswijken, maar het programma biedt geen specifieke maatregelen voor deze wijken.
“Gelijke toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, vervoer en veiligheid mag geen kwestie van postcode zijn.”
Het CDA benoemt "achterstandswijken" niet expliciet, maar richt zich op het versterken van buurten en wijken met sociale problemen via integraal beleid en investeringen in leefbaarheid en veiligheid. De partij wil sociale problemen verkleinen door samenwerking tussen verschillende domeinen (zoals zorg, huisvesting en sociale zaken) en inzet van programma’s gericht op leefbaarheid, vooral bij grootschalige woningbouw. Concrete voorstellen zijn het Programma Leefbaarheid en Veiligheid en het stimuleren van gemeenschapsgericht bouwen door woningcorporaties.
Het CDA wil sociale problemen in kwetsbare wijken aanpakken door beleid dat verschillende domeinen verbindt, zoals volksgezondheid, volkshuisvesting en sociale zaken. Dit moet leiden tot warme woonomgevingen, minder sociale problemen en betere doorstroming. Corporaties krijgen ruimte om te investeren in gemeenschapsgericht bouwen, met als doel leefbare steden en dorpen.
“We versterken buurten en wijken met integraal beleid tussen Volksgezondheid, Volkshuisvesting en Sociale Zaken door bij gebiedsontwikkeling van steden en dorpen de impact op het sociaal domein mee te wegen. Zo creëren we warme woonomgevingen voor senioren, verkleinen we sociale problemen van inwoners en bevorderen we doorstroom in wijken. Corporaties krijgen ruimte om te investeren in gemeenschapsgericht bouwen.”
Het CDA wil het bestaande Programma Leefbaarheid en Veiligheid inzetten op nieuwe grootschalige woningbouwlocaties, waarmee expliciet wordt ingezet op het voorkomen van nieuwe achterstandswijken en het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid in kwetsbare gebieden.
“Het Programma Leefbaarheid en Veiligheid zetten we door. Het komt beschikbaar voor de nieuw aangewezen grootschalige woningbouwlocaties.”
GroenLinks-PvdA erkent dat in veel Nederlandse wijken meerdere problemen samenkomen, zoals armoede, werkloosheid, onveiligheid en slechte woonkwaliteit. Hun belangrijkste voorstel is een "Nieuwe Wijkenaanpak" die gericht is op het verbeteren van leefbaarheid en verduurzaming door te investeren in woningen, publieke ruimte, werkgelegenheid, onderwijs, welzijn en veiligheid. De partij koppelt deze aanpak aan concrete maatregelen zoals een isolatie-offensief voor slecht geïsoleerde woningen.
GroenLinks-PvdA wil achterstandswijken verbeteren door een integrale aanpak die niet alleen woningen opknapt en verduurzaamt, maar ook investeert in werkgelegenheid, onderwijs, welzijn en veiligheid. De partij ziet dat in deze wijken problemen samenkomen en wil deze met voorrang en gerichte financiering aanpakken, met speciale aandacht voor slechte woningkwaliteit en leefbaarheid.
“Er zijn veel wijken en buurten in Nederland waar veel problemen samenkomen. Er is meer armoede, werkloosheid en onveiligheid, en mensen leven er korter. De woningen zijn van minder goede kwaliteit, met slechte isolatie, meer tocht en schimmel. Deze problemen gaan we met voorrang aanpakken, inclusief financiering. Daarom komen we met een Nieuwe Wijkenaanpak. Daar hoort een isolatie-offensief bij, waarmee we slecht geïsoleerde woningen opknappen en verduurzamen. We combineren investeringen in huizen en publieke ruimte met investeringen in werkgelegenheid, onderwijs, welzijn en veiligheid.”
“Oude wijken en dorpen met veel sociale huur zijn vaak slecht voorbereid op klimaatverandering. Slechte isolatie leidt tot een hoge energierekening en longaandoeningen door schimmel, hitte tot risico’s voor ouderen en andere kwetsbare groepen, verouderde schoolgebouwen tot slechte concentratie bij leerlingen en daardoor slechtere leerprestaties. We vergroten leefbaarheid door verduurzaming via een gerichte wijkaanpak.”
De PVV benoemt "achterstandswijken" niet expliciet, maar hun standpunten over probleemwijken zijn duidelijk: ze willen meer politie-inzet en strengere handhaving in deze wijken, en leggen een direct verband tussen sociale problematiek, criminaliteit en immigratie. De partij stelt voor om fors meer agenten in te zetten in probleemwijken en pleit voor een zerotolerancebeleid tegen criminaliteit, met als doel de leefbaarheid en veiligheid te herstellen.
De PVV ziet probleemwijken als onveilig en legt de oorzaak bij criminaliteit en overlast, vaak in relatie tot immigratie. Hun oplossing is fors meer politie-inzet, vooral in deze wijken, en een harde aanpak van criminaliteit. Dit moet de veiligheid en leefbaarheid voor bewoners verbeteren.
JA21 erkent het bestaan van een groeiende kloof tussen rijke en arme (achterstands)wijken en wil deze achterstandswijken meer perspectief en leefbaarheid bieden. Hun belangrijkste voorstel is een Nationaal Programma waarbij overheid, gemeenten en andere partijen samen werken aan het herstel van betrokkenheid en verbetering van leefomstandigheden in deze wijken. De partij ziet het versterken van sociale cohesie en het aanpakken van problemen in achterstandswijken als essentieel voor een eerlijker Nederland.
JA21 wil dat achterstandswijken profiteren van gerichte, meerjarige samenwerking tussen verschillende partijen om de leefbaarheid en het toekomstperspectief van inwoners te verbeteren. Dit programma moet de betrokkenheid van bewoners vergroten en de kloof tussen rijke en arme wijken verkleinen.
“JA21 ziet nog steeds een groeiende kloof tussen de Randstad en de regio, tussen rijke stadsdelen en arme (achterstands)wijken... Daarom pleit JA21 voor het Nationaal Programma Democratisering en Regio. Binnen deze aanpak zullen Rijk, gemeenten, corporaties, schoolbesturen, etcetera meerjarig in de verschillende Nederlandse regio’s moeten samenwerken, door met collectieve inspraak en inspanning heldere doelen te stellen over het herstellen van de betrokkenheid van de regio’s en achterstandswijken bij hun toekomst en het verbeteren van de leefbaarheid en het perspectief van inwoners.”
De SGP benoemt het begrip "achterstandswijken" niet expliciet in haar verkiezingsprogramma en heeft geen specifiek beleid of concrete voorstellen die direct op deze wijken gericht zijn. Wel pleit de partij voor een gevarieerd woningaanbod, het verbeteren van de leefbaarheid in woonwijken en het voorkomen van eenzijdige woningbouw, wat indirect relevant kan zijn voor het voorkomen van nieuwe achterstandswijken. Specifieke, onderscheidende standpunten of maatregelen gericht op bestaande achterstandswijken ontbreken.
De SGP wil de leefbaarheid in woonwijken behouden door te zorgen voor een breed en gevarieerd woningaanbod en voldoende groenvoorzieningen. Dit beleid is bedoeld om te voorkomen dat wijken achterstandswijken worden, maar richt zich niet expliciet op het aanpakken van bestaande achterstandswijken.
“Om de leefbaarheid in woonwijken op peil te houden is het van belang dat er een breed en gevarieerd aanbod van woningen is en dat er voldoende groenvoorzieningen zijn. Bij nieuwbouw wordt hier rekening mee gehouden.”
Niet expliciet genoemd in verkiezingsprogramma