BVNL wil het aantal nieuwbouw woningen verhogen door deregulering, het vergemakkelijken van bouwprocessen en het terugdringen van overheidsbemoeienis. Ze pleiten voor het afschaffen van beperkende regels, het vergunningsvrij splitsen en optoppen van woningen, en het faciliteren van grondgebonden eengezinswoningen. De partij ziet immigratiebeperking als essentieel om de druk op de woningmarkt te verlagen.
BVNL stelt dat overheidsregels en bureaucratie de bouw van nieuwe woningen ernstig belemmeren. Door het schrappen van regelgeving en het versnellen van vergunningstrajecten willen ze het aantal nieuwbouw woningen direct verhogen.
“Verbeter, vereenvoudig en versnel het vergunningsproces voor bouwvergunningen.”
“Deregulering en minder overheidsbemoeienis is de oplossing.”
“De overheid trekt zich terug uit de woningmarkt.”
“Het Bouwbesluit wordt sterk vereenvoudigd.”
“Minder regels en minder bureaucratie.”
BVNL wil het splitsen van grote woningen, het optoppen van gebouwen en het transformeren van bedrijfsruimtes naar woningen vergunningsvrij maken. Dit moet direct leiden tot meer woningen zonder extra ruimtebeslag.
“Maak het splitsen van grote woningen in kleinere woningen vergunningsvrij. Dit leidt onmiddellijk tot meer woningen, zonder dat hiervoor extra ruimte wordt gebruikt.”
“Pas landelijk bestemmingsplannen aan, zodat extra verdiepingen op bestaande gebouwen kunnen worden gebouwd (het zogenaamde optoppen) en bouw überhaupt meer in de hoogte om kostbare ruimte te besparen.”
“Maak het transformeren van bedrijfsruimtes naar woningen makkelijker.”
BVNL wil prioriteit geven aan de bouw van grondgebonden eengezinswoningen met tuin, in plaats van ruimte te reserveren voor windmolens en zonne-akkers.
“Faciliteer de bouw van grondgebonden eengezinswoningen met een tuin, in plaats van windmolens en zonne-akkers.”
De partij wil woningcorporaties meer ruimte geven om sociale huurwoningen te bouwen en deze onder gunstige voorwaarden te verkopen aan huurders, zodat het aanbod in dit segment groeit.
BVNL ziet het huidige stikstofbeleid als een kunstmatige belemmering voor woningbouw en wil dat deze regels worden afgeschaft om de bouw van nieuwe woningen te versnellen.
De partij stelt dat de hoge instroom van migranten de vraag naar woningen sterk verhoogt en pleit daarom voor een asielstop en immigratiebeperkende maatregelen als structurele oplossing voor het woningtekort.
“De vraag naar woningen is geëxplodeerd door een netto migratiesaldo van meer dan 100.000 mensen gemiddeld per jaar.”
“Voer een asielstop in. De Nederlandse bevolking krimpt, dus zonder immigratie zou er een overschot zijn aan woningen en zouden de huur- en koopprijzen kelderen.”
“Om weer betaalbaar te kunnen wonen, moeten vraag en aanbod op de woningmarkt weer in balans komen door meer woningen te bouwen en immigratiebeperkende maatregelen te nemen.”
De SGP vindt dat het aantal nieuwbouwwoningen fors omhoog moet om de woningnood aan te pakken, met nadruk op snelle, gevarieerde en betaalbare bouw in alle segmenten. Ze willen belemmerende regels schrappen, zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk bouwen mogelijk maken, en het Rijk meer regie geven waar nodig. De partij pleit voor concrete maatregelen zoals bouwplichten, het benutten van bestaande voorraad, en extra aandacht voor starters, senioren en sociale huur.
De SGP stelt dat de woningnood vraagt om een daadkrachtige en snelle verhoging van het aantal nieuwbouwwoningen, met prioriteit voor betaalbare woningen, starters en senioren. Ze vinden dat het Rijk regie moet nemen, maar gemeenten en provincies ruimte moeten houden voor lokale invulling.
“De enorme woningnood vraagt om meer woningen en een daadkrachtige aanpak.”
“Niet alleen het aanbod, het aantal woningen moet omhoog.”
“We willen dat er snel meer woningen gebouwd worden en dat we dus geen kansen onbenut laten.”
“Er wordt in alle segmenten gebouwd. Het Rijk ziet daarop toe. De SGP wil namelijk dat er een gevarieerd aanbod van bijvoorbeeld starterswoningen, betaalbare woningen en woningen voor senioren is.”
“Regionale spreiding van nieuwbouw is belangrijk. Niet alleen in de grote steden, maar ook in de regio moet stevig gebouwd worden.”
De SGP vindt dat bouwregels en procedures vaak onnodig vertragend werken en wil deze waar mogelijk schrappen of vereenvoudigen om de bouw van nieuwbouwwoningen te versnellen.
“Bouwregels moeten meewerken en niet tegenwerken. Te vaak vormen goedbedoelde regels een belemmering. Waar mogelijk wordt hierin gesnoeid en vereenvoudigd.”
“De huidige woningnood vraagt om doorbraken op dit gebied.”
“Juridische procedures moeten ruimte krijgen, zolang het niet leidt tot traineren van projecten.”
“Ook wordt het aantal bezwaarprocedures verminderd door de voorwaarde te stellen dat een bezwaarmaker een zienswijze bij de gemeente moet hebben ingediend.”
“Er komt een stikstofvrijstelling voor woningbouwprojecten.”
De SGP wil zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk bouwen, met oog voor zorgvuldig ruimtegebruik. Daarnaast moet de bestaande woningvoorraad beter benut worden via optoppen, splitsen en transformatie van leegstand.
“Er wordt niet alleen binnenstedelijk, maar ook buitenstedelijk gebouwd. Tegelijk gaan we wel als een goed rentmeester met de beschikbare ruimte om. Verdichten als het kan, uitbreiden als het moet!”
“Binnenstedelijk liggen er nog tal van kansen, onder andere door het transformeren van leegstaande winkel- en kantoorpanden.”
“De SGP wil dat we de bestaande woningvoorraad veel beter gaan benutten door optoppen, splitsen en hospitaverhuur mogelijk te maken.”
Om te voorkomen dat bouwgrond onbenut blijft, wil de SGP dat gemeenten en provincies bouwgrond sneller beschikbaar stellen en bouwplichten opleggen aan projectontwikkelaars.
“Projectontwikkelaars moeten bouwgronden niet jarenlang braak laten liggen. Het is daarom zaak dat gemeenten en provincies mogelijkheden hebben om snelle woningbouw te bewerkstelligen. Dit kan door het actief stimuleren van grondexploitatie (gezamenlijk met gemeenten) of verkoop met een aan tijd gebonden bouwplicht.”
De SGP vindt dat de bouw van sociale huurwoningen meer urgentie verdient en dat er extra budget moet komen voor deze sector. Ook tijdelijke en flexibele woonvormen krijgen aandacht om acute tekorten op te vangen.
GroenLinks-PvdA wil het aantal nieuwbouwwoningen fors verhogen en stelt als doel om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen, met een nadruk op betaalbaarheid en publieke regie. Ze willen dit bereiken door grootschalige investeringen, het aanwijzen van meer bouwlocaties, het versnellen van procedures en het aanpakken van grondspeculatie. De partij ziet woningbouw als een publieke taak en wil vooral bouwen voor de sociale meerderheid, waaronder starters en de middenklasse.
GroenLinks-PvdA stelt als concreet doel om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te realiseren, waarmee ze de woningnood willen aanpakken en volkshuisvesting tot topprioriteit maken. Dit aantal wordt herhaaldelijk genoemd als ambitie en wordt ondersteund door voorstellen om de regie op woningbouw publiek te maken en procedures te versnellen.
“Met GroenLinks-PvdA wordt volkshuisvesting een topprioriteit. Met het grootste investeringsprogramma in decennia gaan we ruim 100.000 woningen per jaar bouwen.”
“100.000 nieuwe woningen per jaar”
“Als we 100.000 nieuwe woningen willen bouwen, is ruimte nodig. Dat betekent dat andere belangen zullen moeten inschikken, zoals de veehouderij en de luchtvaart.”
Om het hoge aantal nieuwbouwwoningen te realiseren, wil de partij meer locaties aanwijzen voor woningbouw, bezwaarprocedures verkorten en het stikstofslot opheffen. Dit moet de bouwproductie versnellen en belemmeringen wegnemen.
“We wijzen voldoende locaties aan voor nieuwbouw, verkorten en vereenvoudigen bezwaarprocedures en we halen Nederland van het stikstofslot.”
“We gaan landbouwgrond bestemmen voor woningbouw en doen hetzelfde met verloederde bedrijventerreinen, leegstaande binnenstedelijke locaties en grond van ontwikkelaars die jarenlang niet ontwikkelen.”
“We komen met een Wet versnelling woningbouw om te zorgen dat we sneller kunnen bouwen.”
De partij wil grootschalig investeren in betaalbare nieuwbouwwoningen, met een centrale rol voor woningcorporaties zonder winstoogmerk. Er komen gunstige leningen, belastingvoordelen en een Rijksgrondbank om de bouw te stimuleren en betaalbaarheid te waarborgen.
“Een investeringsprogramma voor tienduizenden betaalbare woningen.”
“Het Rijk gaat gunstige financiering verstrekken zodat er voldoende wordt gebouwd en de Woningcorporaties Nieuwe Stijl hoeven geen belasting meer te betalen voor het uitvoeren van deze publieke taak.”
“We willen daarom financiering beschikbaar stellen voor een Rijksgrondbank om grond op te kopen voor de bouw van nieuwe woningen.”
Om het bouwen van nieuwbouwwoningen te versnellen, wil GroenLinks-PvdA grondspeculatie aanpakken en grondeigenaren aansporen sneller te bouwen, onder meer via heffingen, boetes en onteigening.
“Met een bouwstimulans gaan we grondeigenaren aansporen sneller te bouwen. De bouwstimulans is een gemeentelijke heffing op braakliggende terreinen met een woonbestemming. Zo loont het om te bouwen in plaats van grond braak te laten liggen. Als eigenaren van grond met een woonbestemming niet binnen een vaste termijn overgaan op woningbouw, volgen boetes en in het ergste geval onteigening.”
“De winsten van grondspeculanten gaan we afromen en inzetten voor woningbouw.”
JA21 erkent het grote woningtekort in Nederland en koppelt dit direct aan de snelle bevolkingsgroei, vooral door migratie. Hun belangrijkste voorstellen zijn het beperken van bevolkingsgroei (met name migratie), het aanwijzen van nieuwe locaties voor woningbouw, het investeren in woningbouw (0,5% van het BBP), en het versnellen van bouwprocessen. JA21 legt de nadruk op het afstemmen van het aantal nieuw te bouwen woningen op demografische trends en wil vooral bouwen naar behoefte, niet naar ongebreidelde groei.
JA21 stelt dat het woningtekort vooral wordt veroorzaakt door snelle bevolkingsgroei door migratie en wil daarom eerst de instroom beperken voordat grootschalige nieuwbouw zinvol is. Zij zien het bouwen van meer woningen als onhoudbaar zolang migratie niet wordt beperkt.
“Minstens de helft van de nieuw te bouwen woningen is nu nodig om de bevolkingsgroei door migratie bij te houden. Dit is een onhoudbare situatie. JA21 wil dat de overheid een beleid gaat ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken.”
“De oplossing van de structurele woningnood zit dus niet alleen met het zo snel mogelijk beginnen met bouwen maar ook met een visie op de toekomst: waar is niet alleen nu, maar ook over 20 tot 40 jaar behoefte aan? Hiervoor kijken wij naar migratie, en naar balans in het woningaanbod.”
JA21 wil dat er gericht nieuwe locaties voor woningbouw worden aangewezen en dat de overheid structureel investeert in woningbouwproductie. Ze pleiten voor een voorspelbaar beleid en het aanstellen van een regeringscommissaris om knelpunten op te lossen.
“Een nieuwe nota Ruimte realiseren waarbij nieuwe locaties voor woningbouw worden aangewezen.”
“Handhaven van ondersteuning van de woningbouw middels de investering van 0,5% van het BBP.”
“Een regeringscommissaris woningbouwproductie wordt aangesteld met bevoegdheden om knelpunten op te lossen en een gezonde markt te stimuleren.”
JA21 wil op korte termijn de woningbouw versnellen door bestaande vastgoedvoorraad beter te benutten, kleinere projecten te faciliteren, fabrieksmatige bouw te stimuleren en juridische procedures te versnellen.
“Op de korte termijn moet worden ingezet op versnellingsmaatregelen zoals: Het benutten van de huidige vastgoedvoorraad door optoppen, transformeren en splitsen van gebouwen en woningen waardoor gebruik gemaakt kan worden van bestaande infrastructuur en de stikstofuitstoot beperkter is.”
“Kleinere woningbouwontwikkelingen faciliteren zoals in het kader van ‘straatje erbij‘- concept waardoor met de inschakeling van het kleinere en middelgrote aannemingsbedrijf meer bouwcapaciteit beschikbaar komt.”
“Fabrieksmatige bouw stimuleren ook voor woningen met name in het segment één en tweepersoonshuishoudens zonodig aangevuld met import van fabrieksmatig geproduceerde modulaire tiny houses uit het buitenland.”
“Snellere juridische en bestuurlijke routes realiseren. JA21 pleit voor een herziening of uitbreiding van de crisis- en herstelwet specifiek voor stikstof waarbij woningbouw en infrastructuur als dringend belang projecten worden aangewezen en tijdelijk kunnen worden vrijgesteld.”
JA21 wil dat de woningproductie wordt afgestemd op de verwachte demografische ontwikkeling, met oog voor regionale verschillen en toekomstige krimp.
“Dat de markt de ruimte krijgt om de woningproductie af te stemmen op de demografische trends, zowel qua woningtype, grootte en regionale verschillen.”
“Na 2040 is in veel regio’s buiten de grote steden nauwelijks nog groei van het aantal huishoudens. Dit pleit voor tijdelijke of flexibele woonoplossingen op locaties waar langdurige groei niet vaststaat.”
BBB erkent het grote tekort aan woningen en wil het aantal nieuwbouwwoningen fors verhogen, met nadruk op betaalbaarheid en regionale spreiding. De partij streeft naar meer sociale huurwoningen (minimaal 30.000 per jaar), meer woningen voor de middenklasse, en maatwerk per regio, waarbij bouwen in zowel steden als dorpen wordt gestimuleerd. BBB wil procedures versnellen, regels versoepelen en innovatie in de bouw bevorderen om het tempo van nieuwbouw op te voeren.
BBB wil het aantal nieuwbouwwoningen verhogen door woningcorporaties te stimuleren jaarlijks minimaal 30.000 sociale huurwoningen te bouwen. Dit moet bijdragen aan het oplossen van het woningtekort, vooral voor lagere inkomens en kwetsbare groepen.
“Woningcorporaties worden gestimuleerd om weer 30.000 sociale huurwoningen per jaar te bouwen.”
Naast sociale huur richt BBB zich op meer nieuwbouw voor de middengroepen en wil ze bouwen in zowel steden als dorpen, passend bij het karakter van de regio. Dit moet de doorstroming bevorderen en de leefbaarheid in kleine kernen behouden.
BBB wil het aantal nieuwbouwwoningen verhogen door procedures te versnellen en regels te vereenvoudigen. Gemeenten en provincies mogen geen extra eisen stellen aan nieuwbouw, tenzij ze die zelf bekostigen. Dit moet de bouwproductie verhogen en vertragingen voorkomen.
“De procedures voor het starten van bouwprojecten worden verkort en vereenvoudigd.”
“Regels voor nieuwe woningen, zoals het bouwbesluit en duurzaamheidseisen blijven de komende jaren gelijk om zekerheid te bieden aan bouwers en kopers.”
“Gemeenten met hun welstandscommissies en provincies mogen geen extra eisen stellen aan te bouwen woningen, tenzij zij dit vanwege publiek belang zelf bekostigen.”
Om sneller meer nieuwbouwwoningen te realiseren, zet BBB in op fabrieksmatige en tijdelijke woningbouw en het bevorderen van vakmanschap. Dit moet de bouw versnellen en het tekort aan praktisch opgeleid personeel aanpakken.
De PVV wil het aantal nieuwbouwwoningen fors verhogen door procedures te versnellen, regels te versoepelen en meer locaties beschikbaar te maken, zowel binnen- als buitenstedelijk. De partij pleit voor een nationale crisisaanpak, minder bezwaarprocedures, schrappen van duurzaamheidseisen en het inzetten van woningcorporaties voor extra middenhuur. Concrete aantallen worden nauwelijks genoemd, behalve een verwijzing naar 67.000 nieuwe middenhuurwoningen via corporaties.
De PVV wil het woningtekort aanpakken door sneller en op grotere schaal nieuwe woningen te bouwen, zowel binnen als buiten de stad. Ze willen procedures inkorten, bezwaar en beroep beperken, en gemeenten/provincies die niet meewerken aanpakken. Ook moet de Rijksoverheid ingrijpen bij vastgelopen projecten.
“Forse extra investering in snellere woningbouw: sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen mét voldoende ruimte voor de auto”
“Buitenstedelijk bouwen: méér nieuwe grootschalige woningbouwlocaties”
“Binnenstedelijk bouwen; transformatie van kantoor- en bedrijfspanden; optoppen, splitsen en woningdelen; niet alleen straatjes erbij, maar ook hele buurten en wijken”
“Kortere en snellere vergunningverlening en procedures; tijdelijk beperken van de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tegen woningbouw waar een omgevingsplan vastligt”
“Ingrijpen door de Rijksoverheid bij vastgelopen woningprojecten; provincies en gemeenten die niet voldoende bouwen of meewerken, worden aangepakt”
De PVV wil het bouwen van nieuwe woningen versnellen door bouweisen te schrappen en geen nieuwe duurzaamheidseisen op te leggen. Dit moet het bouwen goedkoper en eenvoudiger maken.
“Schrappen en vereenvoudigen van bouweisen; geen nieuwe duurzaamheidseisen, geen verplichte warmtepomp, niet verplicht van het gas”
De partij wil woningcorporaties inzetten om naast sociale huur ook extra middenhuurwoningen te bouwen, mede door Europese regels te versoepelen. Dit is een van de weinige plekken waar een concreet aantal wordt genoemd.
“Woningbouwcorporaties krijgen de taak om niet alleen sociale huurwoningen, maar ook middenhuurwoningen te bouwen. Dat kan: door vereenvoudiging van de Europese regels voor staatssteun kunnen corporaties aan de slag met 67.000 nieuwe middenhuurwoningen.”
De PVV wil bestaande locaties, zoals het Mediapark in Hilversum en gesloten azc’s, transformeren tot nieuwe woonwijken voor Nederlanders.
De ChristenUnie wil de woningnood aanpakken door jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, met een sterke nadruk op betaalbaarheid en duurzaamheid. Minstens twee derde van deze woningen moet betaalbaar zijn, waaronder 30% sociale huur, en er wordt fors geïnvesteerd om dit bouwtempo te halen. De partij kiest voor een centrale regie van de overheid, versnelling van procedures en een landelijke aanpak om de bouwproductie daadwerkelijk te verhogen.
De ChristenUnie erkent een groot tekort aan woningen en stelt als concreet doel om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen. Dit moet het woningtekort van circa 400.000 woningen inlopen. De partij reserveert miljarden euro’s om dit bouwtempo te halen en wil bestaande afspraken versneld uitvoeren.
“Om dat in te lopen, moeten we elk jaar 100.000 nieuwe woningen bouwen. De ChristenUnie wil dat dit tempo echt gehaald wordt, en maakt daar het komende decennium 20 miljard euro extra voor vrij...”
“We bouwen 100.000 woningen per jaar, waarvan ten minste tweederde goed te betalen is voor mensen met een gewoon inkomen. Daarvoor trekken we de komende jaren miljarden extra uit...”
De partij legt de nadruk op betaalbaarheid binnen de nieuwbouwopgave. Minimaal twee derde van de nieuw te bouwen woningen moet betaalbaar zijn, waarvan 30% sociale huur. Dit moet zorgen voor meer kansen voor starters, gezinnen en mensen met een modaal inkomen.
“We willen dat wonen weer betaalbaar wordt voor iedereen. Daarom zorgen we dat minstens twee derde van de nieuw te bouwen huizen betaalbaar is, waaronder 30 procent sociale huur.”
“bouwen we in alle dorpen en steden twee derde betaalbare koop- en huurwoningen, waaronder 30 procent sociale huur.”
De ChristenUnie ziet trage en complexe vergunningstrajecten als een belangrijke belemmering voor het halen van de bouwdoelen. Ze willen procedures versnellen en landelijke regie op grote nieuwbouwlocaties, zodat het aantal nieuw gebouwde woningen daadwerkelijk omhoog gaat.
“We versimpelen en versnellen daarom vergunningprocedures, zodat de meeste tijd van een bouwproject niet meer in procedures zit.”
“Voor grote nieuwbouwlocaties komt er een centrale aanpak, waarin Rijk, provincie, gemeente en waterschap samenwerken. Alle provincies moeten meer plancapaciteit gaan programmeren, om het aantal gebouwde woningen te vergroten.”
De partij pleit voor een landelijke, centrale aanpak van grote woningbouwopgaven, vergelijkbaar met eerdere VINEX-wijken, om versnippering en vertraging te voorkomen. Dit moet zorgen voor snellere en betere realisatie van nieuwbouw op toekomstbestendige locaties.
“Voor grote woningbouwopgaven komt een landelijke aanpak, zoals eerder bij de VINEX-wijken. Zo zorgen we dat bouwen sneller en beter gebeurt, op plekken die toekomstbestendig en bereikbaar zijn.”
“Het Rijk komt daarom eindelijk met de langverwachte ‘Nota Ruimte’. Daarin worden grote structuurkeuzes gemaakt, zoals ... het aanwijzen van grootschalige nieuwbouwlocaties...”
FVD wil het woningtekort oplossen door jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen te bouwen, met voorrang voor Nederlanders. Ze willen bouwprocedures versnellen door het schrappen van duurzaamheidseisen, milieu- en stikstofregels, en het afschaffen van het gasverbod voor nieuwbouw. De partij stelt dat deze maatregelen bouwen goedkoper en sneller maken, zodat meer Nederlanders toegang krijgen tot een betaalbare woning.
FVD stelt als concreet doel om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen, waarbij Nederlanders voorrang krijgen. Dit moet het woningtekort oplossen en de betaalbaarheid verbeteren. De partij koppelt dit aan het versoepelen van regels en het beperken van sociale huur voor statushouders.
“We bouwen jaarlijks 100.000 nieuwe woningen met voorrang voor Nederlanders, zodat het woningtekort verdwijnt.”
“We willen betaalbare koopwoningen bouwen: jaarlijks 100.000 nieuwe huizen, met voorrang voor Nederlanders.”
“We bouwen snel 100.000 woningen per jaar, schrappen beknellende klimaat- en stikstofregels, en stoppen gedwongen verduurzaming om kapitaal vrij te maken voor nieuwbouw.”
Om het bouwen van woningen te versnellen en goedkoper te maken, wil FVD alle verplichte duurzaamheidseisen, milieu- en stikstofregels voor nieuwbouw afschaffen. Dit moet de bouwproductie verhogen en de kosten verlagen.
“We stoppen met verplichte duurzaamheidseisen, zodat bouwen makkelijker en goedkoper wordt.”
“Milieu- en stikstofregels die bouw vertragen schaffen we af, en ook verplichte duurzaamheids- en energielabel eisen verdwijnen.”
“We schrappen de klimaat- en milieuregels die de bouwsector beknellen.”
FVD wil het gasverbod voor nieuwbouw afschaffen, zodat mensen vrij zijn in hun energiekeuze. Dit wordt gepresenteerd als een maatregel om bouwen eenvoudiger en goedkoper te maken, wat bijdraagt aan het verhogen van het aantal nieuwbouwwoningen.
De Partij voor de Dieren wil het woningtekort oplossen door vooral bestaande bebouwing beter te benutten, transformatie van leegstaande panden, en waar nodig binnenstedelijk en aan de rand van woonkernen nieuw te bouwen. Ze leggen nadruk op duurzame, sociale en klimaatbestendige nieuwbouw, met minimaal 40% sociale huur in nieuwe projecten, en willen geen standaard kwantitatieve bouwdoelstelling noemen. De partij koppelt woningbouw aan natuurherstel en het vrijmaken van landbouwgrond door krimp van de veehouderij.
De PvdD vindt dat het woningtekort primair moet worden opgelost door bestaande gebouwen te transformeren, leegstand aan te pakken, en pas daarna binnenstedelijk en aan de rand van kernen nieuw te bouwen. Dit voorkomt onnodige aantasting van natuur en landschap.
“Allereerst wordt bestaande bebouwing slimmer benut. Denk aan het transformeren van kantoorpanden, het aanpakken van leegstand, het optoppen en splitsen van bestaande woningen en het stimuleren van doorstroming. Hiermee kunnen vooral veel éénpersoonswoningen gecreëerd worden. Vervolgens wordt er waar dat kan - zonder de leefbaarheid aan te tasten - binnenstedelijk gebouwd. Tot slot zal bebouwing aan de rand van bestaande woonkernen plaatsvinden.”
De partij stelt als harde eis dat een substantieel deel van de nieuwbouw uit sociale huurwoningen moet bestaan, om betaalbaarheid en toegankelijkheid te waarborgen.
“Er komen meer betaalbare woningen: minimaal 40% van de nieuwbouwwoningen is sociale huur.”
PvdD wil dat nieuwbouw aansluit bij de veranderende samenleving, met meer aandacht voor éénpersoonshuishoudens, meergeneratiewonen en woon-zorgcombinaties.
“Woningen worden niet standaard gebouwd naar de behoefte van het kerngezin, maar er wordt ook woonruimte gecreëerd voor mensen die alleen (willen) wonen.”
“‘Meergeneratiewonen’ wordt aangemoedigd. Een substantieel deel van de nieuwbouw wordt hiervoor bestemd, net als voor andere typen woningen waarbij wonen en zorg worden gecombineerd.”
De partij wil dat nieuwe woningen uitsluitend op plekken komen die veilig zijn met het oog op klimaatverandering, en niet in kwetsbare gebieden zoals laaggelegen polders.
“Woningen bouwen we alleen op klimaatbestendige locaties. Laaggelegen polders onder zeeniveau zijn dat niet, zoals Rijnenburg nabij Utrecht.”
Alle nieuwbouw moet voldoen aan strenge duurzaamheidseisen, energieneutraal zijn, en bijdragen aan natuur en klimaatdoelen.
“Alle nieuwbouw wordt circulair gebouwd, gasvrij, natuurinclusief, minstens energieneutraal, en zo mogelijk energiepositief.”
“Alle nieuwbouwwoningen worden voorzien van zonnepanelen en/of een groen dak en bij nieuwbouw wordt een eigen regenwateropslag verplicht, zoals in België al het geval is.”
De PvdD kiest nadrukkelijk niet voor een harde bouwdoelstelling (aantal woningen), maar voor een kwalitatieve aanpak gericht op duurzaamheid, leefbaarheid en brede welvaart.
“De woningnood vraagt niet alleen een kwantitatieve, maar vooral een kwalitatieve benadering. Terecht pleit het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs voor ‘duurzamer, mooier en gezonder’, in plaats van ‘sneller, meer, goedkoper.’”
Het CDA wil de woningnood aanpakken door jaarlijks minimaal 100.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, met een nadruk op betaalbaarheid en doorstroming. Ze pleiten voor meer regie van het Rijk, snellere procedures, en het schrappen van belemmerende regels om de bouwproductie te versnellen. Het CDA richt zich op starters, gezinnen en ouderen, en wil dat twee derde van de nieuwbouw betaalbaar is, waarvan 30% sociale huur.
Het CDA stelt als harde doelstelling om jaarlijks minstens 100.000 woningen te bouwen, met een duidelijke verdeling naar betaalbare en sociale huurwoningen. Dit moet de woningnood verlichten, vooral voor starters, gezinnen en ouderen, en bijdragen aan leefbare steden en dorpen.
Het CDA wil dat het Rijk meer regie neemt, procedures versnelt en belemmerende regelgeving schrapt om de bouw van nieuwbouwwoningen te versnellen. Dit moet ervoor zorgen dat bouwprojecten niet vastlopen en dat sneller aan de woningvraag kan worden voldaan.
“Het bestrijden van het woningtekort is een gezamenlijke opgave van het Rijk, gemeenten, provincies, corporaties, investeerders, ontwikkelaars en bouwers. Regie van het Rijk, doorzettingsmacht, ruimtelijk beleid en adequate financiering zijn harde voorwaarden.”
“We schrappen bovenwettelijke eisen vanuit gemeentes, willen duidelijkere standaardisatie, modernisering van bouwregels en meer fabrieksmatig bouwen.”
“We maken het moeilijker om woningbouw met juridische procedures te vertragen. De gang naar de Raad van State beperken we.”
Het CDA wil dat nieuwbouwwoningen vooral ten goede komen aan starters, gezinnen, ouderen en specifieke beroepsgroepen. Doorstroming wordt gestimuleerd door levensloopgeschikte woningen te bouwen en nieuwbouw te reserveren voor bepaalde doelgroepen.
“We stimuleren gemeenten met de Huisvestingswet een deel van de nieuwbouwwoningen te reserveren voor eigen inwoners of voor specifieke doelgroepen, zoals leraren, agenten en zorgmedewerkers.”
“We stimuleren de doorstroming in de woningmarkt. Dit begint bij het bouwen van voldoende levensloopgeschikte woningen voor ouderen.”
NSC wil het woningtekort aanpakken door jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, waarvan 30% sociaal en tweederde betaalbaar, met strakke regie vanuit het Rijk en concrete afspraken met provincies en gemeenten. Ze leggen nadruk op het versnellen van procedures, het aanwijzen van voldoende nieuwbouwlocaties en het inzetten van innovatieve bouwmethoden. De partij ziet het oplossen van de wooncrisis als een uitvoeringsvraagstuk en wil vooral meer betaalbare woningen voor starters, middeninkomens en kwetsbare groepen.
NSC stelt een duidelijke kwantitatieve doelstelling: er moeten jaarlijks 100.000 woningen worden gebouwd, met een vast aandeel sociale en betaalbare woningen. Dit is hun centrale maatregel om het woningtekort structureel aan te pakken en de wooncrisis te verlichten.
“Het is nodig om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen (waarvan 30% sociaal en 2/3de betaalbaar, maatwerk per regio).”
“De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening houdt regie op de volkshuisvesting en krijgt een taakstelling voor het aantal woningen dat jaarlijks gebouwd moeten worden.”
NSC wil dat het Rijk, samen met provincies en gemeenten, harde afspraken maakt over het aantal te bouwen woningen en het aanwijzen van voldoende nieuwbouwlocaties, vooral rond steden en voor lokale behoeften in dorpen. Dit moet versnippering en vertraging tegengaan.
“Het Rijk maakt afspraken met provincies en gemeenten over het aantal te bouwen woningen. En ziet erop toe dat in provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies en volkshuisvestingsplannen voldoende nieuwbouwlocaties worden aangewezen.”
“Grote nieuwbouwlocaties komen in principe rond de middelgrote en grote steden, op plekken die per trein en via de snelweg goed bereikbaar zijn. In dorpen en kernen moet gebouwd kunnen worden voor de lokale behoefte.”
Om het bouwtempo te verhogen, wil NSC procedures inkorten, barrières wegnemen en investeren in innovatieve bouwmethoden zoals modulaire en fabrieksmatige bouw. Dit moet zorgen voor snellere realisatie van nieuwbouwwoningen.
NSC wil de voortgang van de woningbouw strak monitoren met kwartaalrapportages, zodat problemen vroegtijdig gesignaleerd en bijgestuurd kunnen worden. Dit moet de effectiviteit van het beleid vergroten en zorgen dat de bouwdoelen daadwerkelijk gehaald worden.
“De minister stuurt en monitort strak via kwartaalrapportages hoeveel woningen in verschillende prijsklassen gepland staan of al gebouwd zijn. Zo kunnen we problemen vroegtijdig signaleren en waar nodig bijsturen.”
Volt wil het woningtekort aanpakken door jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, met een duidelijke focus op betaalbaarheid en duurzaamheid. Ze pleiten voor nationale regie, financiële stimulansen en het versnellen van procedures om deze ambitieuze bouwdoelstelling te halen. Minstens twee derde van de nieuwbouw moet betaalbaar zijn, met minimaal 30% sociale huur.
Volt stelt als concreet doel om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen, ondersteund door financiële injecties en nationale regie. Dit moet het woningtekort structureel aanpakken en de doorstroming op de woningmarkt bevorderen.
Volt wil dat nieuwbouwprojecten vooral betaalbare woningen opleveren, met een harde ondergrens voor sociale huur. Dit moet zorgen voor meer toegankelijkheid voor starters, middeninkomens en kwetsbare groepen.
“In principe geldt: minstens twee derde van de nieuwe woningen moet betaalbaar zijn en minimaal 30% sociale huur.”
Om het aantal nieuwbouwwoningen daadwerkelijk te verhogen, wil Volt bezwaarprocedures inkorten en gemeenten meer capaciteit geven om sneller vergunningen te verlenen.
“We versnellen de doorlooptijden van de bezwaar- en beroepsprocedures, zodat omgevingsvergunningen voor woonprojecten veel sneller definitief worden.”
“We zorgen voor meer capaciteit en budget bij gemeenten, om hen te helpen de grote stroom aan bouwvergunningsaanvragen en bestemmingsplanwijzigingen sneller te kunnen behandelen...”
Volt vindt dat landelijke sturing en uniforme regels noodzakelijk zijn om de bouw van nieuwbouwwoningen op schaal te versnellen en te vereenvoudigen.
“Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt langetermijnbeleid op voor een stabiele en proactieve sturing op een toekomstbestendig en blijvend passend woningbestand in Nederland.”
“Zo creëren we één landelijk stelsel van uniforme spelregels voor de (ver-)bouw van nieuwe en bestaande woningen, waarop maar heel beperkt uitzonderingen mogelijk zijn.”
BIJ1 wil het aantal nieuwbouwwoningen fors verhogen door de bouw van 1 miljoen sociale woningen, uitgevoerd door een Nationaal Bouwbedrijf zonder winstoogmerk. De partij kiest radicaal voor publieke regie, het terugdringen van commerciële projectontwikkelaars en het bouwen van betaalbare, duurzame woningen voor mensen met lage inkomens, jongeren en ouderen.
BIJ1 stelt als concreet doel om 1 miljoen sociale woningen toe te voegen, waarbij de overheid via een Nationaal Bouwbedrijf de regie neemt over de woningbouw. Dit moet de macht van commerciële projectontwikkelaars breken en zorgen voor betaalbare, kwalitatieve nieuwbouw die aansluit bij de sociale behoefte.
“2. 1 miljoen sociale woningen erbij. Een Nationaal Bouwbedrijf bouwt woningen voor mensen, niet voor winst. Zo zetten wij de projectontwikkelaars die weigeren om betaalbaar te bouwen, omdat ze alleen verdienen aan te dure koopwoningen, buitenspel.”
“De overheid richt een nationaal publiek bouwbedrijf op dat zich volledig toelegt op de grootschalige bouw van kwalitatieve, duurzame sociale huurwoningen. Dit bouwbedrijf werkt zonder winstoogmerk en blijft permanent in publieke handen, met democratische zeggenschap van bewoners en huurdersorganisaties.”
Om de bouw van voldoende nieuwbouwwoningen mogelijk te maken, wil BIJ1 dat nieuwe woningbouw alleen nog op publieke grond plaatsvindt. Grondspeculatie wordt verboden en de overheid krijgt de regie over waar en voor wie er gebouwd wordt.
“Nieuwe woningbouw mag voortaan alleen nog plaatsvinden op publieke grond. Die grond blijft permanent in collectief eigendom en wordt beheerd onder democratische controle van bewoners en lokale volkshuisvestingsorganisaties.”
De partij legt nadruk op het bouwen van passende, betaalbare nieuwbouwwoningen voor jongeren, ouderen en mensen met lage inkomens, om zo de wooncrisis voor deze groepen aan te pakken.
“De prioriteit ligt bij het realiseren van passende, betaalbare woningen voor jongeren, ouderen en mensen met lage inkomens.”
BIJ1 wil dat bewoners vanaf het begin uitgebreide democratische inspraak krijgen bij nieuwbouw en gebiedsontwikkeling, en dat nieuwbouwwoningen toegankelijk zijn voor mensen met een handicap en andere doelgroepen.
“Bestaande bewoners krijgen altijd uitgebreide democratische inspraak bij nieuwbouw en gebiedsontwikkeling. Bewonersorganisaties en huurdersverenigingen nemen we vanaf het begin mee in nieuwe plannen.”
“Zo veel mogelijk bestaande- en nieuwbouwwoningen maken we geschikt voor mensen met een handicap. Het VN-verdrag Handicap is hierin het uitgangspunt.”
DENK wil het woningtekort snel oplossen door fors meer nieuwbouwwoningen te realiseren, met een concreet doel van 100.000 woningen per jaar. Ze pleiten voor stevige overheidsregie, onder meer via een Rijkswoningbouwfonds, een Rijksbouwbedrijf en een fulltime minister met verregaande bevoegdheden om woningbouw te versnellen. Het accent ligt op betaalbaarheid, door het stimuleren van sociale huur en het aanpakken van belemmerende regelgeving.
DENK stelt als concreet doel om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen, als antwoord op het grote woningtekort. Ze willen hiermee de woningnood snel terugdringen en betaalbaarheid bevorderen, vooral voor starters en mensen met lagere inkomens.
“Het doel is om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen.”
Om het aantal nieuwbouwwoningen daadwerkelijk te verhogen, wil DENK dat de overheid de regie stevig in handen neemt. Dit doen ze door het oprichten van een Rijkswoningbouwfonds, een Rijksbouwbedrijf en het aanstellen van een fulltime minister met bindende bevoegdheden, zodat procedures versneld en locaties aangewezen kunnen worden.
“Er komt een Rijkswoningbouwfonds waarin we meer geld reserveren om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren.”
“We richten een Rijksbouwbedrijf op dat de verantwoordelijkheid krijgt om woningbouwprojecten te ontwikkelen.”
“Er komt een fulltime Minister van Volkshuisvesting. Deze Minister krijgt verregaande bevoegdheden, zoals het bindend kunnen aanwijzen van locaties waar woningbouw gerealiseerd moet worden.”
DENK wil belemmerende regelgeving en trage procedures aanpakken om de bouw van nieuwbouwwoningen te versnellen. Door het verminderen van bezwaarmogelijkheden en het vergroten van de capaciteit, moet het bouwtempo omhoog.
“We gaan drastisch procedures versnellen. Dat betekent dat overbodige en belemmerende regelgeving verdwijnt. Ook wordt er gekeken naar de mogelijkheden om bezwaarmogelijkheden tegen woningbouwprojecten te verminderen, de termijnen te versnellen en door middel van het vergroten van de capaciteit procedures sneller te doorlopen.”
DENK wil dat de nieuwbouw vooral uit betaalbare woningen bestaat, met een wettelijke norm voor het aandeel sociale huur, middenhuur en koop. Zo willen ze voorkomen dat nieuwbouw alleen in het hogere segment plaatsvindt.
“Een wettelijke norm in te voeren voor meer betaalbare woningen. Hierbij moet 50% bestaan uit sociale huur en koopwoningen, 40% betaalbare middenhuur en koop, en 10% hoger segment.”
De SP wil het woningtekort oplossen door één miljoen extra betaalbare huurwoningen te realiseren, met een sterke nadruk op nieuwbouw. Dit gebeurt via een Nationaal Woonfonds, investeringen in volkshuisvesting en het terugdringen van marktwerking, zodat woningen weer voor mensen in plaats van beleggers zijn. De partij combineert grootschalige nieuwbouw met het ombouwen van leegstaande panden en het terugkopen van te dure huurwoningen.
De SP kiest voor een grootschalige aanpak van het woningtekort door één miljoen extra betaalbare huurwoningen te realiseren, waarvan een belangrijk deel via nieuwbouw. Dit moet de woningnood structureel oplossen, vooral voor starters, gezinnen en ouderen, en de macht van beleggers terugdringen. De partij wil dat gemeenten weer de regie krijgen over woningbouw, zodat er gericht gebouwd wordt naar behoefte.
“Wij bouwen één miljoen betaalbare huurwoningen, bevriezen de huren en geven bewoners weer zeggenschap over hun huis en hun buurt.”
“We zorgen voor één miljoen extra betaalbare huurwoningen, met een maximale huur van 800 euro. Dat doen we via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden, splitsen, optoppen, het terugkopen van te dure huurwoningen en door sloop te voorkomen.”
“Door een Nationaal Woonfonds op te richten kunnen we één miljoen extra huurwoningen beschikbaar maken via nieuwbouw, het ombouwen van leegstaande panden en het terugkopen van te dure huurwoningen.”
Om deze bouwambitie waar te maken, stelt de SP voor om fors te investeren in volkshuisvesting via een Nationaal Woonfonds. Dit fonds wordt gevuld met opbrengsten uit het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het belasten van grondspeculatie, en maakt het mogelijk om honderdduizenden betaalbare, duurzame huurwoningen van hoge kwaliteit te bouwen.
“Wij richten een Nationaal Woonfonds op en investeren 30 miljard euro in volkshuisvesting. Dit komt bovenop de al bestaande investeringen en dit doen we door de staatsschuld iets op te laten lopen.”
“Met dit geld bouwen we honderdduizenden betaalbare, duurzame huurwoningen van hoge kwaliteit, zonder winstoogmerk.”
De SP wil dat gemeenten weer de regie krijgen over woningbouw, zodat er gericht gebouwd wordt naar de samenstelling van gezinnen en de lokale behoefte. Dit moet ervoor zorgen dat er voldoende gezinswoningen, starterswoningen en ouderenwoningen komen.
“Gemeenten krijgen weer de regie over woningbouw, zodat er gericht gebouwd kan worden voor de samenstelling van gezinnen in de buurt.”
De VVD wil het woningtekort oplossen door fors meer nieuwbouw te realiseren, met een sterke regierol van het Rijk en het schrappen van belemmerende regels. Hun belangrijkste voorstel is het bouwen van dertig nieuwe grootschalige woonwijken, waarbij snelheid, betaalbaarheid en landelijke sturing centraal staan. De partij kiest voor minder bureaucratie en meer centrale aansturing om het aantal nieuwbouwwoningen substantieel te verhogen.
De VVD stelt voor om het woningtekort aan te pakken door het Rijk de regie te geven en dertig nieuwe grootschalige woonwijken te bouwen, verspreid over het land. Dit moet snel en efficiënt gebeuren, met minder regels en duidelijke landelijke afspraken over locaties, aantallen en termijnen. De partij ziet centrale sturing als noodzakelijk om het aantal nieuwbouwwoningen daadwerkelijk te verhogen.
“We bouwen met sturing vanuit het Rijk dertig nieuwe grootschalige woonwijken, ook buiten de Randstad, en maken het voor gemeenten makkelijker om veel meer huizen te laten bouwen; via een tijdelijke nationale wet leggen we vast waar, welke en hoeveel woningen moeten worden gerealiseerd en op welke termijnen.”
“We bouwen dertig nieuwe grootschalige woonwijken met sturing vanuit Den Haag en maken het voor gemeenten makkelijker om veel meer huizen te laten bouwen.”
De VVD wil het bouwproces versnellen door drastisch te schrappen in regels, procedures en vergunningseisen die nieuwbouw vertragen. Door landelijke standaardisering en het beperken van bezwaarprocedures moet de bouw van nieuwbouwwoningen sneller en eenvoudiger worden, zodat het aanbod sneller groeit.
“We gaan daarom schrappen, schrappen, schrappen. In regels, in procedures en in bureaucratie. We onderzoeken de mogelijkheid om dit vorm te geven als een nood- of spoedwet. Een huis hoort niet in tien jaar te staan, maar in een paar jaar. Dat wordt een topprioriteit.”
“We zorgen ervoor dat je voor veel minder bouwprojecten nog een vergunning nodig hebt.”
“Daarvoor gaan we vergunningseisen op landelijk niveau vastleggen, zodat een goedgekeurde woning in Groningen ook direct in Limburg mag worden gebouwd.”
De VVD wil dat het Rijk de regie neemt over ruimtelijke ordening en bouwproductie, met financiële bonussen voor gemeenten die veel nieuwbouw realiseren. Gemeenten die achterblijven krijgen hulp om de productie op te schalen, zodat het aantal nieuwbouwwoningen overal omhoog gaat.
“Het Rijk krijgt de regie op de ruimtelijke ordening en bouwproductie terug. Gemeenten die bouwrecords breken krijgen een financiële bonus om in nieuwe woningbouwplannen te investeren. Gemeenten die achterlopen op de bouwplannen krijgen hulp van het ministerie om de woningbouwproductie op te schalen.”
D66 wil het woningtekort aanpakken door grootschalig nieuw te bouwen, met als speerpunt de realisatie van tien nieuwe steden, vooral nabij bestaande steden en ov-knooppunten. Ze leggen nadruk op versnelling van de bouw, inzet van rijksgrond, en wettelijke afspraken over het aandeel sociale huur in nieuwbouw. Hun visie is dat alleen met ambitieuze, centrale regie en investeringen het aantal nieuwbouwwoningen substantieel kan stijgen.
D66 kiest voor een grote, structurele uitbreiding van het aantal nieuwbouwwoningen door de bouw van tien nieuwe steden, vooral bij bestaande steden en ov-knooppunten. Dit moet het woningtekort doorbreken en ruimte bieden aan verschillende doelgroepen, met aandacht voor voorzieningen en duurzaamheid.
“We bouwen tien nieuwe steden met uitstekende verbindingen met het openbaar vervoer.”
“D66 wil tien nieuwe steden bouwen, vooral bij bestaande steden of kernen en bij grote ov-knooppunten.”
“Wat als we weer durven dromen op de schaal van de Deltawerken of de Flevopolder? We creëren nieuw land tussen Amsterdam en Flevoland, als eerste stad van de tien.”
Om het aantal nieuwbouwwoningen te verhogen, wil D66 een landelijke grondbank oprichten en jaarlijks €2 miljard investeren om bouwprojecten te versnellen. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om grond te kopen en grondspeculatie tegen te gaan.
“We richten een Rijksgrondfaciliteit (een landelijke grondbank) op, zodat de grond die het Rijk in bezit heeft of krijgt, ingezet kan worden om sneller huizen te bouwen. We maken jaarlijks €2 miljard euro vrij om de woningbouw uit het slop te halen.”
D66 wil wettelijk vastleggen dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur wordt gerealiseerd. Dit moet zorgen voor gemengde wijken en meer betaalbare nieuwbouwwoningen.
“We leggen wettelijk vast dat bij nieuwbouw in elke gemeente minstens 30% sociale huur komt, zodat gemeenschappen in wijken gemengd blijven.”
50PLUS wil het woningtekort aanpakken door de bouw van 290.000 levensloopbestendige nieuwbouwwoningen te realiseren, met speciale aandacht voor ouderen en doorstroming op de woningmarkt. De partij legt de nadruk op innovatieve woonvormen en het opnieuw instellen van het Ministerie voor Volkshuisvesting om deze doelen te bereiken. Hun visie is dat bouwen voor ouderen ook jongeren helpt, doordat doorstroming bestaande woningen vrijmaakt.
50PLUS stelt als concreet doel om 290.000 levensloopbestendige woningen gefaseerd te bouwen, met oog voor netcongestie en bouwcapaciteit. Dit moet de doorstroming op de woningmarkt bevorderen, vooral door ouderen te laten verhuizen naar geschikte nieuwbouw, waardoor bestaande woningen vrijkomen voor andere groepen.
“De doelstelling van 290.000 levensloopbestendige woningen wordt gefaseerd gerealiseerd met oog voor netcongestie en bouwcapaciteit om de doorstroming weer écht op gang te krijgen.”
Naast het aantal nieuwbouwwoningen wil 50PLUS innovatieve woonvormen stimuleren, zoals kleinschalige woonhofjes en moderne bejaardenhuizen. Dit moet niet alleen het woningaanbod vergroten, maar ook inspelen op de specifieke behoeften van ouderen en de doorstroming bevorderen.
“Innovatieve woonvormen worden gestimuleerd: levensloopbestendige woningen en kleinschalige woonhofjes waar zorg, gemeenschap en zelfstandigheid worden gecombineerd.”
“Bejaardenhuizen komen in moderne vorm en in allerlei varianten weer terug, waaronder woonzorg complexen voor ouderen.”